Skip to main content

TEXT 18

TEXT 18

Tekst

Tekstas

vistareṇātmano yogaṁ
vibhūtiṁ ca janārdana
bhūyaḥ kathaya tṛptir hi
śṛṇvato nāsti me ’mṛtam
vistareṇātmano yogaṁ
vibhūtiṁ ca janārdana
bhūyaḥ kathaya tṛptir hi
śṛṇvato nāsti me ’mṛtam

Synoniemen

Synonyms

vistareṇa — in detail; ātmanaḥ — Jouw; yogam — mystieke vermogen; vibhūtim — volheden; ca — ook;jana-ardana — o doder van de atheïsten; bhūyaḥ — nogmaals; kathaya — beschrijf; tṛptiḥ — tevredenheid;hi — zeker; śṛṇvataḥ — horend; na asti — er is geen; me — mijn; am-ṛtam — nectar.

vistareṇa — smulkiai; ātmanaḥ — Savo; yogam — mistinę galią; vibhūtim — vertenybes; ca — taip pat; jana-ardana — o ateistų naikintojau; bhūyaḥ — vėl; kathaya — apibūdink; tṛptiḥ — pasitenkinimo; hi — tikrai; śṛṇvataḥ — klausantis; na asti — negana; me — man; amṛtam — nektaro.

Vertaling

Translation

O Janārdana, beschrijf alsjeblieft nogmaals uitvoerig Je mystieke volheden. Ik krijg er nooit genoeg van over Jou te horen, want hoe meer ik hoor, hoe meer ik de nectar van Je woorden wil proeven.

O Janārdana, dar kartą išsamiai papasakok apie Savo vertenybes ir jų mistinę galią. Man nepabosta klausytis apie Tave, nes kuo daugiau išgirstu, tuo labiau trokštu Tavo žodžių nektaro.

Betekenisverklaring

Purport

Iets soortgelijks werd tegen Sūta Gosvāmī gezegd door de ṛṣi’s van Naimiṣāraṇya die door Śaunaka geleid werden.

KOMENTARAS: Naimiṣāraṇyos ṛṣiai, vadovaujami Śaunakos, panašiais žodžiais kreipėsi į Sūtą Gosvamį:

vayaṁ tu na vitṛpyāma
uttama-śloka-vikrame
yac chṛṇvatāṁ rasa-jñānāṁ
svādu svādu pade pade
vayaṁ tu na vitṛpyāma
uttama-śloka-vikrame
yac chṛṇvatāṁ rasa-jñānāṁ
svādu svādu pade pade

‘Ook al hoort men voortdurend over de transcendentale activiteiten van vermaak van Kṛṣṇa, die verheerlijkt wordt met prachtige gebeden, men kan er nooit genoeg van krijgen. Zij die een transcendentale relatie met Kṛṣṇa zijn aangegaan, genieten van elke stap wanneer de activiteiten van vermaak van de Heer worden beschreven.’ (Śrīmad-Bhāgavatam 1.1.19) Arjuna is er dus in geïnteresseerd om over Kṛṣṇa te horen, in het bijzonder over hoe Hij als de Allerhoogste Heer alomtegenwoordig is.

„Galima be atvangos klausytis pasakojimų apie Kṛṣṇos, kuris šlovinamas nuostabiomis maldomis, transcendentines pramogas ir niekada tais pasakojimais nepasisotinti. Kas užmezgė transcendentinius santykius su Kṛṣṇa, tas sulig kiekviena akimirka jaučia džiaugsmą, kurį jam teikia pasakojimai apie Viešpaties pramogas.“ (SB 1.1.19) Taigi Arjuna trokšta išgirsti apie Kṛṣṇą, o labiausiai apie tai, kokiu būdu Jis yra visa persmelkiantis Aukščiausiasis Viešpats.

Wat betreft het woord ‘amṛtam’ of nectar: ieder verhaal en iedere uitspraak over Kṛṣṇa is net als nectar, en deze nectar kan daadwerkelijk geproefd worden. Er bestaat een verschil tussen wereldse verhalen — moderne verhalen, fictie en geschiedverhalen — en de transcendentale activiteiten van vermaak van de Heer. Het verschil is dat men uiteindelijk genoeg krijgt van het luisteren naar wereldse verhalen, terwijl men er nooit genoeg van zal krijgen over Kṛṣṇa te horen. Het is enkel om deze reden dat de geschiedenis van het hele universum vol is van verwijzingen naar de activiteiten van de incarnaties van God. De purāṇa’s zijn bijvoorbeeld historiën over vervlogen tijden, die over de activiteiten van vermaak van de verschillende incarnaties van de Heer vertellen. Zo blijft de leesstof altijd boeien, hoe vaak men haar ook leest.

Žodis amṛtam (nektaras), reiškia, kad bet koks su Kṛṣṇa susijęs pasakojimas ar žodis yra tarsi nektaras. To nektaro skonį galima praktiškai patirti. Šiuolaikiniai apsakymai, romanai ir istorijos skiriasi nuo pasakojimų apie transcendentines Viešpaties pramogas tuo, kad pirmieji yra kažkas žemiška, jie įgrysta, o pasakojimai apie Kṛṣṇą niekados nepabosta. Tik dėl šios priežasties visatos istorijoje tiek daug vietos tenka Dievo inkarnacijų pramogoms. Pavyzdžiui, Purānos – tai praeities amžių istorijos, kurios pasakoja apie įvairių Viešpaties inkarnacijų pramogas. Todėl ir daug kartų skaitomos, jos niekada nepabosta.