Skip to main content

Inleiding

서문

oṁ ajñāna-timirāndhasya
jñānāñjana-śalākayā
cakṣur unmīlitaṁ yena
tasmai śrī-gurave namaḥ
옴 아갸나-띠미란다샤 oṁ ajñāna-timirāndhasya
갸난자나-샬라까야 jñānāñjana-śalākayā
짝슈르 운밀리땀 예나 cakṣur unmīlitaṁ yena
따스마이 스리-구라베 나마하 tasmai śrī-gurave namaḥ
śrī-caitanya-mano-’bhīṣṭaṁ
sthāpitaṁ yena bhū-tale
svayaṁ rūpaḥ kadā mahyaṁ
dadāti sva-padāntikam
스리-짜이따냐-마노-비쉬땀 śrī-caitanya-mano-’bhīṣṭaṁ
스따삐땀 예나 부-딸레 sthāpitaṁ yena bhū-tale
스바얌 루빠 까다 마햠 svayaṁ rūpaḥ kadā mahyaṁ
다다띠 스바-빠단띠깜 dadāti sva-padāntikam

Ik werd geboren in het diepste duister der onwetendheid en mijn spiritueel leraar heeft mij verlicht met de fakkel der kennis. Ik breng hem mijn respectvolle eerbetuigingen.

저는 암흑 같은 무지로 태어났으나 제 영적 스승께서 지식의 횃불로 제 눈을 밝혀 주셨습니다. 그런 영적 스승님께 경배합니다.

Wanneer zal Śrīla Rūpa Gosvāmī Prabhupāda, die in de materiële wereld de missie heeft uitgedragen om het verlangen van Heer Caitanya te vervullen, mij beschutting geven onder zijn lotusvoeten?

이 물질계 안에 주 짜이따냐의 소망을 성취하기 위한 임무를 확립하신 스릴라 루빠 고스와미 쁘라부빠다(Śrīla Rūpa Gosvāmī Prabhupāda)께서는 언제 당신의 연꽃 같은 발아래 제가 은신하도록 허락하실까요?

vande ’haṁ śrī-guroḥ śrī-yuta-pada-
kamalaṁ śrī-gurūn vaiṣṇavāṁś ca
śrī-rūpaṁ sāgrajātaṁ saha-gaṇa-
raghunāthānvitaṁ taṁ sa-jīvam
sādvaitaṁ sāvadhūtaṁ parijana-
sahitaṁ kṛṣṇa-caitanya-devaṁ
śrī-rādhā-kṛṣṇa-pādān saha-gaṇa-
lalitā-śrī-viśākhānvitāṁś ca
반데’ 함 스리-구로 스리-유따-빠다- vande ’haṁ śrī-guroḥ śrī-yuta-pada-
까말람 스리-구룬 바이쉬나밤스 짜 kamalaṁ śrī-gurūn vaiṣṇavāṁś ca
스리-루빰 사그라자땀 사하-가나- śrī-rūpaṁ sāgrajātaṁ saha-gaṇa-
라구나탄비땀 땀 사-지밤 raghunāthānvitaṁ taṁ sa-jīvam
사드바이땀 사바두땀 빠리자나- sādvaitaṁ sāvadhūtaṁ parijana-
사히땀 끄리쉬나-짜이따냐-데밤 sahitaṁ kṛṣṇa-caitanya-devaṁ
스리-라다-끄리쉬나-빠단 사하-가나- śrī-rādhā-kṛṣṇa-pādān saha-gaṇa-
랄리따-스리-비샤칸비땀스 짜 lalitā-śrī-viśākhānvitāṁś ca

Ik breng mijn respectvolle eerbetuigingen aan de lotusvoeten van mijn spiritueel leraar en aan de voeten van alle vaiṣṇava’s. Ik breng mijn respectvolle eerbetuigingen aan de lotusvoeten van Śrīla Rūpa Gosvāmī en aan die van zijn oudere broer Sanātana Gosvāmī en ook aan Ragunātha Dāsa, Ragunātha Bhaṭṭa, Gopāla Bhaṭṭa en Śrīla Jīva Gosvāmī. Ik breng mijn respectvolle eerbetuigingen aan Heer Kṛṣṇa Caitanya en Heer Nityānanda en Advaita Ācārya, Gadādhara, Śrīvāsa en andere metgezellen. Ik breng mijn respectvolle eerbetuigingen aan Śrīmatī Rādhārāṇī en Śrī Kṛṣṇa en aan Hun metgezellinnen Śrī Lalitā en Śrī Viśākhā.

제 영적 스승님의 연꽃 같은 발과 모든 바이쉬나바(Vaiṣṇavas)의 발에 경배합니다. 스릴라 루빠 고스와미와 함께 그의 형 사나따나 고스와미(Sanātana Gosvāmī), 그리고 라구나타 다사(Raghunātha Dāsa), 라구나타 밧따(Raghunātha Bhaṭṭa), 고빨라 밧따(Gopāla Bhaṭṭa)와 스릴라 지바 고스와미(Śrīla Jīva Gosvāmī)께도 경배합니다. 주 끄리쉬나 짜이따냐(Lord Kṛṣṇa Caitanya)께 경배하며 주 니땨난다(Lord Nityānanda)와 아드바이따 아짜리아(Advaita Ācārya), 가다다라(Gadādhara), 스리바사(Śrīvāsa)와 다른 동반자들께도 경배합니다. 그들의 동반자 스리 랄리따(Śrī Lalitā), 비샤카(Viśākhā)와 함께 스리마띠 라다라니(Śrīmatī Rādhārāṇī)와 스리 끄리쉬나(Śrī Kṛṣṇa)께 경배합니다.

he kṛṣṇa karuṇā-sindho
dīna-bandho jagat-pate
gopeśa gopikā-kānta
rādhā-kānta namo ’stu te
헤 끄리쉬나 까루나-신도 he kṛṣṇa karuṇā-sindho
디나-반도 자갓-빠떼 dīna-bandho jagat-pate
고뻬샤 고삐까-깐따 gopeśa gopikā-kānta
라다-깐따 나모 스뚜 떼 rādhā-kānta namo ’stu te

O mijn dierbare Kṛṣṇa, Je bent de vriend van de verdrietigen en de oorsprong van de schepping. Je bent de heer van de gopī’s en de minnaar van Rādhārāṇī. Ik breng Je mijn respectvolle eerbetuigingen.

오 나의 소중한 끄리쉬나시여! 당신은 괴로운 자들의 친구이며 창조의 근원입니다. 당신은 고삐들의 주인이시며 라다라니의 연인이십니다. 그런 당신께 경배합니다.

tapta-kāñcana-gaurāṅgi
rādhe vṛndāvaneśvari
vṛṣabhānu-sute devi
praṇamāmi hari-priye
땁따-깐짜나-고랑기 tapta-kāñcana-gaurāṅgi
라데 브린다바네스바리 rādhe vṛndāvaneśvari
브리샤바누-수떼 데비 vṛṣabhānu-sute devi
쁘라나마미 하리 -쁘리예 praṇamāmi hari-priye

Ik breng mijn eerbetuigingen aan Rādhārāṇī, de Koningin van Vṛndāvana, die een huidskleur heeft als gesmolten goud. Je bent de dochter van Vṛṣabhānu en Je bent Kṛṣṇa zeer dierbaar.

황금색 같은 피부를 한, 브린다반의 여왕 라다라니께 경배합니다. 당신은 브리샤바누 왕의 딸이며 주 끄리쉬나께 아주 소중한 존재이십니다.

vāñchā-kalpa-tarubhyaś ca
kṛpā-sindhubhya eva ca
patitānāṁ pāvanebhyo
vaiṣṇavebhyo namo namaḥ
반짜-깔빠-따루뱌스 짜 vāñchā-kalpa-tarubhyaś ca
끄리빠-신두뱌 에바 짜 kṛpā-sindhubhya eva ca
빠띠따남 빠바네뵤 patitānāṁ pāvanebhyo
바이쉬나베뵤 나모 나마하 vaiṣṇavebhyo namo namaḥ

Ik breng mijn eerbiedige eerbetuigingen aan alle vaiṣṇava’s, de toegewijden van de Heer. Zij zijn net als wensbomen, die alle verlangens kunnen vervullen en ze zijn vol mededogen voor de gevallen zielen.

주의 모든 바이쉬나바 헌애자들께 경배합니다. 그들은 소망의 나무처럼 모든 이의 소망을 들어줄 수 있고 타락한 영혼들을 향한 동정심으로 가득합니다.

śrī-kṛṣṇa-caitanya prabhu-nityānanda
śrī-advaita gadādhara śrīvāsādi-gaura-bhakta-vṛnda
스리-끄리쉬나-짜이따냐 쁘라부-니땨난다
śrī-kṛṣṇa-caitanya prabhu-nityānanda
스리-아드바이따 가다다라 스리바사디-고라-박따-브린다
śrī-advaita gadādhara śrīvāsādi-gaura-bhakta-vṛnda

Ik breng mijn eerbetuigingen aan Śrī Kṛṣṇa Caitanya en Prabhu Nityānanda, Śrī Advaita, Gadādhara, Śrīvāsa en alle anderen in de devotionele lijn.

스리 끄리쉬나 짜이따냐, 쁘라부 니땨난다, 스리 아드바이따, 가다다라, 스리바사와 헌애의 계통에 있는 모든 분께 경배합니다.

hare kṛṣṇa hare kṛṣṇa kṛṣṇa kṛṣṇa hare hare
hare rāma hare rāma rāma rāma hare hare
하레 끄리쉬나 하레 끄리쉬나 끄리쉬나 끄리쉬나 하레 하레
hare kṛṣṇa hare kṛṣṇa kṛṣṇa kṛṣṇa hare hare
하레 라마 하레 라마 라마 라마 하레 하레
hare rāma hare rāma rāma rāma hare hare

De Bhagavad-gītā staat ook bekend als de Gītopaniṣad. Ze is de essentie van de Vedische kennis en een van de belangrijkste upaniṣads binnen de Vedische literatuur. Er bestaan in de westerse talen natuurlijk vele commentaren op de Bhagavad-gītā en men kan zich afvragen of het werkelijk noodzakelijk is om daar nog een aan toe te voegen. De editie die u nu voor u heeft kan als volgt worden verklaard. Onlangs vroeg een Amerikaanse dame me of ik haar een Engelse vertaling van de Bhagavad-gītā kon aanbevelen. Er bestaan in Amerika, en niet alleen in Amerika maar ook in India, natuurlijk vele Engelse edities van de Bhagavad-gītā, maar voor zover ik gezien heb, kan van al die edities niet gezegd worden dat ze volledig gezaghebbend zijn, omdat in nagenoeg al deze edities de commentator zijn eigen mening geeft zonder daadwerkelijk door te dringen tot de essentie van de Bhagavad-gītā zoals ze is.

바가바드 기따는 기또빠니샤드(Gītopaniṣad)로 알려져 있다. 바가바드 기따는 베다 지식의 정수이며 베다 문헌에서 가장 중요한 우빠니샤드의 하나이다. 물론 바가바드 기따를 논평한 많은 영어판이 있고 또 다른 번역본이 필요한지 의문을 제기하는 사람도 있을 수 있다. 이 출판본은 다음과 같이 설명될 수 있다. 최근 한 미국 여성이 나에게 바가바드 기따 영어 번역본을 추천해 달라고 부탁했다. 물론 미국에는 영어로 읽을 수 있는 바가바드 기따 책이 많이 있지만 미국뿐만 아니라 인도에서도 내가 본 책들 어느 하나도 엄격히 권위 있다고 할 수 없다. 거의 모든 책이 바가바드 기따의 정신을 있는 그대로 전하지 않고 주석자 고유의 견해를 피력했기 때문이다.

De essentie van de Bhagavad-gītā wordt in de Bhagavad-gītā zelf gegeven. Men kan het vergelijken met het volgende: als we een bepaald medicijn willen innemen, dan moeten we de aanwijzingen op de verpakking volgen. We kunnen het medicijn niet zomaar naar eigen willekeur innemen of volgens de aanwijzing van een vriend. Het moet worden ingenomen volgens de aanwijzingen op de bijsluiter of volgens de aanwijzingen van een dokter. Op dezelfde manier moet de Bhagavad-gītā ‘ingenomen’ of aanvaard worden volgens de aanwijzingen van de spreker Zelf.

De spreker van de Bhagavad-gītā is Heer Śrī Kṛṣṇa. Op elke pagina van de Bhagavad-gītā wordt Hij beschreven als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Bhagavān. Nu is het natuurlijk zo dat het woord ‘bhagavān’ soms naar welk machtig persoon of welke machtige halfgod dan ook verwijst, en het is zeker zo dat Heer Kṛṣṇa hier met het woord ‘bhagavān’ als een zeer belangrijke persoonlijkheid aangeduid wordt. Maar tegelijkertijd moeten we weten dat Heer Śrī Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is, zoals bevestigd wordt door alle grote ācārya’s (spiritueel leraren), zoals Śaṅkarācārya, Rāmānujācārya, Madhvācārya, Nimbārka Svāmī, Śrī Caitanya Mahāprabhu en vele andere Indiase gezaghebbende personen op het gebied van de Vedische kennis. De Heer bevestigt in de Bhagavad-gītā Zelf dat Hij de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is en Hij wordt ook als zodanig aanvaard in de Brahma-saṁhitā en alle purāṇa’s, in het bijzonder in het Śrīmad-Bhāgavatam, dat bekendstaat als de Bhāgavata Purāṇa (kṛṣṇas tu bhagavān svayam). We moeten de Bhagavad-gītā daarom aannemen volgens de aanwijzingen van de Persoonlijkheid Gods Zelf.

