Skip to main content

TEXT 28

TEXT 28

Texto

Tekst

śubhāśubha-phalair evaṁ
mokṣyase karma-bandhanaiḥ
sannyāsa-yoga-yuktātmā
vimukto mām upaiṣyasi
śubhāśubha-phalair evaṁ
mokṣyase karma-bandhanaiḥ
sannyāsa-yoga-yuktātmā
vimukto mām upaiṣyasi

Palabra por palabra

Synoniemen

śubha — de los auspiciosos; aśubha — y de los desfavorables; phalaiḥ — resultados; evam — así pues; mokṣyase — te librarás; karma — del trabajo; bandhanaiḥ — del cautiverio; sannyāsa — de la renunciación; yoga — el yoga; yukta-ātmā — teniendo la mente puesta firmemente en; vimuktaḥ — liberado; mām — a Mí; upaiṣyasi — llegarás.

śubha — van gunstige; aśubha — en ongunstige; phalaiḥ — gevolgen; evam — zo; mokṣyase — je zult bevrijd raken; karma — van activiteiten; bandhanaiḥ — van de gebondenheid; sannyāsa — van onthechting; yoga — de yoga; yukta-ātmā — met de geest standvastig gericht op; vimuktaḥ — bevrijd; mām — tot Mij; upaiṣyasi — je zult komen.

Traducción

Vertaling

De ese modo te librarás del cautiverio del trabajo y sus resultados auspiciosos y desfavorables. Con la mente fija en Mí y siguiendo ese principio de renunciación, te liberarás y vendrás a Mí.

Op die manier zul je bevrijd worden van gebondenheid aan activiteit en de gunstige en ongunstige gevolgen daarvan. Wanneer je geest volgens dit principe van onthechting op Mij geconcentreerd is, zul je bevrijd worden en tot Me komen.

Significado

Betekenisverklaring

Aquel que actúa con conciencia de Kṛṣṇa bajo una dirección superior, se conoce como yukta. El término técnico es yukta-vairāgya. Esto lo explica más ampliamente Rūpa Gosvāmī, de la siguiente manera:

Wie onder hogere leiding Kṛṣṇa-bewust handelt, wordt yukta genoemd. De technische term is yukta-vairāgya. Dit wordt door Rūpa Gosvāmī als volgt uitgelegd (Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.255):

anāsaktasya viṣayān
yathārham upayuñjataḥ
nirbandhaḥ kṛṣṇa-sambandhe
yuktaṁ vairāgyam ucyate
anāsaktasya viṣayān
yathārham upayuñjataḥ
nirbandhaḥ kṛṣṇa-sambandhe
yuktaṁ vairāgyam ucyate

(Bhakti-rasāmṛta-sindhu, 1.2.255)

Rūpa Gosvāmī dice que, mientras nos encontremos en este mundo material, tenemos que actuar; no podemos dejar de hacerlo. Por consiguiente, si las acciones se llevan a cabo y los frutos se le dan a Kṛṣṇa, eso se denomina yukta-vairāgya. Esas actividades, verdaderamente situadas en el plano de la renunciación, limpian el espejo de la mente, y mientras el ejecutor va progresando en lo que se refiere a la iluminación espiritual, se vuelve completamente entregado a la Suprema Personalidad de Dios. De modo que, al final se libera, y su liberación también se especifica. Por medio de esa liberación él no se vuelve uno con el brahma-jyotir, sino que más bien entra en el planeta del Señor Supremo. Ello se menciona aquí claramente: mām upaiṣyasi, «él viene a Mí», de vuelta al hogar, de vuelta a Dios. Hay cinco etapas diferentes de liberación, y acá se especifica que el devoto que siempre ha vivido aquí bajo la dirección del Señor Supremo, tal como ya se dijo, ha evolucionado hasta el punto en que, al abandonar el cuerpo, puede ir de vuelta a Dios y tener directamente la compañía del Señor Supremo.

