VERSO 30

TEXT 30

Texto

Tekst

api cet su-durācāro
bhajate mām ananya-bhāk
sādhur eva sa mantavyaḥ
samyag vyavasito hi saḥ

Sinônimos

Synoniemen

api — mesmo; cet — se; su-durācāraḥ — uma pessoa que cometa as ações mais abomináveis; bhajate — está ocupada em serviço devocional; mām — a Mim; ananya-bhāk — sem desvio; sādhuḥ — um santo; eva — decerto; saḥ — ele; mantavyaḥ — deve ser considerado; samyak — completamente; vyavasitaḥ — situado em determinação; hi — decerto; saḥ — ele.

api — zelfs; cet — als; su-durācāraḥ — iemand die de meest afschuwelijke dingen doet; bhajate — is bezig met devotionele dienst; mām — aan Mij; ananya-bhāk — zonder af te wijken; sādhuḥ — een heilige; eva — zeker; saḥ — hij; man-tavyaḥ — moet beschouwd worden als; samyak — volkomen; vyavasitaḥ — verankerd in vastberadenheid; hi — zeker; saḥ — hij.

Tradução

Vertaling

Mesmo que alguém cometa ações das mais abomináveis, se estiver ocupado no serviço devocional, deve ser considerado santo, porque está devidamente situado em sua determinação.

Wie devotionele dienst verricht, moet, ook al begaat hij de verfoeilijkste daad, als heilig worden beschouwd, omdat hij vastberaden het juiste doel nastreeft.

Comentário

Betekenisverklaring

A palavra su-durācāraḥ, usada neste verso, é muito significativa, e devemos compreendê-la apropriadamente. Quando é condicionada, a entidade viva tem duas espécies de atividades: uma é condicional e a outra, constitucional. Quanto à proteção do corpo ou ao acatamento às leis da sociedade e do Estado, com certeza há diferentes atividades relativas à vida condicional, mesmo para os devotos, e essas atividades chamam-se condicionais. Além destas, a entidade viva que está plenamente consciente de sua natureza espiritual e ocupa-se em consciência de Kṛṣṇa, ou no serviço devocional ao Senhor, realiza atividades que se denominam transcendentais. Essas atividades são executadas em sua posição constitucional, e chamam-se tecnicamente serviço devocional. Acontece que, no estado condicionado, às vezes o serviço devocional e o serviço condicionado ao corpo andam lado a lado. Mas nesse caso também, às vezes estas atividades opõem-se umas às outras. Na medida do possível, o devoto tem muita cautela em não fazer nada que possa abalar sua condição saudável. Ele sabe que a perfeição de suas atividades depende da sua progressiva realização na consciência de Kṛṣṇa. Entretanto, às vezes pode-se ver que um devoto consciente de Kṛṣṇa comete algum ato que social ou politicamente é tido como abominável. Mas essa queda passageira não o desqualifica. No Śrīmad-Bhāgavatam, afirma-se que se alguém cai mas está sinceramente ocupado no serviço transcendental ao Senhor Supremo, o Senhor, estando situado em seu coração, purifica-o e perdoa tal abominação. A contaminação material é tão forte que mesmo um yogī plenamente ocupado no serviço do Senhor às vezes cai na armadilha. Porém, a consciência de Kṛṣṇa é tão forte que essa queda ocasional é corrigida de imediato. Por isso, o processo do serviço devocional é sempre um sucesso. Ninguém deve zombar de um devoto que acidentalmente afastou-se do caminho ideal, pois, como se explica no próximo verso, essas quedas ocasionais cessarão no devido tempo, logo que ele se situar em completa consciência de Kṛṣṇa.

Het woord ‘su-durācāraḥ’ dat in dit vers gebruikt wordt, is zeer belangrijk en moet op de juiste manier worden begrepen. Wanneer een levend wezen geconditioneerd is, heeft het twee soorten activiteiten: de ene is conditioneel en de andere constitutioneel. Wat betreft het beschermen van het lichaam of het naleven van de regels van de samenleving en de staat moeten er, zelfs door toegewijden, beslist verschillende activiteiten worden verricht in verband met het conditionele leven en zulke activiteiten worden conditioneel genoemd. Daarnaast heeft het levend wezen dat zich volledig bewust is van zijn spirituele natuur en dat bezig is met Kṛṣṇa-bewustzijn of devotionele dienst aan de Heer activiteiten dietranscendentaal worden genoemd. Zulke activiteiten worden verricht in zijn constitutionele positie en worden technisch gezien devotionele dienst genoemd.

Nu is het zo dat devotionele dienst en conditionele dienst met betrekking tot het lichaam in de geconditioneerde toestand soms parallel aan elkaar lopen. Maar op andere tijden komen deze activiteiten recht tegenover elkaar te staan. Een toegewijde is er, zo goed en zo kwaad als het gaat, steeds op bedacht niets te doen wat zijn gezonde toestand zou kunnen verstoren. Hij weet dat de perfectie van zijn activiteiten afhangt van zijn toenemend begrip van Kṛṣṇa-bewustzijn.

Maar soms komt het voor dat een Kṛṣṇa-bewust persoon iets doet wat sociaal of politiek gezien werkelijk afschuwelijk is. Zo’n tijdelijke terugval diskwalificeert hem echter niet. In het Śrīmad-Bhāgavatam wordt gesteld dat als een persoon terugvalt, maar met heel zijn hart actief is inde transcendentale devotionele dienst aan de Allerhoogste Heer, de Heer,die in zijn hart aanwezig is, hem zuivert en hem zijn afschuwelijke daad vergeeft.