In het vierde hoofdstuk van de Gītā (4.1-3) zegt de Heer:

바가바드 기따의 정신은 바가바드 기따 자체가 설명한다. 우리가 어떤 약을 먹으려면 그 약 봉투에 붙은 지시 사항을 따라야 하는 것과 마찬가지다. 우리 마음대로 약을 먹거나 친구의 지시 사항을 따라서는 안 된다. 반드시 표지에 붙은 지시를 따르거나 약사의 지시를 따라야 한다. 마찬가지로 바가바드 기따는 바가바드 기따를 말한 사람의 지시 그대로 받아들여져야 한다. 바가바드 기따의 화자는 주 스리 끄리쉬나이다. 그는 바가바드 기따의 모든 장에서 최고인격신, "바가반(Bhagavān)"으로 불린다. 물론 바가반이라는 단어는 가끔 강력한 사람 혹은 강력한 하위신(demigod)을 의미하기도 하고 여기서 주 스리 끄리쉬나는 분명 강력한 인격(사람) 바가반으로 지칭되기도 하지만, 동시에 샹까라짜리아(Śaṅkarācārya), 라마누자짜리아(Rāmānujācārya), 마드바짜리아(Madhvācārya), 님바르까 스와미(Nimbārka Svāmī), 스리 짜이따냐 마하쁘라부와 같은 모든 위대한 아짜리아(ācāryas: 영적 스승)들과 인도 베다 지식의 다른 많은 권위자가 확증한 것처럼 주 스리 끄리쉬나가 최고인격신(Supreme Personality of Godhead)이라는 사실도 알아야 한다. 주 스스로 당신이 최고인격신임을 바가바드 기따 안에서 확립하셨고 브라흐마 삼히따(Brahma-saṁhitā)와 특히 바가바따 뿌라나(Bhāgavata Purāṇa)로 알려진 스리마드 바가바땀은 물론이고 모든 뿌라나에서 끄리쉬나를 최고인격신으로 인정한다 (끄리쉬나 뚜 바가반 스바얌: kṛṣṇas tu bhagavān svayam). 그러므로 최고인격신께서 직접 지도하시는 대로 바가바드 기따를 이해해야 한다. 기따 제4장에서 끄리쉬나께서 말씀하신다 (바가바드 기따 4.1~3).

imaṁ vivasvate yogaṁ
proktavān aham avyayam
vivasvān manave prāha
manur ikṣvākave ’bravīt
이맘 비바스바떼 요감 imaṁ vivasvate yogaṁ
쁘록따반 아함 아뱌얌 proktavān aham avyayam
비바스반 마나베 쁘라하 vivasvān manave prāha
마누르 익쉬바까베 브라빗 manur ikṣvākave ’bravīt
evaṁ paramparā-prāptam
imaṁ rājarṣayo viduḥ
sa kāleneha mahatā
yogo naṣṭaḥ paran-tapa
에밤 빠람빠라-쁘랍땀 evaṁ paramparā-prāptam
이맘 라자르샤요 비두후 imaṁ rājarṣayo viduḥ
사 깔레네하 마하따 sa kāleneha mahatā
요고 나쉬따 빠란-따빠 yogo naṣṭaḥ paran-tapa
sa evāyaṁ mayā te ’dya
yogaḥ proktaḥ purātanaḥ
bhakto ’si me sakhā ceti
rahasyaṁ hy etad uttamam
사 에바얌 마야 떼 댜 sa evāyaṁ mayā te ’dya
요가 쁘록따 뿌라따나하 yogaḥ proktaḥ purātanaḥ
박또 시 메 사카 쩨띠 bhakto ’si me sakhā ceti
라하샴 혜딷 웃따맘 rahasyaṁ hy etad uttamam

In deze verzen vertelt de Heer aan Arjuna dat deze yogamethode, namelijk de Bhagavad-gītā, eerst tot de zonnegod werd gesproken, die haar daarna aan Manu uitlegde en die haar op zijn beurt aan Ikṣvāku uiteenzette en dat deze yogamethode op die manier, via de opeenvolging van discipelen, van de ene spreker op de andere, werd overgedragen. Maar na verloop van tijd raakte ze verloren. Daarom moest de Heer deze kennis opnieuw geven, en deze keer was dat aan Arjuna, op het Slagveld van Kurukṣetra.

여기서 주는 아르주나에게 이 요가 체계, 바가바드 기따를 처음 태양신에게 말씀하셨고 태양신은 그것을 마누(Manu)에게, 마누는 익쉬바꾸(Ikṣvāku)에게 설명했고 이런 식으로 사제전수를 통해 한 화자에서 다른 화자로 이 요가 체계가 전해 내려왔다. 그러나 시간이 지남에 따라 이것이 사라졌다. 따라서 주께서 이를 다시 말씀하셔야 했고 이번에는 꾸룩쉐뜨라 전장에서 아르주나에게 말씀하신 것이다.

Hij vertelt Arjuna dat Hij dit allergrootste geheim aan hem vertelt, omdat hij Zijn toegewijde is en Zijn vriend. Dit betekent dat de Bhagavad-gītā een verhandeling is die speciaal bedoeld is voor de toegewijde van de Heer. Er zijn drie categorieën van transcendentalisten: de jñānī, de yogī en de bhakta, of de impersonalist, de beoefenaar van meditatie en de toegewijde. De Heer vertelt Arjuna hier duidelijk dat Hij hem de eerste ontvanger van een nieuwe paramparā (opeenvolging van discipelen) maakt, omdat de oude verbroken was. Het was daarom het verlangen van de Heer om de grondslag te leggen voor een nieuwe paramparā, die zou overeenstemmen met de kennis die via de zonnegod aan anderen overgeleverd was; het was Zijn verlangen dat Zijn onderricht opnieuw verspreid zou worden door Arjuna. Hij wilde dat Arjuna de autoriteit zou worden voor het juiste begrip van de Bhagavad-gītā. We zien dus dat de Bhagavad-gītā juist aan Arjuna onderwezen werd, omdat hij een toegewijde van de Heer was, een directe student van Kṛṣṇa en Zijn intieme vriend. De Bhagavad-gītā kan daarom het best begrepen worden door iemand die dezelfde eigenschappen heeft als Arjuna; dat wil zeggen: hij moet een toegewijde zijn die een rechtstreekse relatie heeft met de Heer. Zodra iemand een toegewijde van de Heer wordt, heeft hij ook een rechtstreekse relatie met de Heer. Dat is een zeer uitgebreid onderwerp, maar er kan in het kort over gezegd worden dat de toegewijde op vijf verschillende manieren een relatie met de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods kan hebben:

주께서 이 최고 비밀을 아르주나에게 알려주시는 이유는 그가 당신의 헌애자이자 친구이기 때문이라고 말씀하신다. 이는 바가바드 기따가 특별히 주의 헌애자를 위한 글이라는 것을 의미한다. 이 세상에는 세 종류의 초월주의자가 있는데 이름하여 갸니(jñānī: 비인성주의자), 요기(yogi: 명상가), 그리고 박따(bhakta: 헌애자)이다. 여기서 주께서는 아르주나에게 오래된 계승이 끊어졌기 때문에 당신이 그를 새로운 빠람빠라(사제 전수)의 첫 전수자로 만드는 것이라고 분명히 말씀하신다. 그러므로 태양신에게서 다른 이들로 전해 내려온 한결같은 사상을 또 다른 빠람빠라로 확립하시는 것은 주의 뜻이며 당신의 가르침이 아르주나에 의해 새로이 전해지는 것 또한 주의 뜻이었다. 주는 아르주나가 바가바드 기따 이해의 권위자가 되기를 원하셨다. 따라서 바가바드 기따가 아르주나에게 특별히 전해진 이유는 아르주나가 주의 헌애자이자 끄리쉬나를 바르게 이해하고자 하는 학생이며 주와 매우 가까운 친구이기 때문이라는 것을 알 수 있다. 그러므로 바가바드 기따는 아르주나와 유사한 자질을 지닌 사람들이 가장 잘 이해할 수 있다. 즉, 주와 직접적인 관계에 있는 헌애자여야 한다는 말이다. 누구라도 주의 헌애자가 되는 즉시 주와 직접적인 관계를 맺게 된다. 그것은 매우 정교한 주제이지만 간략히 말하자면 헌애자는 다섯 가지 형태 중 하나로 최고인격신과 관계를 맺는다.

1. Men kan een toegewijde zijn in passieve staat.

1. 주와 수동적인 관계에 있는 헌애자가 될 수 있다.

2. Men kan een toegewijde zijn in actieve staat.

2. 주와 능동적인 관계에 있는 헌애자가 될 수 있다.

3. Men kan een toegewijde zijn als vriend.

3. 주의 친구로서 헌애자가 될 수 있다.

4. Men kan een toegewijde zijn als ouder.

4. 주의 부모로서 헌애자가 될 수 있다.

5. Men kan een toegewijde zijn als minnaar.

5. 주의 연인/부부로서 헌애자가 될 수 있다.

Arjuna had een relatie met de Heer als vriend. Er bestaat natuurlijk een groot verschil tussen deze vriendschap en de vriendschap die we in de materiële wereld aantreffen, want deze vriendschap is transcendentaal en niet iedereen kan zo’n vriendschap hebben. Natuurlijk heeft iedereen een bepaalde relatie met de Heer en die relatie wordt opgewekt door volmaaktheid in devotionele dienst. Maar in de huidige toestand van ons leven zijn we niet alleen de Heer vergeten, maar ook onze eeuwige relatie met Hem. Elk levend wezen uit de vele, vele miljoenen en biljoenen levende wezens die er zijn, heeft eeuwig een bepaalde relatie met de Heer. Dat wordt svarūpa genoemd. Door het proces van devotionele dienst kan men die svarūpa doen herleven en dat stadium wordt svarūpa-siddhi genoemd: de vervolmaking van zijn wezenlijke positie. Arjuna was dus een toegewijde en hij was verbonden met de Heer door vriendschap.

아르주나는 주와 친구 관계였다. 물론 이 우정과 물질계에서 볼 수 있는 우정에는 커다란 차이가 있다. 이것은 초월적 우정으로, 모든 사람이 가질 수 있는 것이 아니다. 물론 모든 사람이 주와 특정한 관계를 맺고 있고 그 관계는 봉헌의 완성을 통해 되살아난다. 그러나 현재 우리 삶 속에서 우리는 주를 잊었을 뿐만 아니라 주와의 영원한 관계 또한 잊게 되었다. 헤아릴 수 없이 많은 생명체 모두 각각 주와 영원히 특정한 관계를 맺는다. 그것을 스바루빠(svarūpa)라고 한다. 봉헌의 과정으로 누구나 그 스바루빠를 되살릴 수 있고 그 단계를 스바루빠-싣디(svarūpa-siddhi), 즉 생명체의 근원적 위치의 달성이라고 한다. 따라서 아르주나는 헌애자였고 주와 우정으로 연결되어 있었다.

Het is belangrijk om te zien hoe Arjuna deze Bhagavad-gītā aanvaardde. De manier waarop hij dat deed wordt beschreven in het tiende hoofdstuk (10.12-14):

아르주나가 이 바가바드 기따를 어떻게 받아들였는지를 주목해야 한다. 이러한 그의 태도는 제10장에 나타난다 (바가바드 기따 10.12~14).

arjuna uvāca
paraṁ brahma paraṁ dhāma
pavitraṁ paramaṁ bhavān
puruṣaṁ śāśvataṁ divyam
ādi-devam ajaṁ vibhum
아르주나 우바짜 arjuna uvāca
빠람 브라흐마 빠람 다마 paraṁ brahma paraṁ dhāma
빠비뜨람 빠라맘 바반 pavitraṁ paramaṁ bhavān
뿌루샴 샤스바땀 디뱜 puruṣaṁ śāśvataṁ divyam
āhus tvām ṛṣayaḥ sarve
devarṣir nāradas tathā
asito devalo vyāsaḥ
svayaṁ caiva bravīṣi me
아디-데밤 아잠 비붐 ādi-devam ajaṁ vibhum
아후스 뜨밤 리샤야 사르베 āhus tvām ṛṣayaḥ sarve
데바르시르 나라다스 따타 devarṣir nāradas tathā
아시또 데발로 비아사하 asito devalo vyāsaḥ
스바얌 짜이바 브라비쉬 메 svayaṁ caiva bravīṣi me
sarvam etad ṛtaṁ manye
yan māṁ vadasi keśava
na hi te bhagavan vyaktiṁ
vidur devā na dānavāḥ
사르밤 에딷 리땀 만예 sarvam etad ṛtaṁ manye
얀 맘 바다시 께샤바 yan māṁ vadasi keśava
나 히 떼 바가반 뱍띰 na hi te bhagavan vyaktiṁ
비두르 데바 나 다나바하 vidur devā na dānavāḥ

‘Arjuna zei: Jij bent de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, de allerhoogste verblijfplaats, de zuiverste, de Absolute Waarheid. Jij bent de eeuwige, transcendentale en oorspronkelijke persoon, de ongeborene, de grootste. Alle grote wijzen zoals Nārada, Asita, Devala en Vyāsa bevestigen deze waarheid over Jou en nu verklaar Je het me Zelf. O Kṛṣṇa, alles wat Je me gezegd hebt aanvaard ik volledig als de waarheid. Zowel de halfgoden als de demonen, o Heer, kunnen Je vorm en Je transcendentale eigenschappen niet begrijpen.’

