Skip to main content

TEXT 28

TEXT 28

Tekst

Texto

aśraddhayā hutaṁ dattaṁ
tapas taptaṁ kṛtaṁ ca yat
asad ity ucyate pārtha
na ca tat pretya no iha
aśraddhayā hutaṁ dattaṁ
tapas taptaṁ kṛtaṁ ca yat
asad ity ucyate pārtha
na ca tat pretya no iha

Synoniemen

Palabra por palabra

aśraddhayā — zonder geloof; hutam — gebracht als offer; dattam — geschonken; tapaḥ — ascese; taptam — verricht; kṛtam — gedaan; ca — en; yat — dat wat; asat — vals; iti — zo; ucyate — wordt genoemd; pārtha — o zoon van Pṛthā; na — nooit; ca — en; tat — dat; pretya — na de dood; na u — evenmin; iha — in dit leven.

aśraddhayā — sin fe; hutam — ofrecido como sacrificio; dattam — dado; tapaḥ — penitencia; taptam — ejecutado; kṛtam — realizado; ca — también; yat — lo que; asat — falso; iti — así pues; ucyate — se dice que es; pārtha — ¡oh, hijo de Pṛthā!; na — nunca; ca — también; tat — eso; pretya — después de la muerte; na u — ni; iha — en esta vida.

Vertaling

Traducción

Alles wat zonder geloof in de Allerhoogste wordt gedaan als offer, als ascese of uit vrijgevigheid, o zoon van Pṛthā, is tijdelijk. Het wordt ‘asat’ genoemd en is waardeloos, zowel in dit leven als in het volgende.

Todo lo que se haga a modo de sacrificio, caridad o penitencia, sin fe en el Supremo, ¡oh, hijo de Pṛthā!, no es permanente. Ello se denomina ‘asat’, y es inútil tanto en esta vida como en la próxima.

Betekenisverklaring

Significado

Alles wat wordt gedaan zonder op het transcendentale doel gericht te zijn — ook al is dat het verrichten van offers, ascese of vrijgevigheid — is waardeloos. In dit vers worden zulke activiteiten daarom als verfoeilijk afgedaan. Alles zou in Kṛṣṇa-bewustzijn voor de Allerhoogste moeten worden gedaan. Zonder dit geloof en zonder de juiste begeleiding kan men geen enkel resultaat behalen. In alle Vedische teksten wordt aangeraden om op de Allerhoogste te vertrouwen en in Hem te geloven. Bij het volgen van de Vedische instructies is het uiteindelijke doel Kṛṣṇa te begrijpen. Zonder dit principe te volgen kan niemand succesvol zijn. Het is daarom het beste om vanaf het begin te handelen in Kṛṣṇa-bewustzijn onder begeleiding van een bonafide spiritueel leraar. Dat is de manier om alles succesvol te maken.

Cualquier cosa que se haga sin el objetivo trascendental —ya sea sacrificio, caridad o penitencia—, es inútil. Por consiguiente, en este verso se declara que esa clase de actividades son abominables. Todo se debe hacer por el Supremo en el plano de conciencia de Kṛṣṇa. Sin esa fe, y sin la guía debida, nunca puede haber ningún fruto. En todas las Escrituras védicas se aconseja el tener fe en el Supremo. En la prosecución de todas las instrucciones védicas, la meta última es la de llegar a comprender a Kṛṣṇa. Nadie puede lograr el éxito sin seguir ese principio. Por lo tanto, lo mejor es trabajar desde el principio en el plano de conciencia de Kṛṣṇa bajo la guía de un maestro espiritual genuino. Esa es la manera de hacer que todo sea un éxito.

In de geconditioneerde toestand zijn mensen aangetrokken tot het vereren van halfgoden, geesten of Yakṣa’s zoals Kuvera. De hoedanigheid goedheid is beter dan de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid, maar wie zich direct op het Kṛṣṇa-bewustzijn toelegt, staat boven deze drie hoedanigheden van de materiële natuur. Hoewel er een proces is van geleidelijke verheffing, is het het beste zich door omgang met zuivere toegewijden direct op het Kṛṣṇa-bewustzijn toe te leggen, zoals in dit hoofdstuk werd aangeraden. Om succesvol te zijn, moet men eerst de juiste spiritueel leraar vinden en onder zijn begeleiding getraind worden. Hierdoor krijgt men vertrouwen in de Allerhoogste. Wanneer dat vertrouwen na verloop van tijd rijpt, wordt het liefde voor God genoemd. Deze liefde is het uiteindelijke doel van de levende wezens. Men moet zich daarom direct toeleggen op het Kṛṣṇa-bewustzijn. Dat is de boodschap van dit zeventiende hoofdstuk.

En el estado condicionado, la gente está atraída a adorar a semidioses y fantasmas, o a yakṣas como Kuvera. La modalidad de la bondad es mejor que las modalidades de la pasión y la ignorancia, pero aquel que emprende directamente el proceso de conciencia de Kṛṣṇa, es trascendental a todas las tres modalidades de la naturaleza material. Aunque hay un proceso de elevación gradual, si, en virtud de la compañía de devotos puros, uno emprende directamente el proceso de conciencia de Kṛṣṇa, ese es el mejor camino. Y eso se recomienda en este capítulo. Para lograr el éxito en ese camino, primero uno debe encontrar al maestro espiritual idóneo y ser adiestrado bajo su dirección. Luego, se logra tener fe en el Supremo. Con el transcurso del tiempo, cuando esa fe madura, se denomina amor de Dios. Ese amor es la meta última de las entidades vivientes. De modo que, uno debe emprender directamente el proceso de conciencia de Kṛṣṇa. Ese es el mensaje de este decimoséptimo capítulo.

Zo eindigen de commentaren van Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda bij het zeventiende hoofdstuk van Śrīmad Bhagavad-gītā, getiteld ‘De vormen van geloof’.

Así terminan los significados de Bhaktivedanta correspondientes al decimoséptimo capítulo del Śrīmad Bhagavad-gītā, titulado «Las divisiones de la fe».