Skip to main content
Bibliotheek » Bhagavad-gītā zoals ze is » Hoofdstuk 17

TEXT 13

TEXT 13

Tekst

Verš

vidhi-hīnam asṛṣṭānnaṁ
mantra-hīnam adakṣiṇam
śraddhā-virahitaṁ yajñaṁ
tāmasaṁ paricakṣate
vidhi-hīnam asṛṣṭānnaṁ
mantra-hīnam adakṣiṇam
śraddhā-virahitaṁ yajñaṁ
tāmasaṁ paricakṣate

Synoniemen

Synonyma

vidhi-hīnam — zonder de geschriften te volgen; asṛṣṭa-annam — zonder dat er prasāda wordt uitgedeeld; mantra-hīnam — zonder dat er Vedische hymnen gezongen worden; adakṣīṇam — zonder de priesters te belonen; śraddhā — geloof; virahitam — zonder; yajñam — offer; tāmasam — in de hoedanigheid onwetendheid; paricakṣate — moet beschouwd worden als.

vidhi-hīnam — bez vedení písma; asṛṣṭa-annam — bez rozdávání prasādam; mantra-hīnam — bez recitování védských hymnů; adakṣiṇam — bez odměn kněžím; śraddhā — víry; virahitam — bez; yajñam — oběť; tāmasam — pod vlivem kvality nevědomosti; paricakṣate — má být chápána.

Vertaling

Překlad

Ieder offer dat gebracht wordt zonder rekening te houden met de aanwijzingen van de geschriften, zonder dat er prasāda [spiritueel voedsel] wordt uitgedeeld, zonder dat er Vedische hymnen gezongen worden, zonder beloningen voor de priesters en zonder geloof, moet worden beschouwd als een offer in de hoedanigheid onwetendheid.

Každá oběť, která je konána bez zřetele k pokynům písma, bez rozdávání prasādam (duchovního jídla), bez recitování védských hymnů, bez odměn kněžím a bez víry, má charakter nevědomosti.

Betekenisverklaring

Význam

Geloof in de hoedanigheid duisternis of onwetendheid is feitelijk ongeloof. Soms vereren mensen een bepaalde halfgod alleen maar om aan geld te komen, dat ze vervolgens uitgeven aan hun tijdverdrijf, waarbij ze de regels van de heilige teksten in de wind slaan. Zulke ritualistische shows van godsdienstigheid worden niet als zuiver en oprecht aanvaard. Ze horen allemaal bij de hoedanigheid duisternis; ze zijn de oorzaak van een demonische mentaliteit en komen de menselijke samenleving niet ten goede.

Víra prostoupená kvalitou temnoty neboli nevědomosti je ve skutečnosti bezvěrectví. Lidé někdy uctívají nějakého poloboha jen pro peníze, které pak utratí za zábavu, aniž by se ohlíželi na příkazy písma. Taková obřadní předvádění zbožnosti se neuznávají za pravá. Mají charakter nevědomosti, temnoty — vytvářejí démonskou mentalitu a lidské společnosti neprospívají.