“아르주나가 말했습니다: 당신은 최고인격신이며, 궁극적 보금자리이고 가장 순수하며 절대 진리입니다. 당신은 영원하고 초월적이며 최초의 사람이며 태어나지 않은 분이며 가장 위대하십니다. 나라다, 아시따, 데발라 그리고 비아사 같이 위대한 모든 성인이 당신에 관한 이 진리를 확증하고, 이제 당신께서 친히 저에게 이것을 공언하고 계십니다. 오 끄리쉬나, 저는 당신께서 말씀하신 모든 것을 진리로 완전하게 받아들입니다. 오 주여, 데바들도 악마들도 당신의 인격을 이해할 수 없습니다.”

Nadat Arjuna de Bhagavad-gītā van Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, gehoord had, aanvaardde hij Kṛṣṇa als paraṁ brahma, het Allerhoogste Brahman. Ieder levend wezen is Brahman, maar het allerhoogste levend wezen of de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, is het Allerhoogste Brahman. Paraṁ dhāma betekent dat Hij de allerhoogste basis of verblijfplaats is van alles; pavitram betekent dat Hij zuiver is, onaangeroerd door materiële onzuiverheid; puruṣam betekent dat Hij de allerhoogste genieter is; śāśvatam, oorspronkelijk; divyam, transcendentaal; ādi-devam, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods; ajam, de ongeborene, en vibhum, de grootste.

최고인격신에게서 바가바드 기따를 들은 후 아르주나는 끄리쉬나를 빠람 브라흐마, 즉 지고의 브라흐만(Supreme Brahman)으로 받아들였다. 모든 생명체는 브라흐만이지만 최고의 생명체, 즉 최고인격신은 최고의 브라흐만이다. 빠람 다마는 그가 최상의 안식처 혹은 모든 것의 보금자리라는 뜻이다. 빠비뜨람은 그가 물질적 오염에 더럽혀지지 않은 순수한 존재임을 의미하고 뿌루샴은 그가 최고의 향유자, 샤스바땀은 영원하며 디뱜은 초월적이며 아디-데밤은 근원적 최고인격신, 아잠은 태어나지 않은, 그리고 비붐은 가장 위대함을 의미한다.

Men zou nu kunnen denken dat Arjuna dit alles alleen maar uit vleierij tegen Kṛṣṇa zei omdat Hij zijn vriend was. Maar om zulke twijfels uit de gedachten van de lezers van de Bhagavad-gītā te verdrijven, onderbouwt Arjuna zijn lofuitingen in het volgende vers door te zeggen dat Kṛṣṇa niet alleen door hemzelf als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods aanvaard wordt, maar ook door gezaghebbende personen, zoals Nārada, Asita, Devala en Vyāsadeva. Dit zijn allemaal grote persoonlijkheden, die de Vedische kennis verspreiden zoals die door alle ācārya’s aanvaard wordt. Arjuna zegt daarom tegen Kṛṣṇa dat hij alles wat Hij zegt als volkomen volmaakt aanvaardt. Sarvam etad ṛtaṁ manye: ‘Ik aanvaard alles wat Je zegt als de waarheid.’ Arjuna zegt ook dat het zeer moeilijk is om de persoonlijkheid van de Heer te begrijpen en dat zelfs de halfgoden Hem niet kunnen begrijpen. Dat betekent dat de Heer zelfs niet begrepen kan worden door personen die hoger staan dan menselijke wezens. Hoe zou een menselijk wezen Heer Kṛṣṇa dan kunnen begrijpen zonder Zijn toegewijde te worden?

이제 끄리쉬나가 아르주나의 친구였기 때문에 아르주나가 그에게 아부하려고 이 모든 것을 말했다고 생각하는 사람들도 있겠지만 바가바드 기따 독자들의 마음속 의심을 없애기 위해 아르주나는 자기뿐만 아니라 나라다, 아시따, 데발라, 비아사데바 같은 권위자들 또한 끄리쉬나를 최고인격신으로 받아들였다고 다음 구절에서 이런 찬양을 입증한다. 이들은 베다 지식을 있는 그대로 전파한 위대한 인물들로, 다른 모든 아짜리아의 지지를 받는다. 그러므로 아르주나는 끄리쉬나께서 하시는 말씀이 무엇이든 전적으로 완벽한 것으로 받아들인다고 한다. 사르밤 에딷 리땀 만예. “당신이 하시는 모든 말씀을 진리로 받아들입니다.” 아르주나는 또한 주의 인격은 이해하기 매우 어렵고 위대한 데바들조차 알 수 없다고 한다. 이 말은 인간보다 더 위대한 존재들조차 주를 이해할 수 없다는 뜻이다. 따라서 주의 헌애자가 되지 않고서 인간이 주 스리 끄리쉬나를 이해하는 것이 어떻게 가능하겠는가?

De Bhagavad-gītā moet benaderd worden met een devotionele mentaliteit. Men moet niet denken gelijk te zijn aan Kṛṣṇa en evenmin dat Kṛṣṇa een gewone of zelfs een zeer grote persoonlijkheid is. Heer Śrī Kṛṣṇa is de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Volgens de uitspraken in de Bhagavad-gītā en die van Arjuna, die de Bhagavad-gītā probeert te begrijpen, moeten we dus op zijn minst theoretisch aanvaarden dat Śrī Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is. Met zo’n nederige mentaliteit kunnen we de Bhagavad-gītā begrijpen. Tenzij men de Bhagavad-gītā met een nederige mentaliteit leest, is het zeer moeilijk om de Bhagavad-gītā te begrijpen, omdat ze een groot mysterie is.

그러므로 우리는 헌애(獻愛, devotion)의 정신으로 바가바드 기따를 받아들여야 한다. 끄리쉬나와 자기가 동등하거나 끄리쉬나가 평범한 사람이거나 혹은 매우 위대한 인물이라고조차 생각해서는 안 된다. 주 스리 끄리쉬나는 최고인격신이다. 그래서 바가바드 기따의 말씀 혹은 아르주나의 진술에 따라 바가바드 기따를 이해하려고 하는 사람은 적어도 이론적으로나마 스리 끄리쉬나를 최고인격신으로 받아들여야 하고 그런 순종적인 마음가짐으로 우리는 바가바드 기따를 이해할 수 있다. 바가바드 기따는 위대한 불가사의이므로 순종하는 정신 없이 바가바드 기따를 읽으면 이것을 이해하기란 몹시 어렵다. 

Wat is de Bhagavad-gītā eigenlijk? Het doel van de Bhagavad-gītā is om de mensheid te bevrijden van de onwetendheid van het materiële bestaan. Iedereen wordt op zo veel manieren geconfronteerd met problemen, net zoals Arjuna het moeilijk had omdat hij in de Slag van Kurukṣetra moest vechten. Arjuna gaf zich over aan Śrī Kṛṣṇa en daarom werd de Bhagavad-gītā gesproken. Niet alleen Arjuna, maar iedereen is vervuld van zorgen door het materiële bestaan. Ons bestaan zelf bevindt zich in een sfeer van niet-bestaan. Eigenlijk zijn we er niet voor bestemd bedreigd te worden door dit niet-bestaan. Ons bestaan is eeuwig. Maar op de een of andere manier zijn we in asat geplaatst. Asat verwijst naar dat wat niet bestaat.

그렇다면 바가바드 기따란 무엇인가? 바가바드 기따의 목적은 인류를 물질적 존재의 무지에서 구하는 것이다. 아르주나 역시 꾸룩쉐뜨라 전장에서 싸워야 하는 어려움에 부닥쳤던 것처럼 모든 인간은 여러 가지 곤경에 빠진다. 아르주나는 스리 끄리쉬나께 항복했고,그 결과 바가바드 기따가 설해졌다. 아르주나 뿐만 아니라 우리 모두 이 물질적 존재 탓에 무수한 불안과 근심에 사로잡힌다. 우리 존재 그 자체가 존재하지 않는 환경 속에 놓여 있다. 사실 우리는 존재하지 않음에 두려움을 느낄 필요가 없다. 우리의 존재는 영원하다. 그러나 어떤 연유로 우리는 아삿(asat)에 놓이게 되었다. 아삿은 존재하지 않음을 의미한다.

Van de vele menselijke wezens die lijden, zijn er enkele die werkelijk onderzoek doen naar hun positie, wie ze zijn, waarom ze zich in deze benarde positie bevinden enz. Wie niet tot het punt komt waarop hij zich afvraagt waarom hij moet lijden en niet inziet dat hij dit lijden niet wil, maar dat hij eerder een oplossing moet zien te vinden voor al het lijden, wordt niet als een volmaakt menselijk wezen beschouwd. Het mens-zijn begint pas wanneer zulke vragen in iemands geest opkomen. In het Brahma-sūtra wordt dit onderzoek brahma-jijñāsā genoemd. Athāto brahma-jijñāsā. Behalve wanneer de mens onderzoek doet naar de aard van het Absolute, wordt iedere menselijke activiteit als een mislukking beschouwd. Daarom zijn zij die zich beginnen af te vragen waarom ze lijden of waar ze vandaan komen en waar ze na de dood heen zullen gaan, geschikte studenten om de Bhagavad-gītā te leren begrijpen. De oprechte student moet ook een diep respect hebben voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Arjuna was zo’n student.

괴로워하는 수많은 사람 중에 오직 몇 명만이 실제로 나는 누구이고 왜 이런 곤경에 빠지는지, 자기 위치에 관해 질문한다. 자기가 겪는 괴로움을 묻는 단계에 이를 만큼 깨어 있지 않은 한, 고통을 겪고 싶지 않은 마음을 뛰어넘어 이 모든 고통의 해결책을 찾고 싶다고 깨닫지 않는 한, 완벽한 인간이라고 말할 수 없다. 이런 질문이 우리 마음속에 일어날 때 인류가 시작된다. 브라흐마 수뜨라 (Brahma-sūtra)에서 이런 질문을 브라흐마 지갸사(brahma-jijñāsā)라고 한다. 아타또 브라하므 지갸사. 절대자의 본성에 관해 질문하지 않는다면 인간의 어떤 행위도 실패한 것으로 여겨진다. 그러므로 우리가 왜 고통을 겪는지, 어디에서 와서 죽은 뒤 어디로 가는지를 질문하기 시작하는 사람은 바가바드 기따를 이해하기에 적합한 학생이다. 진지한 학생은 또한 최고인격신을 향한 확고한 존경의 마음을 가져야 한다. 그런 학생이 아르주나였다.

Heer Kṛṣṇa daalt vooral neer om het werkelijke doel van het leven opnieuw te vestigen wanneer de mensheid dit doel vergeet. Maar zelfs dan zal er uit vele, vele menselijke wezens die ontwaken, misschien slechts īīn zijn die werkelijk doordringt in het begrijpen van zijn positie; voor die persoon is deze Bhagavad-gītā gesproken. We worden eigenlijk allemaal verslonden door de tijgerin van onwetendheid, maar de Heer is zeer genadig voor de levende wezens en vooral voor de menselijke. Met dit doel sprak Hij de Bhagavad-gītā, waarbij Hij Zijn vriend Arjuna tot Zijn leerling maakte.

주 끄리쉬나는 인간이 삶의 진정한 목적을 잃어버리면 그것을 재확립하기 위해 특별히 강림하신다. 깨어 있는 수많은 인간 중 실제로 자기 위치를 이해할 수 있는 정신을 가진 자는 매우 드물고 그런 자에게 바가바드 기따가 설해진다. 실제로 우리는 모두 무지 속에 갇혀 있지만, 주께서 생명체, 특히 인간에게 큰 자비를 베푸시어 친구 아르주나를 학생으로 삼아 바가바드 기따를 말씀하셨다.

Als vriend van Heer Kṛṣṇa was Arjuna boven alle onwetendheid verheven. Maar op het Slagveld van Kurukṣetra werd hij in onwetendheid gebracht, zodat hij Heer Kṛṣṇa vragen zou stellen over de problemen van het leven, waarop de Heer ze voor toekomstige generaties kon beantwoorden en het plan van het leven in grote lijnen kon uitleggen. De mens zou dan in overeenstemming daarmee kunnen handelen en het doel van het menselijk leven volbrengen.

주 끄리쉬나의 친구로서 아르주나는 모든 무지에서 벗어나 있었지만 그가 주 끄리쉬나께 삶의 제 문제에 관해 질문하고 주께서 인류의 장래 세대들을 위해 이 모든 것과 그 해결책을 설명하시고자 꾸룩쉐뜨라 전장에서 아르주나를 무지에 빠뜨리셨다. 이로써 인간이 바르게 행동하고 인간 삶의 임무를 완성할 수 있게 된다.

