Skip to main content

VERŠ 27

TEXT 27

Verš

Tekst

yāvat sañjāyate kiñcit
sattvaṁ sthāvara-jaṅgamam
kṣetra-kṣetrajña-saṁyogāt
tad viddhi bharatarṣabha
yāvat sañjāyate kiñcit
sattvaṁ sthāvara-jaṅgamam
kṣetra-kṣetrajña-saṁyogāt
tad viddhi bharatarṣabha

Synonyma

Synoniemen

yāvat — čokoľvek; sañjāyate — deje sa; kiñcit — akokoľvek; sattvam — existencia; sthāvara — nehybne; jaṅgamam — pohyblivý; kṣetra — telo; kṣetra-jña — a znalec tela; saṁyogāt — spojené s; tat viddhi — musíš to vedieť; bharata-ṛṣabha — ó, vodca Bharatovcov.

yāvat — wat dan ook; sañjāyate — ontstaat; kiñcit — wat dan ook; sattvam — bestaan; sthāvara — niet bewegend; jaṅgamam — bewegend; kṣetra — van het lichaam; kṣetra-jña — en hij die het lichaam kent; saṁyogāt — door de vereniging van; tat viddhi — je moet het weten; bharata-ṛṣabha — o beste onder de Bhārata’s.

Překlad

Vertaling

Ó, vodca Bharatovcov, vedz, že všetko, čo vôkol seba vidíš, pohyblivé i nehybné, je iba spojením poľa pôsobnosti a znalca poľa.

O beste onder de Bhārata’s, alles wat om je heen bestaat, zowel het beweeglijke als het onbeweeglijke, is niet meer dan een combinatie van het veld van activiteiten en de kenner van het veld.

Význam

Betekenisverklaring

Tento verš hovorí ako o hmotnej prírode, tak aj o živých bytostiach, existujúcich ešte pred stvorením vesmíru. Všetko stvorené je kombináciou živej bytosti a hmotnej prírody. Mnohé výtvory, ako napr. stromy, hory a kopce, sú nehybné a mnohé iné sa pohybujú. No všetky sú kombináciami nižšej hmotnej energie a vyššej energie, živej bytosti. Bez dotyku vyššej energie — živej bytosti — by nič nemohlo rásť. Vzťah medzi hmotou a živou prírodou je večný a ich vzájomné pôsobenie sprostredkúva Najvyšší Pán. Pán je teda vládcom vyššej aj nižšej energie. Stvoril hmotnú prírodu, do ktorej umiestnil vyššiu energiu, a tak vznikli všetky druhy a všetky manifestácie.

Zowel de materiële natuur als het levend wezen, die allebei al vóór de schepping van de kosmos bestonden, wordt in dit vers uitgelegd. Alles wat geschapen is, is enkel een combinatie van het levend wezen en de materiële natuur. Er bestaan veel dingen die geschapen zijn, waaronder bomen, bergen en heuvels die niet bewegen, en er zijn veel schepselen die wel bewegen, maar allemaal zijn het niet meer dan combinaties van de materiële natuur en de hogere natuur, namelijk het levend wezen.

Zonder contact met de hogere natuur, het levend wezen, kan niets groeien. De relatie tussen de materiële natuur en de spirituele natuur gaat eeuwig door en deze verbinding wordt tot stand gebracht door de Allerhoogste Heer; Hij is daarom de bestuurder van zowel de hogere als de lagere natuur. De materiële natuur wordt door Hem geschapen en de hogere natuur wordt in deze materiële natuur geplaatst; op die manier vinden al deze activiteiten plaats en komen de schepselen tevoorschijn.