Materiële onzuiverheid is zo sterk dat zelfs een yogī die volledig opgaat in dienst aan de Heer soms verstrikt raakt. Maar het Kṛṣṇa-bewustzijn is zo sterk dat zo’n incidentele terugval onmiddellijk wordt rechtgezet. Het proces van devotionele dienst is daarom altijd een succes. Niemand moet een toegewijde bespotten voor een onvoorziene terugval van het ideale pad, want zoals in het volgende vers beschreven wordt, zullen zulke incidentele terugvallen na verloop van tijd stoppen, zodra een toegewijde zich volledig in Kṛṣṇa-bewustzijn bevindt. Wie verankerd is in Kṛṣṇa-bewustzijn en zich vastberaden heeft toegelegd op het proces van het chanten van Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare/ Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare moet daarom worden beschouwd als iemand die zich in een transcendentale positie bevindt, zelfs al blijkt dat hij toevallig of per ongeluk is gevallen.

Portanto, quem está em consciência de Kṛṣṇa e ocupa-se com determinação no processo de cantar Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare/ Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare deve ser considerado como estando na posição transcendental, mesmo que ele pareça ter caído por acaso ou acidentalmente. As palavras sādhur eva, “ele é santo”, são muito enfáticas. Elas são uma advertência aos não-devotos, para que não zombem de um devoto por ter tido uma queda acidental; ele ainda deve ser considerado santo, mesmo que tenha acidentalmente caído. E a palavra mantavyaḥ dá ainda maior ênfase. Se a pessoa não seguir esta regra e zombar da queda acidental do devoto, então, estará desobedecendo à ordem do Senhor Supremo. A única qualificação do devoto é estar firme e exclusivamente ocupado em serviço devocional.

De woorden ‘sādhur eva’, ‘Hij is een heilige’, worden met veel nadruk gebruikt. Ze zijn een waarschuwing voor niet-toegewijden dat een toegewijde niet bespot moet worden voor een onvoorziene terugval; hij moet nog steeds als een heilige worden gezien, ook al is hij per ongeluk teruggevallen. En het woord ‘mantavyaḥ’ is nog nadrukkelijker. Als iemand deze regel niet volgt en een toegewijde voor zijn onvoorziene terugval bespot, dan negeert hij het bevel van de Allerhoogste Heer. De enige kwalificatie van een toegewijde is dat hij uitsluitend en vastberaden bezig is met devotionele dienst.

No Nṛsiṁha Purāṇa, há a seguinte afirmação:

In de Nṛsiṁha Purāṇa wordt het volgende vers gegeven:

bhagavati ca harāv ananya-cetā
bhṛśa-malino ’pi virājate manuṣyaḥ
na hi śaśa-kaluṣa-cchabiḥ kadācit
timira-parābhavatām upaiti candraḥ

O significado é que mesmo que alguém ocupado por completo no serviço devocional do Senhor às vezes cometa atos abomináveis, tal atitude deve ser considerada como as manchas da Lua, que se assemelham à forma de um coelho. Essas manchas não impedem a difusão do luar. Da mesma forma, o fato de um devoto acidentalmente sair do caminho do caráter santo não o torna abominável.

De betekenis is, dat zelfs wanneer blijkt dat iemand die volledig opgaat in devotionele dienst zich bezighoudt met weerzinwekkende activiteiten, deze activiteiten gezien moeten worden als de vlekken op de maan die op een konijn lijken. Zulke vlekken zijn geen belemmering voor het verspreiden van het maanlicht. Op dezelfde manier maakt een onvoorziene terugval van het pad van heilig gedrag een toegewijde niet weerzinwekkend.

Por outro lado, não se deve interpretar que um devoto no serviço devocional transcendental pode agir de todas as maneiras abomináveis; este verso refere-se apenas a um acidente devido ao forte poder das ligações materiais. O serviço devocional é mais ou menos uma declaração de guerra contra a energia ilusória. Enquanto não se for bastante forte para combater a energia ilusória, poderá haver quedas acidentais. Mas quando o devoto é forte o suficiente, ele deixa de sujeitar-se a essas quedas, como já se explicou. Ninguém deve se aproveitar deste verso para cometer tolices e achar que continua sendo devoto. Se, com o serviço devocional, ele não melhorar seu caráter, então, deve-se entender que ele não é um devoto elevado.

Aan de andere kant moet iemand hieruit niet de onjuiste conclusie trekken dat een toegewijde die bezig is met transcendentale devotionele dienst, op alle mogelijke weerzinwekkende manieren kan handelen; dit vers heeft alleen betrekking op een ongeluk als gevolg van de sterke invloed van materiële banden. Devotionele dienst is min of meer een oorlogsverklaring aan de illusionerende energie. Zolang iemand niet sterk genoeg is om met de illusionerende energie te vechten, kunnen er onvoorziene terugvallen voorkomen. Maar wanneer iemand sterk genoeg is,is hij, zoals eerder uitgelegd, niet langer meer onderhevig aan zulke terugvallen. Niemand moet misbruik maken van dit vers en allerlei onzin begaan en denken dat hij nog steeds een toegewijde is. Wanneer hij doordevotionele dienst zijn karakter niet verbetert, is hij geen bijzonder verheven toegewijde.