In de Bhagavad-gītā wordt een uiteenzetting gegeven van vijf fundamentele waarheden. Allereerst wordt de wetenschap van God uitgelegd en daarna de wezenlijke positie van de levende wezens, de jīva’s. Aan de ene kant is er de īśvara, wat ‘bestuurder’ betekent, en aan de andere kant zijn er de jīva’s, de levende wezens, die bestuurd worden. Wanneer een levend wezen beweert dat het niet bestuurd wordt maar dat het vrij is, dan is het krankzinnig. Het levend wezen wordt in alle opzichten bestuurd, tenminste zolang het zich in het geconditioneerde bestaan bevindt. De Bhagavad-gītā behandelt dus de īśvara, de allerhoogste bestuurder, en de jīva’s, de levende wezens, die bestuurd worden. Ook worden prakṛti (de materiële natuur), tijd (de bestaansduur van het hele universum of de manifestatie van de materiële natuur) en karma (activiteit) besproken. De materiële kosmos bruist van verschillende activiteiten. Alle levende wezens zijn bezig met verschillende activiteiten. Uit de Bhagavad-gītā moeten we leren wat God is, wat de levende wezens zijn, wat prakṛti is, wat de materiële kosmos is, hoe het levend wezen door de tijd bestuurd wordt en wat zijn activiteiten zijn.

바가바드 기따의 주제는 다섯 가지 기본 진리에 관한 이해를 다룬다. 먼저 절대신의 과학에 관한 모든 것이 설명되고 생명체, 지바(jīvas)의 근원적 위치가 설명된다. 통제자를 뜻하는 이스바라(īśvara)가 있고 통제되는 생명체, 지바가 존재한다. 만일 생명체가 통제를 받지 않고 자유롭다고 말한다면 그 사람은 정상이 아니다. 생명체는 적어도 속박된 삶 속에서 매 순간 통제받는다. 그래서 바가바드 기따의 주제로 최고의 통제자 이스바라와 통제되는 생명체 지바를 다룬다. 쁘라끄리띠(Prakṛti 물질적 본성)와 시간(전 우주가 존재하는 기간 혹은 물질적 본성의 발현), 까르마(행위) 또한 논의된다. 우주의 발현은 다양한 행위들로 가득하다. 모든 생명체는 다양한 행위를 하고 있다. 바가바드 기따를 통해 절대신이 무엇인지, 생명체는 무엇인지, 쁘라끄리띠는 무엇인지, 우주의 발현은 무엇인지, 시간에 의해 어떻게 통제되는지, 그리고 생명체의 행위는 무엇인지에 대해 반드시 배워야 한다.

Op grond van deze vijf basisonderwerpen in de Bhagavad-gītā wordt gesteld dat de Allerhoogste Godheid of Kṛṣṇa of Brahman of de allerhoogste bestuurder of Paramātmā — of welke naam je ook kiest — de grootste is van allemaal. De levende wezens zijn kwalitatief gelijk aan de allerhoogste bestuurder. De Heer bestuurt bijvoorbeeld alle mogelijke aangelegenheden binnen de materiële natuur; dit zal worden uitgelegd in latere hoofdstukken van de Bhagavad-gītā. De materiële natuur is niet onafhankelijk, maar werkt onder leiding van de Allerhoogste Heer. Heer Kṛṣṇa zegt: mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram — ‘Deze materiële natuur werkt onder Mijn leiding.’ Wanneer we wonderbaarlijke dingen zien gebeuren in de kosmische natuur, dan moeten we begrijpen dat er zich achter deze gemanifesteerde kosmos een bestuurder bevindt. Niets had gemanifesteerd kunnen worden als het niet ook bestuurd werd. Het is kinderachtig om het bestaan van een bestuurder buiten beschouwing te laten. Een kind mag dan bijvoorbeeld denken dat een automobiel het wonderbaarlijke vermogen heeft om te rijden zonder dat hij door een paard of een ander dier voortgetrokken wordt, maar een verstandig persoon weet hoe een auto technisch in elkaar zit. Hij begrijpt altijd dat er achter alle machinerie een mens zit, de bestuurder. Op dezelfde manier is de Allerhoogste Heer de bestuurder onder Wiens leiding alles werkt.

Zoals we in hoofdstuk vijftien zullen lezen, worden de jīva’s, de levende wezens, door de Heer erkend als Zijn integrerende deeltjes. Een klein deeltje goud is ook goud en een druppel water uit de oceaan smaakt ook zout; op dezelfde manier hebben wij als levende wezens, die integrerende deeltjes zijn van de allerhoogste bestuurder, īśvara of Bhagavān, Heer Śrī Kṛṣṇa, alle kwaliteiten van de Allerhoogste Heer in een minieme hoeveelheid, omdat we minieme of ondergeschikte īśvara’s zijn. We proberen de natuur te beheersen en dat is te zien aan de huidige pogingen om de ruimte of de planeten te beheersen; we hebben deze neiging om te besturen omdat ze ook in Kṛṣṇa aanwezig is. Maar ook al hebben we de neiging om de baas te spelen over de materiële natuur, toch moeten we weten dat we niet de allerhoogste bestuurder zijn. Dit wordt in de Bhagavad-gītā uitgelegd.

이 다섯 가지 기본 주제 중 최고인격신, 혹은 끄리쉬나, 혹은 브라흐만, 혹은 최고 통제자, 혹은 빠람아뜨마(Paramātmā), 어떤 이름으로 부르든, 이것이 모든 것 중 가장 위대하다고 바가바드 기따는 확립한다. 생명체는 질적으로 지고한 통제자와 비슷하다. 바가바드 기따의 후반부에 설명될 것이지만, 예를 들면, 주는 물질적 본성의 모든 우주적 문제를 통제하신다. 물질적 본성은 독립된 존재가 아니다. 그것은 지고한 주의 지시에 따라 움직인다. 주 끄리쉬나께서 마야댝쉐나 쁘라끄리띠 수야떼 사-짜라짜람(mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram), “이 물질적 본성은 내 지시로 움직이고 있다.”라고 말씀하신다. 우주의 경이로움을 목격할 때 이 우주적 발현 뒤에 통제자가 있다는 사실을 우리는 알아야 한다. 통제 없이 발현되는 것은 아무것도 없다. 통제자를 고려하지 않는 것은 유치한 생각이다. 예를 들어 아이는 말이나 다른 동물이 끌지 않고도 자동차가 달리는 것이 굉장히 신기하다고 생각할 수 있지만 분별력 있는 사람이라면 자동차의 기계적 구조와 그 특성을 알고 기계 뒤에 운전자, 사람이 있다는 것을 안다. 마찬가지로 지고한 주가 운전자이고 당신의 지시로 모든 것이 움직이고 있다. 지바, 즉 생명체는 후반부에 설명되겠지만, 주께서 당신의 부분으로 받아들이셨다. 금의 부분 역시 금이고 바다의 물 한 방울 역시 짠 것처럼 우리 생명체는 최고 통제자 이스바라, 혹은 바가반, 주 끄리쉬나의 한 부분으로서 지고한 주가 지니신 모든 자질을 극소량 지니고 있는데 이는 우리가 아주 작은, 종속된 이스바라이기 때문이다. 우리는 현재 우주 혹은 행성과 같은 자연을 정복하려고 애쓰고 있고 이런 통제하려는 경향은 바로 끄리쉬나 또한 가지고 있기 때문이다. 그러나 우리가 물질적 본성을 다스리려는 경향이 있더라도 우리는 지고한 통제자가 아니라는 사실을 알아야 한다. 이것은 바가바드 기따가 설명한다.

Wat is de materiële natuur? In de Gītā wordt ze uitgelegd als de ondergeschikte prakṛti, de inferieure natuur. Er wordt uitgelegd dat het levend wezen tot de hogere prakṛti behoort. Of prakṛti nu hoger is of lager, ze wordt altijd bestuurd. Prakṛti is vrouwelijk en wordt bestuurd door de Heer, net zoals de echtgenoot de activiteiten van zijn echtgenote bestuurt. Prakṛti is altijd ondergeschikt en wordt bestuurd door de Heer, die over haar heerst. De levende wezens en de materiële natuur zijn allebei ondergeschikt en worden door de Allerhoogste Heer bestuurd. Hoewel ze integrerende deeltjes van de Allerhoogste Heer zijn, moeten de levende wezens volgens de Gītā beschouwd worden als prakṛti. Dit wordt in het zevende hoofdstuk van de Bhagavad-gītā duidelijk gezegd. Apareyam itas tv anyāṁ prakṛtiṁ viddhi me parām/ jīva-bhūtām: ‘Deze materiële natuur is Mijn ondergeschikte prakṛti, maar daarbuiten bestaat er nog een andere prakṛti, namelijk jīva-bhūtām, het levend wezen.’

물질적 본성은 무엇인가? 이것 또한 기따에서 하위 쁘라끄리띠, 하위 본성으로 설명된다. 생명체는 상위 쁘라끄리띠로 설명된다. 쁘라끄리띠는 상위이든 하위이든 항상 통제를 받는다. 쁘라끄리띠는 여성이고, 아내가 남편의 통제를 받듯, 쁘라끄리띠는 주의 통제를 받는다. 쁘라끄리띠는 항상 종속적이고 주의 지배를 받는다. 생명체와 물질적 본성 모두 지고한 주께 지배받고 통제당한다. 기따에 따르면 생명체는 비록 지고한 주의 부분이지만 쁘라끄리띠로 간주한다. 이것은 바가바드 기따의 제7장에 분명히 언급된다. 아빠레얌 이따스 뜨반얌 쁘라끄리띰 빋디 메 빠람/ 지바-부땀(Apareyam itas tv anyāṁ prakṛtiṁ viddhi me parām/ jīva-bhūtām), “이 물질적 본성은 내 하위 쁘라끄리띠이지만 이것을 넘어서 쁘라끄리띠 지바-부땀, 즉 생명체가 존재한다.”

De materiële natuur zelf is samengesteld uit drie kwaliteiten: de hoedanigheid goedheid, de hoedanigheid hartstocht en de hoedanigheid onwetendheid. Boven deze hoedanigheden staat de eeuwige tijd en door de combinatie van deze hoedanigheden van de natuur en onder de controle en de bepalingen van de eeuwige tijd is er sprake van activiteiten, die karma genoemd worden. Deze activiteiten zijn al sinds onheuglijke tijden aan de gang en we lijden door of genieten van de vruchten van onze activiteiten. Stel dat ik een zakenman ben die zeer hard en met veel vernuft heeft gewerkt en dat ik daardoor een grote hoeveelheid geld op de bank heb. Ik ben dan een genieter. Maar wanneer ik daarna bijvoorbeeld al mijn geld verlies tijdens het zakendoen, dan ben ik iemand die lijdt. Op dezelfde manier genieten we op elk gebied van ons leven van de resultaten van onze activiteit of zullen we erdoor lijden. Dit wordt karma genoemd.

물질적 본성 그 자체는 세 가지 자질, 즉 선성(mode of goodness), 동성(mode of passion), 암성(mode of ignorance)으로 이루어져 있다. 이것을 초월해 영원한 시간이 존재하고 이 본성들이 섞이고 통제를 받고 영원한 시간의 범위 안에서 행위가 이루어질 때 이를 까르마라고 한다. 이 행위들은 태곳적부터 시작되었고 우리는 우리 행위의 결과로 고통받거나 즐거워하고 있다. 예를 들어 내가 사업가이고 좋은 사업 수완으로 열심히 일해 많은 돈을 모았다고 가정하자. 그러면 나는 즐기는 자이다. 하지만 사업으로 모든 돈을 다 잃었다고 하면 나는 괴로운 자이다. 마찬가지로 삶의 모든 면에서 우리는 우리가 한 일의 결과를 즐기거나 괴로워한다. 이것을 까르마라고 한다.

Īśvara (de Allerhoogste Heer), jīva (het levend wezen), prakṛti (de materiële natuur), kāla (de eeuwige tijd) en karma (activiteit) worden in de Bhagavad-gītā allemaal uitgelegd. Van deze vijf zijn de Heer, de levende wezens, de materiële natuur en de tijd eeuwig. Prakṛti mag dan tijdelijk manifest zijn, maar ze is niet vals. Sommige filosofen zeggen dat de manifestatie van de materiële natuur vals is, maar volgens de filosofie van de Bhagavad-gītā of volgens de filosofie van de vaiṣṇava’s is dit niet het geval. De manifestatie van de wereld wordt niet als vals beschouwd; ze wordt als werkelijk beschouwd, maar ook als tijdelijk. Het wordt vergeleken met een wolk die in de lucht drijft of met het komen van het regenseizoen dat de granen voedt. Zodra het regenseizoen voorbij is en de wolk weggaat, drogen alle gewassen op die door de regen gevoed werden. Op dezelfde manier vindt de manifestatie van de materiële natuur plaats binnen een bepaalde periode, is ze voor een bepaalde tijd aanwezig en verdwijnt dan weer. Zo werkt prakṛti. Maar deze cyclus gaat eeuwig door. Daarom is prakṛti eeuwig; ze is niet vals en de Heer verwijst naar haar als ‘Mijn prakṛti.’ Deze materiële natuur is de afgescheiden energie van de Allerhoogste Heer en de levende wezens zijn ook een energie van de Allerhoogste Heer, hoewel ze niet afgescheiden zijn maar een eeuwige band met Hem hebben. Op die manier zijn de Heer, het levend wezen, de materiële natuur en de tijd met elkaar verbonden en ze zijn allemaal eeuwig. Maar het andere element, namelijk karma, is niet eeuwig. De effecten van karma kunnen zeker oorzaken hebben in een ver verleden. Sinds onheuglijke tijden lijden we door of genieten we van de resultaten van onze activiteiten, maar we kunnen de resultaten van ons karma of onze activiteiten veranderen en deze verandering hangt af van de volmaaktheid van onze kennis. We zijn met zoveel activiteiten bezig. En ongetwijfeld is het zo dat we niet weten welke activiteiten we moeten verrichten om bevrijd te raken van de acties en reacties van al deze activiteiten, maar ook dat wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā.