Rūpa Gosvāmī zegt dat we, zolang we in de materiële wereld leven, actief moeten zijn; we kunnen niet ophouden met actief zijn. Wanneer activiteiten verricht worden en de vruchten ervan aan Kṛṣṇa worden gegeven, dan wordt dat yukta-vairāgya genoemd. Omdat zulke activiteiten werkelijk in onthechting gedaan worden, zuiveren ze de spiegel van degeest, en naarmate degene die actief is geleidelijk aan vooruitgang maaktin spirituele bewustwording, raakt hij volledig overgegeven aan de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Aan het eind bereikt hij daarom bevrijding en die bevrijding wordt ook nader omschreven. Door deze bevrijding wordt hij niet īīn met de brahmajyoti, maar gaat hij juist naar de planeet van de Allerhoogste Heer. Hier wordt duidelijk gezegd: mām upaiṣyasi — ‘hij komt tot Mij’, terug naar huis, terug naar God. Er bestaan vijf verschillende stadia van bevrijding en hier wordt specifiek beschreven dat de toegewijde die, zoals werd aangegeven, gedurende zijn hele leven onder leiding van de Allerhoogste Heer geleefd heeft, tot het punt is geëvolueerd waarop hij, na zijn lichaam te hebben opgegeven, terug naar God kan gaan en rechtstreeks in het gezelschap van de Allerhoogste Heer kan komen.

Todo aquel que no tenga ningún otro interés más que el de dedicar su vida al servicio del Señor es de hecho un sannyāsī. Esa persona siempre se considera un sirviente eterno que depende de la voluntad suprema del Señor. Así pues, todo lo que ella hace es por el bien del Señor. Cualquier acción que ella realiza, la realiza como servicio al Señor. Esa persona no le presta mucha atención a las actividades fruitivas o a los deberes prescritos que se mencionan en los Vedas. Las personas ordinarias tienen la obligación de ejecutar los deberes prescritos que se mencionan en los Vedas, pero aunque el devoto puro que está totalmente dedicado al servicio del Señor, puede que en ocasiones parezca ir en contra de los deberes védicos prescritos, en realidad no es así.

Iedereen die in niets anders geïnteresseerd is dan een leven gewijd aan het dienen van de Heer, is werkelijk een sannyāsī. Zo’n persoon ziet zichzelf altijd als een eeuwige dienaar die afhankelijk is van de allerhoogste wil van de Heer. Wat hij doet, doet hij dus als een dienst aan de Heer. Hij besteedt geen serieuze aandacht aan de resultaatgerichte activiteiten of de voorgeschreven plichten die in de Veda’s worden vermeld.

Las autoridades vaiṣṇavas dicen, en consecuencia, que ni siquiera la persona más inteligente de todas puede entender los planes y las actividades de un devoto puro. Las palabras exactas con las que se indica eso, son: tāṅra vākya, kriyā, mudrā vijñeha nā bujhāya (Cc. Madhya 23.39). A la persona que siempre está dedicada de ese modo al servicio del Señor o que siempre está pensando y planeando cómo servir al Señor, se la debe considerar completamente liberada en el presente, y en el futuro su ida al hogar, de vuelta a Dios, está garantizada. Dicha persona está por encima de toda crítica materialista, tal como Kṛṣṇa está por encima de toda crítica.

Gewone mensen zijn verplicht om zich aan de voorgeschreven plichten te houden die in de Veda’s vermeld staan, maar hoewel het soms lijkt alsof een zuivere toegewijde die helemaal opgaat in dienst aan de Heer,tegen de voorgeschreven Vedische plichten ingaat, is dit in werkelijkheid niet het geval. Daarom zeggen gezaghebbende personen onder de vaiṣṇava’s dat zelfs de meest intelligente persoon de plannen en activiteiten van een zuivere toegewijde niet kan begrijpen. De precieze bewoordingen zijn: tāṅra vākya, kriyā, mudrā vijñeha nā bujhaya (Caitanya-caritāmṛta, Madhya 23.39). Wie dus altijd devotionele dienst aan de Heer verricht of altijd nadenkt en plannen maakt over hoe hij de Heer kan dienen, wordt in zijn huidige leven als compleet bevrijd beschouwd en voor de toekomst is zijn terugkeer naar huis, terug naar God gegarandeerd. Hij is verheven boven alle materialistische kritiek, net zoals Kṛṣṇa boven alle kritiek staat.