이스바라(지고한 주), 지바(생명체), 쁘라끄리띠(자연), 깔라(영원한 시간), 까르마(행위)는 모두 바가바드 기따에 설명되어 있다. 이 다섯 가지 중 주, 생명체, 물질적 본성, 시간은 영원하다. 쁘라끄리띠의 발현은 일시적이지만 거짓이 아니다. 어떤 철학자들은 물질적 본성이 거짓이라고 하지만 바가바드 기따의 철학 혹은 바이쉬나바의 철학에 따르면 이것은 사실이 아니다. 세상의 나타남(발현)을 거짓으로 받아들이지 않고 실재하는 것으로 받아들이지만 이것은 일시적이다. 이는 마치 하늘에 떠도는 구름 혹은 곡식을 살찌우는 우기의 도래와 유사하다. 우기가 끝나고 구름이 걷히자마자 비로 영양분을 공급받은 모든 작물이 마른다. 마찬가지로 물질적 발현은 특정한 주기에 따라 일어나고 얼마간 머무르다 사라진다. 이것이 쁘라끄리띠가 작용하는 방식이다. 그러나 이 순환이 영원히 작용한다. 그러므로 쁘라끄리띠는 영원하다. 거짓이 아니다. 주는 이것을 “나의 쁘라끄리띠.”라고 말씀하신다. 이 물질적 본성은 지고한 주의 분리된 에너지이고, 마찬가지로 생명체 또한 지고한 주의 에너지이지만 분리되어 있지 않고 영원히 연결되어 있다. 그래서 주, 생명체, 물질적 본성과 시간은 상호 연관되어 있으며 모두 영원하다. 그러나 까르마는 영원하지 않다. 까르마의 영향이 매우 오래 갈 수도 있다. 태곳적부터 우리는 우리 행위의 결과로 고통받거나 즐기고 있지만 우리 까르마, 우리 행위의 결과는 바뀔 수 있고 이 변화는 우리가 완벽한 지식을 갖추는 데 달려있다. 우리는 다양한 행위를 한다. 우리는 어떠한 행위를 해야 행위의 작용과 반작용에서 벗어날 수 있는지 명백히 알지 못하지만 바가바드 기따에 이것 또한 설명되어 있다.

De positie van īśvara is die van het allerhoogste bewustzijn. De jīva’s, de levende wezens, die integrerende deeltjes zijn van de Allerhoogste Heer, hebben ook bewustzijn. We hebben uitgelegd dat zowel het levend wezen als de materiële natuur prakṛti, de energie van de Allerhoogste Heer, is, maar van deze twee heeft de jīva bewustzijn. De andere prakṛti heeft geen bewustzijn, dat is het verschil. De jīva-prakṛti wordt daarom hoger genoemd, want de jīva heeft een soortgelijk bewustzijn als dat van de Heer. Maar dat van de Heer is het allerhoogste bewustzijn en men moet niet beweren dat de jīva, het levend wezen, ook het allerhoogste bewustzijn heeft. Het levend wezen kan op geen enkel niveau van zijn ontwikkeling tot volmaaktheid het allerhoogste bewustzijn hebben en de theorie die beweert dat dat wel kan, is een misleidende theorie. Het levend wezen mag dan bewust zijn, maar het kan nooit het allerhoogste of volmaakte bewustzijn bezitten.

이스바라, 지고한 주의 위치는 지고한 의식이다. 지바, 즉 생명체 또한 지고한 주의 부분으로서 의식이 있다. 생명체와 물질적 본성 둘 다 쁘라끄리띠, 지고한 주의 에너지로 설명되지만 둘 중 지바만 의식이 있고 쁘라끄리띠는 의식이 없다. 그것이 다른 점이다. 그러므로 주와 비슷하게 지바도 의식을 가지므로 지바-쁘라끄리띠는 상위라고 불린다. 주의 의식은 최고 의식이지만 지바, 즉 생명체 또한 최상의 의식을 지졌다고 주장해서는 안 된다. 생명체가 완성의 길을 가는 어떠한 단계에서도 최상의 의식을 가질 수는 없고 그렇게 될 수 있다고 하는 이론은 사람들을 잘못된 길로 인도하는 이론이다. 의식이 있지만 그 의식은 완벽하거나 최상의 의식이 아니다.

Het onderscheid tussen de jīva en de īśvara zal in hoofdstuk dertien van de Bhagavad-gītā worden uitgelegd. De Heer is kṣetra-jña, bewust, en het levend wezen is dat ook, maar het levend wezen is zich alleen bewust van zijn eigen lichaam, terwijl de Heer Zich bewust is van alle lichamen. Omdat de Heer aanwezig is in het hart van ieder levend wezen, is Hij Zich bewust van de psychische activiteit van de afzonderlijke jīva’s. We mogen dit niet vergeten. Er wordt ook uitgelegd dat de Paramātmā, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, aanwezig is in ieders hart als īśvara, als de bestuurder, en dat Hij aanwijzingen geeft aan het levend wezen om te doen wat het verlangt. Het levend wezen vergeet wat het moet doen. Het maakt allereerst het besluit om op een bepaalde manier actief te zijn, waarna het verstrikt raakt in de acties en reacties van zijn eigen karma. Nadat het een bepaald lichaam heeft opgegeven, gaat het binnen in een andere type lichaam zoals we kleren aan en uittrekken. Terwijl de ziel op die manier verhuist, lijdt ze door haar activiteiten en door de reacties die ze ondergaat als gevolg van vroegere acties. Die activiteiten kunnen veranderd worden wanneer het levend wezen in de hoedanigheid goedheid is, wanneer het een gezond verstand heeft en het begrijpt met wat voor soort activiteiten het zich moet bezighouden. Wanneer het dat begrijpt, kunnen alle acties en reacties van vroegere activiteiten worden veranderd. Karma is dus niet eeuwig. We hebben daarom gezegd dat van de vijf onderdelen (īśvara, jīva, prakṛti, tijd en karma) er vier eeuwig zijn, maar dat karma niet eeuwig is.

지바와 이스바라의 구별은 바가바드 기따의 제13장에 설명될 것이다. 주와 생명체 모두 의식이 있지만 생명체는 자기의 특정한 몸에 대해서만 의식하는 반면, 주는 끄쉐뜨라-갸(kṣetra-jña) 모든 몸에 관해 의식을 갖고 계신다. 주가 모든 생명체의 가슴속에 살고 계시기에 특정한 지바의 심적 움직임을 의식하신다. 이것을 잊어서는 안 된다. 빠람아뜨마, 최고인격신은 모든 이의 가슴속에 이스바라, 즉 통제자로 살고 계시고 생명체가 원하는 대로 행동하도록 인도하신다고도 설명되어 있다. 생명체는 무엇을 해야 하는지 잊고 있다. 생명체는 먼저 어떤 식으로 행동할 것이라고 결정한 다음 자기가 만들어낸 까르마의 작용과 반작용에 얽매인다. 옷을 벗고 입듯이 생명체는 한 형태의 몸을 버린 후 다른 형태의 몸에 들어간다. 영혼이 이렇게 옮겨 다니며 자기의 지난 행위들의 작용과 반작용으로 고통받는다. 이런 까르마는 생명체가 선성에 있을 때, 온전한 정신 상태에 있을 때, 그리고 어떤 행위를 해야 하는지 이해할 때 바뀔 수 있다. 그렇게 하면 지난 행위의 모든 작용과 반작용을 바꿀 수 있다. 결과적으로 까르마는 영원하지 않다. 그러므로 다섯 항목(이스바라, 지바, 쁘라끄리띠, 시간, 까르마) 중 네 가지는 영원하지만 까르마는 영원하지 않다고 하는 것이다.

De īśvara, die het allerhoogste bewustzijn heeft, is op de volgende manier gelijk aan het levend wezen: zowel het bewustzijn van de Heer als dat van het levend wezen is transcendentaal. Bewustzijn wordt niet veroorzaakt door contact tussen materiedeeltjes onderling — dat is een misvatting. De theorie dat bewustzijn zich onder bepaalde voorwaarden uit verbindingen van materie ontwikkelt, wordt niet aanvaard in de Bhagavad-gītā. Het bewustzijn mag dan op een verwrongen manier weerspiegeld zijn door de bedekking van materiële omstandigheden, net zoals licht dat door gekleurd glas weerspiegeld wordt een bepaalde kleur lijkt te hebben, maar het bewustzijn van de Heer wordt niet beïnvloed door materie. Heer Kṛṣṇa zegt: mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ. Wanneer Hij in het materiële universum neerdaalt, raakt Zijn bewustzijn niet door materie beïnvloed. Zou dat wel het geval zijn, dan zou Hij ongeschikt zijn om over transcendentale onderwerpen te spreken zoals Hij dat doet in de Bhagavad-gītā. Niemand kan iets over de transcendentale wereld zeggen zonder vrij te zijn van een materieel besmet bewustzijn. De Heer is dus niet besmet door materie. Maar op dit moment is ons bewustzijn wīl besmet door materie. De Bhagavad-gītā leert dat we dit materieel besmette bewustzijn moeten zuiveren. Wanneer ons bewustzijn zuiver is, zullen onze activiteiten in verbinding staan met de wil van de īśvara en daardoor zullen we gelukkig worden. We hoeven niet alle activiteiten te stoppen. Het is eerder zo dat onze activiteiten gezuiverd moeten worden, en gezuiverde activiteiten worden bhakti genoemd. Activiteiten die met bhakti gedaan worden, lijken ogenschijnlijk op gewone activiteiten, maar ze zijn onbesmet. Een onwetend persoon zou een toegewijde kunnen zien als iemand die bezig is of werkt als een gewoon mens, maar zo’n persoon met armzalige kennis weet niet dat de activiteiten van de toegewijde of die van de Heer niet besmet zijn door een onzuiver bewustzijn of door materie. Zulke activiteiten zijn ontstegen aan de drie hoedanigheden van de materiële natuur. Maar we moeten wel begrijpen dat ons huidig bewustzijn besmet is.

주의 의식과 생명체의 의식 둘 다 초월적이고, 최고의 의식 이스바라는 이런 점에서 생명체와 비슷하다. 물질의 조합으로 의식이 발생한 것이 아니다. 그것은 잘못된 생각이다. 어떤 특정한 상황에서 의식이 생겨난다는 이론은 바가바드 기따에서 부정된다. 빛이 색유리를 통과하면 특정한 색으로 보이는 것처럼 의식이 물질적 상황이라는 덮개에 의해 왜곡되게 투영될 수 있지만 주의 의식은 물질의 영향을 받지 않는다. 주 끄리쉬나께서 “마야댝쉐나 쁘라끄리띠.”라고 하신다. 주께서 물질계에 내려오실 때 주의 의식은 물질적 영향을 받지 않는다. 그렇지 않다면 바가바드 기따를 통해 초월적 주제에 관해 말할 자격이 없을 것이다. 물질적으로 오염된 의식에서 완전히 벗어나지 않고 초월적 세계에 관해 어떤 것도 말할 수 없다. 따라서 주는 물질적으로 오염되어 있지 않다. 우리 의식은 현재 물질적으로 오염되어 있다. 바가바드 기따는 이 물질적으로 오염된 의식을 정화해야 한다고 가르친다. 순수한 의식에서 우리의 행위는 이스바라의 의지와 긴밀한 연관을 맺고 그것이 우리를 행복하게 한다. 우리의 모든 행위를 멈춰야 한다는 뜻이 아니다. 반대로 우리의 행위를 정화해야 하고 정화된 행위를 박띠(bhakti)라고 한다. 박띠의 행위들이 평범한 행위처럼 보일지라도 이 행위들은 오염되지 않았다. 무지한 사람들은 헌애자가 평범한 사람처럼 행동하거나 일한다고 생각할지 모르지만 그러한 지식이 부족한 자는 헌애자나 주의 행위는 불결한 의식이나 물질로 오염되지 않는다는 사실을 알지 못한다. 이런 행위는 세 가지 물질적 본성을 초월한다. 그러나 현재 우리 의식은 오염되어 있다는 것을 알아야 한다.

Wanneer we materieel besmet zijn, worden we geconditioneerd genoemd. Een vals bewustzijn doet zich voor wanneer we veronderstellen dat we een product zijn van de materiële natuur. Dat wordt vals ego genoemd. Wie in beslag wordt genomen door gedachten en opvattingen die betrekking hebben op het lichaam, kan de situatie waarin hij verkeert niet begrijpen. De Bhagavad-gītā werd gesproken om iedereen te bevrijden van de lichamelijke levensopvatting en Arjuna aanvaardde deze positie om zo kennis van de Heer te ontvangen. Men moet zich bevrijden van de lichamelijke levensopvatting; dat is de voorbereiding waarmee een transcendentalist zich ten eerste bezighoudt. Wie zich vrij wil maken, wie bevrijd wil worden, moet allereerst leren dat hij niet dit materiële lichaam is. Mukti of bevrijding betekent vrij zijn van een materieel bewustzijn. De definitie van bevrijding wordt ook in het Śrīmad-Bhāgavatam gegeven. Muktir hitvānyathā-rūpaṁ svarūpeṇa vyavasthitiḥ: mukti betekent bevrijding van het besmette bewustzijn van deze wereld en verankerd zijn in zuiver bewustzijn. Het doel van alle instructies in de Bhagavad-gītā is het doen ontwaken van dit zuivere bewustzijn en we zien dat Kṛṣṇa daarom aan het einde van de instructies in de Gītā aan Arjuna vraagt of zijn bewustzijn nu zuiver is. Een gezuiverd bewustzijn wil zeggen: handelen volgens de instructies van de Heer. Dat is de hele essentie van het gezuiverde bewustzijn. Bewustzijn is al aanwezig omdat we integrerende deeltjes van de Heer zijn, maar we hebben de neiging om beïnvloed te raken door de lagere hoedanigheden. Maar omdat Hij de Heer is, de Allerhoogste, wordt Hij nooit beïnvloed. Dat is het verschil tussen de Allerhoogste Heer en de kleine, individuele zielen.

우리가 물질적으로 오염되어 있을 때 "속박되어 있다"라고 한다. 거짓 의식은 내가 물질적 본성의 산물이라는 생각에서 비롯된다. 이것을 "거짓 자아"라고 한다. 육체적 개념에 사로잡혀 있는 사람은 자기 처지를 이해할 수 없다. 바가바드 기따는 육체적 개념의 삶에서 인간을 해방하기 위해 설해졌고 이 정보를 주께 받기 위해 아르주나는 이러한 상황에 놓이게 된 것이다. 우리는 육체적 개념의 삶에서 반드시 벗어나야 한다. 그것이 초월주의자의 예비 행위이다. 자유로워지고 싶은 사람, 해방을 얻고 싶은 사람은 반드시 자기가 이 물질적 육신이 아니라는 것부터 배워야 한다. 묵띠(Mukti), 즉 해방은 물질적 의식으로부터 자유로워지는 것을 의미한다. 스리마드 바가바땀 또한 해방의 정의를 제공한다. 묵띠르 히뜨반야타-루빰 스바루뻬나 뱌바스티띠히(Muktir hitvānyathā-rūpaṁ svarūpeṇa vyavasthitiḥ). 묵띠는 이 물질계의 오염된 의식에서 해방되어 순수한 의식에 위치하는 것을 의미한다. 바가바드 기따의 모든 가르침은 이 순수한 의식을 일깨우기 위함이고 그 가르침의 마지막 단계에 끄리쉬나께서 아르주나에게 이제 그가 순수한 의식의 상태에 있게 되었는지 물으신다. 순수한 의식은 주의 가르침에 맞게 행동하는 것을 뜻한다. 이것이 정화된 의식의 완전한 개요이자 본질이다. 우리는 주의 부분이므로 이미 의식을 가지고 있지만 하위 물질적 본성에도 이끌린다. 그러나 주는 지고한 존재이기에 이런 것에 전혀 영향을 받지 않는다. 그것이 지고한 주와 작은 개별 영혼의 차이점이다.

Wat is dit bewustzijn? Dit bewustzijn betekent ‘Ik ben.’ Maar wat ben ik? In een besmet bewustzijn betekent ‘Ik ben’ zoveel als ‘Ik ben de heer van alles binnen mijn bereik. Ik ben de genieter.’ De aarde draait omdat ieder levend wezen denkt dat het de heer en schepper van de materiële wereld is. Het materiële bewustzijn kent twee psychische onderverdelingen. De eerste is dat ik de schepper ben en de tweede dat ik de genieter ben. Maar eigenlijk is de Allerhoogste Heer zowel de schepper als de genieter en omdat het levend wezen een integrerend deeltje is van de Allerhoogste Heer, is het schepper noch genieter, maar is het een samenwerker. Het is dat wat geschapen is en wat genoten wordt. Een onderdeel van een machine werkt bijvoorbeeld samen met de hele machine en een bepaald lichaamsdeel werkt samen met het hele lichaam. De handen, benen, ogen enz. zijn allemaal delen van het lichaam, maar ze zijn niet werkelijk de genieters; de maag is de genieter. De benen bewegen zich voort, de handen leveren het voedsel aan, de tanden kauwen en alle lichaamsdelen zijn bezig met het tevredenstellen van de maag, omdat de maag de belangrijkste factor is in het voeden van het organisme van het lichaam. Alles wordt daarom aan de maag gegeven. Een boom kan gevoed worden door water op de wortels te gieten en het lichaam kan gevoed worden door de maag van voedsel te voorzien. Wil men het lichaam gezond houden, dan moeten de lichaamsdelen samenwerken om de maag te voeden. Op dezelfde manier is de Allerhoogste Heer de genieter en de Schepper, en als ondergeschikte levende wezens zijn wij ervoor bedoeld om samen te werken om Hem tevreden te stellen. Deze samenwerking zal ons echt helpen, net zoals het voedsel dat door de maag opgenomen wordt alle andere delen van het lichaam zal helpen. Als de vingers van de handen denken dat ze het voedsel zelf moeten nemen in plaats van het aan de maag te geven, dan zullen ze gefrustreerd worden. De centrale persoon van de schepping en van genot is de Allerhoogste Heer en alle levende wezens zijn samenwerkers; door deze samenwerking genieten ze. De relatie is ook als die tussen meester en dienaar. Als de meester volledig tevreden is, dan is de dienaar dat ook. Op dezelfde manier moet de Allerhoogste Heer tevreden worden gesteld, ook al is de neiging om de schepper te zijn en van de materiële wereld te genieten ook in het levend wezen aanwezig. Het heeft deze neigingen omdat die ook aanwezig zijn in de Allerhoogste Heer, die de gemanifesteerde kosmos heeft geschapen.

그렇다면 이 의식이란 무엇인가? 이 의식은 “나이다”. 그렇다면 “나는 무엇인가?” 오염된 의식 안에서 “나”는 “내가 바라보는 모든 것의 주인이며 즐기는 자이다.” 세상이 돌고 도는 이유는 모든 생명체가 자기가 주인이고 물질계의 창조자라 생각하기 때문이다. 물질적 의식은 두 가지 정신적 범주로 이루어져 있다. 하나는 내가 창조자라는 것이고 다른 하나는 내가 즐기는 자라는 것이다. 그러나 실제로 지고한 주만이 창조자이자 향유자이며 지고한 주의 부분인 생명체는 창조자도 향유자도 아니라 협력자일 뿐이다. 생명체는 창조된 존재이며 즐겨지는 존재이다. 예를 들면 기계의 부품은 기계 전체에 협력하고 몸의 부분은 몸 전체에 협력한다. 손, 다리, 눈 등은 몸 전체의 부분이지만 이 부분들이 즐기는 주체는 아니다. 위장이 즐기는 주체이다. 다리가 움직이고 손이 음식을 입에 넣고 치아가 씹으며 몸의 모든 부분이 위장을 만족시키려고 움직인다. 위장이 신체 조직에 영양을 공급하는 주된 기관이기 때문이다. 그러므로 모든 것이 위장에 공급된다. 나무의 뿌리에 물을 줌으로써 영양을 공급하듯이 위장에 음식을 공급함으로써 몸을 유지할 수 있다. 몸을 건강하게 유지하려면 몸의 부분들이 협력하여 위장을 먹여 살려야 한다. 마찬가지로 지고한 주가 향유자이고 창조자이므로 종속된 우리 생명체는 주를 만족시키는 데 협력하기 위해 존재한다. 위장이 음식을 섭취함으로써 몸 전체의 각 부분을 돕는 것처럼 이 협력이 실제로 우리를 도울 것이다. 손가락이 위장에 음식을 주는 대신 스스로 음식을 먹으려고 하면 좌절하고 말 것이다. 창조와 즐거움의 중심은 지고한 주이고 생명체는 협력자이다. 협력함으로써 생명체도 즐거움을 누린다. 이 관계는 주인과 종의 관계와 마찬가지다. 주인이 완전히 만족하면 종도 만족한다. 마찬가지로 지고한 주가 만족해야 한다. 생명체도 창조자가 되고 물질계를 즐기려는 경향이 있는데 이는 발현된 우주를 창조하신 지고한 주께 이러한 경향이 있기 때문에 생명체에게도 있는 것이다.

In de Bhagavad-gītā zullen we zien dat het complete geheel bestaat uit de allerhoogste bestuurder, het levend wezen dat bestuurd wordt, de kosmische verschijning, de eeuwige tijd en karma of activiteiten, en ze worden allemaal uitgelegd in de tekst. Al deze elementen samen vormen het complete geheel en het complete geheel wordt de Allerhoogste Absolute Waarheid genoemd. Het complete geheel en de complete Absolute Waarheid zijn de complete Persoonlijkheid Gods, Śrī Kṛṣṇa. Al het gemanifesteerde is het gevolg van Zijn verschillende energieën. Hij is het complete geheel.

그러므로 이 바가바드 기따 안에서 완전한 전체가 지고한 통제자, 통제받는 생명체, 우주의 발현, 영원한 시간과 까르마(행위)로 이루어져 있고 이 모든 것이 설명되는 것을 보게 될 것이다. 이 모든 것이 완전체를 구성하고 그 완전체를 “지고의 절대 진리”라고 부른다. 완전체와 완전한 절대 진리는 완전한 인격신, 스리 끄리쉬나이다. 모든 현상의 발현은 끄리쉬나의 서로 다른 에너지 때문이다. 끄리쉬나가 완전체이다.

In de Gītā wordt verder uitgelegd dat ook het onpersoonlijk Brahman ondergeschikt is aan de complete Allerhoogste Persoonlijkheid (brahmaṇo hi prati-ṣṭāham). In het Brahma-sūtra wordt het Brahman nader uitgelegd als de lichtstralen van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods; het onpersoonlijk Brahman is Zijn lichtgloed. Het besef van het onpersoonlijk Brahman-aspect van het absolute geheel is incompleet en het besef van Paramātmā is dat ook. In het vijftiende hoofdstuk zal duidelijk worden dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Puruṣottama, verheven is boven zowel het onpersoonlijk Brahman als de Paramātmā, die gedeeltelijke aspecten zijn. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods wordt sac-cid-ānanda-vigraha genoemd. De Brahma-saṁhitā begint als volgt: īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ sac-cid-ānanda-vigrahaḥ/ anādir ādir govindaḥ sarva-kāraṇa-kāra-ṇam. ‘Govinda, Kṛṣṇa, is de oorzaak van alle oorzaken. Hij is de oeroorzaak en de vorm van eeuwigheid, kennis en gelukzaligheid.’ Zich bewust worden van het onpersoonlijk Brahman is zich bewust worden van Zijn sat-aspect (eeuwigheid). Bewustwording van de Paramātmā is bewustwording van sat-cit (eeuwige kennis). Maar bewustwording van de Pesoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa, is bewustwording van alle transcendentale aspecten: sat, cit en ānanda (eeuwigheid, kennis en gelukzaligheid) in volledige vigraha (vorm).

비인성적 브라흐만 또한 완전한 지고한 인간에게 종속된다고도 기따가 설명한다(브라흐마노 히 쁘라띠쉬타함). 브라흐만은 태양의 빛과 같다고 브라흐마 수뜨라에 더 상세히 설명되어 있다. 비인성적 브라흐만은 최고인격신의 빛나는 광채이다. 비인성적 브라흐만은 절대적 전체의 불완전한 깨달음이며 빠람아뜨마 개념 또한 마찬가지이다. 제15장에서 최고인격신, 뿌루숏따마(Puruṣottama)가 비인성적 브라흐만과 부분적 깨달음인 빠람아뜨마 둘 다를 초월한다고 설명한다. 최고인격신은 삿 찓 아난다 비그라하(sac-cid-ānanda-vigraha)이다. 브라흐마 삼히따는 이렇게 시작된다. 이스바라 빠라마 끄리쉬나 삿 찓 아난다 비그라하 / 아나디르 아디르 고빈다 사르바 까라나 까라남(īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ sac-cid-ānanda-vigrahaḥ/ anādir ādir govindaḥ sarva-kāraṇa-kāraṇam). “고빈다, 끄리쉬나는 모든 원인의 원인입니다. 당신은 최초의 원인이며 영원과 지식, 행복 그 자체입니다.” 비인성적 브라흐만 깨달음은 주의 삿(영원함) 특징을 깨달은 것이다. 빠람아뜨마 깨달음은 삿과 찓(영원한 지식)을 깨달은 것이다. 그러나 최고인격신 끄리쉬나에 관한 깨달음은 모든 초월적 특징, 삿, 찟, 아난다(영원함, 지식, 행복)의 완전한 비그라하(형상)를 깨닫는 것이다.

Mensen met weinig intelligentie denken dat de Absolute Waarheid onpersoonlijk is, maar Hij is een transcendentale persoon en dat wordt in de hele Vedische literatuur bevestigd. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Net zoals wij allemaal individuele levende wezens zijn en onze eigen individualiteit hebben, zo is de Absolute Waarheid uiteindelijk ook een persoon en is bewustwording van de Persoonlijkheid Gods het zich bewustworden van alle transcendentale aspecten die zich in Zijn complete vorm bevinden. Het complete geheel is niet vormloos. Als Hij vormloos zou zijn of als Hij in welk opzicht dan ook minder zou zijn dan Zijn schepping, dan zou Hij niet het complete geheel kunnen zijn. Het complete geheel moet alles wat binnen en buiten onze ervaring ligt omvatten, anders kan het niet compleet zijn.

지성이 부족한 사람들은 최고 진리가 비인성적이라고 여기지만, 주는 초월적 인성이며 이것은 모든 베다 문헌이 확증한다(니뚀 니땨남 쩨따나스 쩨따나남, 『까타 우빠니샤드 2.2.13』). 우리 모두 개별 생명체이며 우리가 고유한 개성을 지니는 것처럼 지고의 절대 진리 역시 궁극적인 측면에서 볼 때 사람이며, 최고인격신에 관한 깨달음은 주의 완전한 형상이 지니는 모든 초월적 특징을 깨달은 것이다. 완전체는 무형이 아니다. 주가 형태가 없다면 혹은 주가 다른 것보다 못하다면 주를 완전체라고 할 수 없을 것이다. 완전체는 반드시 우리가 경험하는 모든 것과 그것을 초월하는 모든 것을 지녀야 하며 그렇지 않다면 완전하다고 할 수 없다.

Het complete geheel, de Persoonlijkheid Gods, heeft immense vermogens (parāsya śaktir vividhaiva śrūyate). Hoe Kṛṣṇa actief is met verschillende vermogens, wordt ook uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Deze waarneembare of materiële wereld waarin we geplaatst zijn, is compleet in zichzelf, omdat de vierentwintig elementen waarvan dit materiële universum volgens de sāṅkhya-filosofie een tijdelijke manifestatie is, volledig afgesteld zijn om alle benodigdheden voor het onderhoud en het bestaan van dit universum te produceren. Niets is overbodig en evenmin is er aan iets een tekort. Deze manifestatie heeft een eigen tijdsduur en die is bepaald door de energie van het complete geheel; wanneer deze tijdsduur verstreken is, zullen al deze tijdelijke manifestaties worden vernietigd door de complete regeling van Hem die compleet is. Voor de kleine, complete eenheden, namelijk de levende wezens, is er volop gelegenheid om zich bewust te worden van het complete geheel en ze ervaren allerlei vormen van incompleetheid door incomplete kennis van dat complete geheel. De Bhagavad-gītā omvat de complete kennis van de Vedische wijsheid.

완전체, 최고인격신은 무한한 능력을 지닌다(빠라샤 샥띠르 비비다이바 스루야떼 parāsya śaktir vividhaiva śrūyate). 끄리쉬나가 어떻게 다양한 능력을 보이시는지 또한 바가바드 기따가 설명한다. 상꺄(Sāṅkhya) 철학에 따르면 우리가 사는 현상계, 즉 감지할 수 있는 이 물질계 역시 그 자체로 완전하며 이 물질계는 24가지 요소로 이루어진 일시적인 발현으로 이 우주의 유지와 지탱에 필요한 자원이 완전하게 생성되도록 설계되었다고 한다. 이 우주에는 불필요한 것도 부족한 것도 없다. 이 발현은 지고한 전체의 에너지에 의해 일정 시간 동안 지속하게 되어있고 그 시간이 다하면 일시적 발현은 완전체의 완전한 절차에 의해 소멸하게 된다. 작은 완전한 개체, 이름하여 인간에게는 완전체를 깨달을 수 있도록 완전한 편의가 주어졌지만 그런데도 온갖 종류의 불완전함을 경험하는 이유는 완전체에 관한 불완전한 지식 탓이다. 그래서 바가바드 기따는 베다 지혜에 관한 완전한 지식을 담고 있다.

Alle Vedische kennis is onfeilbaar en de hindoes aanvaarden de vedische kennis als complete en onfeilbare kennis. Koeienmest is bijvoorbeeld dierlijke ontlasting en volgens de smṛti of de Vedische voorschriften moet men een bad nemen om zich te reinigen als men in aanraking is geweest met de uitwerpselen van een dier. Maar koeienmest wordt in de Vedische teksten beschouwd als een reinigend middel. Nu kan men dit als een tegenstrijdigheid zien, maar het wordt aanvaard omdat het een Vedisch voorschrift is en men begaat zeker geen fout als men het aanvaardt. De moderne wetenschap heeft later bewezen dat koeienmest alle ontsmettende eigenschappen bezit. De Vedische kennis is dus compleet omdat ze boven alle twijfels en fouten staat en de Bhagavad-gītā is de essentie van alle Vedische kennis.

모든 베다 지식은 어떤 오류도 없기 때문에 인도인들은 베다 지식을 완전하고 어떤 오류도 없는 것으로 받아들인다. 예를 들어 소똥은 동물의 변이고, 스므리띠(smṛti) 혹은 베다 가르침에 따르면 동물의 변을 만지면 정화를 위해 목욕해야 한다. 그러나 베다 경전들은 소똥이 정화제라고도 여긴다. 이것을 모순이라고 생각하는 사람도 있겠지만 베다의 가르침이기 때문에 이 사실을 그대로 받아들이고, 실제로 그렇게 함으로써 실수를 저지르지 않게 된다. 이후 현대 과학이 소똥에 방부제 성분이 들어있다는 사실을 증명했다. 베다 지식은 모든 의심과 실수를 넘어서기 때문에 완전하고 바가바드 기따는 모든 베다 지식의 핵심이다.

De Vedische kennis is geen kwestie van research. Onze research naar dingen is onvolmaakt, omdat we het met onvolmaakte zintuigen doen. We moeten volmaakte kennis aanvaarden, die ons via de paramparā (opeenvolging van discipelen) bereikt zoals in de Bhagavad-gītā beschreven wordt. We moeten kennis ontvangen vanuit de juiste bron, die verbonden is met de opeenvolging van discipelen, beginnend met de allerhoogste spiritueel leraar, de Heer Zelf, en die kennis moet overgedragen zijn aan een opeenvolging van spiritueel leraren. Arjuna was een leerling van Heer Śrī Kṛṣṇa en aanvaardde alles wat Hij zei zonder Hem tegen te spreken. We mogen niet een bepaald deel van de Bhagavad-gītā aanvaarden en een ander deel verwerpen. Nee. We moeten de Bhagavad-gītā aanvaarden zonder interpretatie, zonder weglatingen en we mogen er niet zomaar mee doen wat we willen.

De Gītā moet worden gezien als de volmaaktste verwoording van de Vedische kennis. Vedische kennis wordt verkregen uit transcendentale bronnen en werd voor het eerst door de Heer Zelf gesproken. De woorden die de Heer Zelf spreekt, worden apauruṣeya genoemd, wat betekent dat ze verschillen van woorden die gesproken worden door een persoon van deze wereld, die behept is met vier gebreken. Een werelds persoon (1) maakt zeker fouten, (2) verkeert steevast in illusie, (3) heeft de neiging om anderen te bedriegen en (4) is beperkt door onvolmaakte zintuigen. Wie deze vier gebreken heeft, kan geen perfecte, transcendentale kennis overdragen.

베다 지식은 연구의 대상이 아니다. 우리는 불완전한 감각을 사용해 연구하기 때문에 우리가 하는 연구는 불완전하다. 바가바드 기따가 말하는 것처럼 빠람빠라를 통해 위에서 아래로 내려오는 완전한 지식을 받아들여야만 한다. 우리는 최고의 영적 스승, 주에서부터 시작되어 여러 영적 스승에게 전해져 내려온 사제전수라는 올바른 출처를 통해 지식을 받아야 한다. 아르주나는 주 스리 끄리쉬나께 가르침을 받았고 주가 하시는 모든 말씀에 이의 없이 그대로 받아들였다. 바가바드 기따의 어떤 부분은 받아들이면서 다른 부분은 거부해서는 안 된다. 절대 그렇게 해서는 안 된다. 우리는 바가바드 기따를 해석하지 않아야 하고 어떤 부분을 빠뜨리거나 혹은 개인적 의견을 부가해서는 안 된다. 기따를 가장 완벽한 베다 지식으로 받아들여야 한다. 베다 지식은 초월적 원천에서 나왔고 그 첫 마디는 주께서 직접 말씀하셨다. 주의 말씀을 아빠우루쉐야(apauruṣeya)라고 하고, 이것은 네 가지 결함을 지닌 속세의 사람들이 하는 말과 다르다는 뜻이다. 속세인은 (1) 반드시 실수를 범한다 (2) 항상 착각한다 (3) 다른 사람을 속이려는 경향이 있다 (4) 불완전한 감각의 제한을 받는다. 이 네 가지 불완전함 때문에 인간은 모든 분야의 지식을 완벽하게 전달할 수 없다.

De Vedische kennis wordt niet door zulke onvolmaakte levende wezens overgedragen. Ze werd onthuld in het hart van Brahmā, het eerstgeschapen levend wezen, en Brahmā verspreidde deze kennis vervolgens onder zijn zonen en discipelen zoals hij haar oorspronkelijk van de Heer ontvangen had. De Heer is pūrṇam, volkomen volmaakt, en Hij kan onmogelijk onderhevig raken aan de wetten van de materiële natuur. Men moet daarom intelligent genoeg zijn om te begrijpen dat de Heer de enige bezitter is van alles in het universum en dat Hij de oorspronkelijke schepper is, de schepper van Brahmā. In het elfde hoofdstuk wordt de Heer aangesproken met prapitāmaha, omdat Hij de schepper is van Brahmā, die aangesproken werd met pitāmaha, de grootvader. Niemand zou dus moeten beweren dat hij van wat dan ook de eigenaar is; men moet alleen die dingen aanvaarden, die de Heer voor hem gereserveerd heeft als quota voor zijn onderhoud.

베다 지식은 그런 결함 있는 생명체에 의해 전해진 것이 아니다. 그것은 처음으로 창조된 생명체 브라흐마(Brahmā)의 가슴속에 전해졌고 브라흐마는 주로부터 전해 받은 이 지식을 자기 아들과 제자들에게 전수했다. 주는 뿌르남(pūrṇam), 즉 전적으로 완벽하고 물질적 본성의 법칙에 종속될 가능성이 전혀 없다. 그러므로 우리는 주가 만물의 유일한 소유주이고, 주가 원초적 창조주이며 브라흐마의 창조자라는 사실을 알 수 있을 정도로 지성을 갖추어야 한다. 제11장에서 주는 쁘라삐따마하(prapitāmaha)로 불리는데, 브라흐마가 삐따마하, 즉 할아버지이고, 주는 할아버지의 창조자라는 의미이다. 그래서 누구도 어떤 것의 소유주라고 주장해서는 안 된다. 우리 육신의 유지를 위해 주께서 각자의 몫으로 정해주신 것만 받아들여야 한다.

Er zijn veel voorbeelden van hoe we de dingen die de Heer voor ons heeft gereserveerd moeten gebruiken. Ook dit wordt in de Bhagavad-gītā uitgelegd. Aanvankelijk besloot Arjuna dat hij niet zou vechten in de Slag van Kurukṣetra. Dat was zijn eigen beslissing. Arjuna vertelde de Heer dat hij onmogelijk van het koninkrijk zou kunnen genieten na het doden van zijn familieleden. Deze beslissing was gebaseerd op het lichaam, omdat hij dacht dat hij het lichaam was en dat zijn broers, neven, zwagers, grootvaders enz. zijn lichamelijke relaties of expansies waren. Met andere woorden, hij wilde zijn lichamelijke verlangens vervullen. De Heer sprak de Bhagavad-gītā om deze opvatting te veranderen en uiteindelijk besloot Arjuna te vechten onder leiding van de Heer toen hij zei: kariṣye vacanaṁ tava — ‘Ik zal doen wat Je mij gezegd hebt.’

주께서 정해주신 각자의 몫을 어떻게 활용해야 하는지에 관한 예가 많이 있다. 이것 또한 바가바드 기따 안에 들어 있다. 초반부에 아르주나는 꾸룩쉐뜨라 전장에서 싸워서는 안 된다고 결정한다. 그것은 그가 스스로 정한 것이었다. 아르주나는 주께 자기 친척들을 죽이고 얻은 왕국을 즐길 수 없다고 말했다. 그는 육신이 자기이고 자기 육신과 관련된 사람들 혹은 육신의 확장이 자기 형, 조카, 매형, 할아버지 등이라고 생각하고 있었기에 이 결정은 육신에 토대를 두고 있었다. 그러므로 그는 자기 육신이 요구하는 바를 충족시키려 했다. 바로 이러한 관점을 바꾸려고 주께서 바가바드 기따를 말씀하셨고 마지막에 아르주나는 주의 지시에 따라 싸우기로 하고 다음과 같이 말한다. 까리쉐 바짜남 따바(kariṣye vacanaṁ tava). “당신의 말씀대로 행동하겠습니다.”

De mensen in deze wereld zijn er niet voor bedoeld om te vechten als katten en honden; mensen moeten intelligent genoeg zijn om het belang van het men-selijk leven te beseffen en ze zouden zichzelf niet moeten toestaan om zich als gewone dieren te gedragen. Een menselijk wezen moet doordrongen zijn van het doel van zijn leven. Deze aanwijzing wordt in de hele Vedische literatuur gegeven en de essentie daarvan is te vinden in de Bhagavad-gītā. De Vedische literatuur is bedoeld voor mensen en niet voor dieren. Dieren kunnen andere dieren doden en er is dan geen sprake van dat ze daardoor een zonde begaan. Maar als een mens een dier doodt, alleen maar om zijn onbeheerste tong tevreden te stellen, dan overtreedt hij de wetten van de natuur en wordt hij daarvoor verantwoordelijk gehouden. In de Bhagavad-gītā wordt duidelijk uitgelegd dat er drie soorten activiteiten zijn overeenkomstig de drie hoedanigheden van de materiële natuur: activiteiten in goedheid, in hartstocht en in onwetendheid. Op dezelfde manier zijn er ook drie verschillende voedselsoorten: voedsel in goedheid, in hartstocht en in onwetendheid. Dit wordt allemaal duidelijk beschreven en als we de instructies in de Bhagavad-gītā op de juiste manier naleven, dan zal ons hele leven gezuiverd raken en zullen we uiteindelijk in staat zijn om die bestemming te bereiken die ontstegen is aan de materiële wereld (yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama).

인간은 개와 고양이처럼 다투려고 이 세상에 존재하는 것이 아니다. 인간은 인간으로 태어난 삶의 중요성을 깨닫고 평범한 동물과 같은 행동을 거부할 만큼의 지성을 갖추어야 한다. 인간은 삶의 목적을 깨달아야 하고 이 가르침은 모든 베다 문헌이 제공하며 그것의 핵심은 바가바드 기따에 들어 있다. 베다 문헌은 인간을 위해 존재하지 동물을 위한 것이 아니다. 동물은 다른 동물을 죽일 수 있고 그런 행동이 죄가 되지 않지만 인간이 자기의 통제되지 않은 식욕을 위해 동물을 죽이면 자연의 법칙을 깨뜨린 데 대한 책임을 반드시 져야 한다. 바가바드 기따는 서로 다른 물질적 본성에 따라 행해지는 세 가지 행위, 즉 선성, 동성, 암성의 행위가 있다고 설명한다. 마찬가지로 음식도 세 가지 부류로 나뉜다. 선성에 있는 음식, 동성에 있는 음식, 그리고 암성에 있는 음식. 이 모든 것이 바가바드 기따에 분명히 설명되어 있고 우리가 기따의 가르침을 올바로 활용한다면 우리 삶 전체가 정화될 것이고 결국 이 물질적 세계를 넘어서는 목적지에 도달할 수 있을 것이다.

Die bestemming wordt de sanātana-hemel genoemd, de eeuwige, spirituele hemel. In de materiële wereld zien we dat alles tijdelijk is. Iets ontstaat, blijft enige tijd bestaan, produceert enkele bijproducten, vervalt en verdwijnt vervolgens. Dat is de wet van de materiële wereld, ongeacht of we het lichaam als voorbeeld gebruiken of een stuk fruit of wat dan ook. Maar buiten de materiële wereld bestaat een andere wereld waarover we informatie hebben. Die wereld is van een andere natuur, namelijk een die sanātana is of eeuwig. De jīva wordt ook beschreven als sanātana, als eeuwig, en ook de Heer wordt in het elfde hoofdstuk beschreven als sanātana. We hebben een intieme relatie met de Heer en omdat we allemaal kwalitatief gelijk zijn — de sanātana-dhāma of de hemel, de sanātana Allerhoogste Persoonlijkheid en de sanātana levende wezens — is het uiteindelijke doel van de Bhagavad-gītā om ons aan te sporen onze sanātana-bezigheid op te pakken, namelijk sanātana-dharma, de eeuwige bezigheid van het levend wezen. We zijn nu bezig met verschillende tijdelijke activiteiten, maar al onze activiteiten kunnen worden gezuiverd wanneer we deze tijdelijke activiteiten allemaal opgeven en activiteiten gaan verrichten die door de Heer zijn voorgeschreven. Dat wordt ons zuivere leven genoemd.

그 목적지를 사나따나(sanātana) 세계, 즉 영원한 영적 세계라고 한다(얃 가뜨바 나 니바르딴떼 딷 다마 빠라맘 마마 yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama). 이 물질계에서는 모든 것이 일시적이라는 것을 알 수 있다. 태어나서 잠시 머물다가 부산물을 만들고 쇠퇴한 다음 사라진다. 이 몸을 예로 들든 과일이나 다른 어떤 것을 예로 들든 그것이 물질계의 법칙이다. 그러나 이 일시적 세계를 넘어선 곳에 또 다른 세계가 존재하고 우리는 이것에 관한 정보를 가지고 있다. 그 세계는 또 다른 본성으로 이루어져 있고, 그것은 사나따나, 즉 영원하다. 지바 또한 사나따나, 즉 영원하다고 설명되고 주 또한 사나따나라고 제11장에 명시된다. 우리는 주와 질적으로 하나이기 때문에 사나따나-다마(영원한 세계)와 사나따나 최고인격신, 그리고 사나따나 생명체는 밀접한 관련을 맺고 바가바드 기따의 주목적은 우리의 사나따나 업무, 즉 생명체의 영원한 업무인 사나따나 다르마(sanātana-dharma)를 일깨우는 데 있다. 우리는 일시적으로 여러 다양한 행위를 하고 있지만 이 모든 행위를 버리고 지고한 주께서 지시하신 행위를 시작하면 이 모든 행위가 정화된다. 그것을 순수한 삶이라고 한다.

De Allerhoogste Heer en Zijn transcendentale woning zijn allebei sanātana; de levende wezens zijn dat ook en de onderlinge omgang tussen de Allerhoogste Heer en de levende wezens in die woning die sanātana is, is de volmaaktheid van het menselijk leven. De Heer is heel vriendelijk voor de levende wezens omdat ze Zijn zonen zijn. De Heer verklaart in de Bhagavad-gītā: ‘Ik ben de vader van iedereen’ (sarva-yoniṣu...ahaṁ bīja-pradaḥ pitā). Er zijn natuurlijk allerlei typen levende wezens op grond van hun verschillend karma, maar de Heer verklaart dat Hij de vader is van hen allemaal. De Heer daalt daarom neer om al deze gevallen, geconditioneerde zielen weer op het rechte pad te zetten en ze terug te roepen naar de sanātana-hemel, zodat de sanātana-levende wezens hun sanātana-posities weer kunnen innemen in het eeuwige gezelschap van de Heer. De Heer komt Zelf in verschillende incarnaties of Hij stuurt Zijn vertrouwelijke dienaren als zonen of Zijn metgezellen of ācārya’s om de geconditioneerde zielen te hervormen.

주와 주의 초월적 보금자리는 둘 다 사나따나이고 생명체 역시 그러하며 주와 생명체가 사나따나 보금자리에 함께하게 되는 것이 인간 삶의 완성이다. 생명체는 주의 자식들이기 때문에 주는 생명체에게 매우 자비로우시다. 주 끄리쉬나께서 바가바드 기따에서 사르바-요니슈… 아함 비자-쁘라다 삐따(sarva-yoniṣu … ahaṁ bīja-pradaḥ pitā), “나는 모두의 아버지이다.”라고 선언하신다. 물론 각자의 까르마에 따라 다양한 형태의 생명체가 있지만 주는 이 모두의 아버지라고 주장하신다. 그러므로 이 모든 타락하고 속박된 영혼을 교화하여 사나따나, 영원한 세계로 다시 불러들이고 사나따나 생명체가 그들의 영원한 사나따나 위치를 되찾아 주와 함께 영원히 지낼 수 있게 하시고자 주께서 강림하신다. 주는 속박된 영혼들을 교화하시려고 다양한 화신으로 직접 오시기도 하고 주의 은밀한 종들을 아들이나 주의 동반자, 아짜리아의 모습으로 보내시기도 한다.

Sanātana-dharma verwijst niet naar een sektarisch proces van religie. Het is de eeuwige functie van de eeuwige levende wezens in hun relatie met de eeuwige Allerhoogste Heer. Zoals gezegd, sanātana-dharma verwijst naar de eeuwige bezigheid van het levend wezen. Śrīpāda Rāmānujācārya heeft het woord ‘sanātana’ uitgelegd als ‘dat wat geen begin en geen einde heeft’. Wanneer we dus over sanātana-dharma spreken, dan moeten we eenvoudig op het gezag van Śrīpāda Rāmānujācārya aannemen dat het geen begin en geen einde heeft.

그러므로 사나따나 다르마는 파벌적 종교를 의미하지 않는다. 그것은 영원한 생명체가 영원한 주와 관계를 맺는 영원한 기능이다. 사나따나 다르마는 앞서 설명한 것처럼 생명체의 영원한 업무를 의미한다. 스리빠다 라마누자짜리아(Śrīpāda Rāmānujācārya)는 “사나따나”라는 단어를 “시작도 끝도 없는”이라고 설명했으므로 사나따나 다르마를 말할 때 스리빠다 라마누자짜리아의 권위에 따라 시작도 끝도 없는 업무라고 해야 한다.

Er is een verschil tussen het Nederlandse woord ‘religie’ en ‘sanātana-dharma’. Het woord ‘religie’ omsluit het idee van geloof en geloof kan veranderen. Wie geloof heeft in een bepaald proces, kan dat geloof veranderen en een ander aanvaarden. Maar ‘sanātana-dharma’ verwijst naar die activiteit, die niet veranderd kan worden. Om een voorbeeld te geven: vochtigheid kan niet onttrokken worden aan water en evenmin kan hitte worden onttrokken aan vuur. Op dezelfde manier kan de eeuwige functie van het eeuwig levend wezen niet onttrokken worden aan dat levend wezen. Sanātana-dharma zal eeuwig inherent zijn aan het levend wezen. Wanneer we daarom over sanātana-dharma spreken, moeten we eenvoudig op het gezag van Śrīpāda Rāmānujācārya aannemen dat het geen begin en geen einde heeft. Dat wat geen begin en geen einde heeft, kan niet sektarisch zijn, omdat het door geen enkele beperking begrensd kan worden. Wie een sektarisch geloof aanhangt, zal ten onrechte denken dat sanātana-dharma ook sektarisch is, maar als we diep op de zaak ingaan en het beschouwen vanuit het perspectief van de moderne wetenschap, dan kunnen we inzien dat sanātana-dharma de bezigheid is van alle mensen van de wereld, ja zelfs van alle levende wezens van het universum.

영어 단어 religion(종교)은 사나따나 다르마와는 조금 다르다. 종교는 믿음을 뜻하고 믿음은 바뀔 수 있다. 우리는 어떤 종교를 믿다가 믿음을 바꿔 다른 종교를 택할 수도 있지만 사나따나 다르마는 바뀔 수 없는 행위를 의미한다. 예를 들면, 액체는 물에서 분리될 수 없고 열은 불과 분리될 수 없다. 마찬가지로 영원한 생명체의 기능은 생명체와 떼어놓을 수 없다. 사나따나 다르마는 생명체와 영원히 함께 간다. 그러므로 사나따나 다르마를 말할 때 우리는 시작도 끝도 없다는 스리빠다 라마누자짜리아의 권위 있는 설명을 받아들여야 한다. 시작도 끝도 없는 것이 종파적일 리 만무하다. 종파적 믿음을 가진 사람은 사나따나 다르마 또한 종파적이라고 잘못 생각할 수 있겠지만 우리가 이 주제를 깊이 있게 파헤치고 현대 과학의 관점에서 살펴보면 사나따다 다르마가 세계의 모든 사람, 우주의 모든 생명체의 업무라는 것을 이해할 수 있다.

Een religieuze geloofsovertuiging die niet-sanātana is, kan ergens in de kronieken van de menselijke geschiedenis een begin hebben, maar er bestaat geen begin van de geschiedenis van sanātana-dharma, omdat het eeuwig inherent blijft aan de levende wezens. Over die levende wezens wordt in de gezaghebbende śāstra’s (heilige teksten) gesteld dat ze niet geboren worden en niet sterven. In de Gītā wordt gesteld dat het levend wezen nooit geboren wordt en dat het nooit sterft. Het is eeuwig en onvernietigbaar en blijft verder leven na de vernietiging van zijn tijdelijke materiële lichaam. Met betrekking tot het concept van sanātana-dharma moeten we het concept van religie proberen te begrijpen vanuit de grondbetekenis van het woord in het Sanskriet. Dharma verwijst naar dat wat voortdurend aanwezig is bij een bepaald voorwerp. We kunnen vaststellen dat vuur gepaard gaat met hitte en licht; zonder hitte en licht heeft het woord ‘vuur’ geen betekenis. Op dezelfde manier moeten we het essentiële deel van het levend wezen zien te ontdekken, dat deel dat zijn voortdurende metgezel is. Die voortdurende metgezel is zijn eeuwige functie en die eeuwige functie is zijn eeuwige religie.

사나따나가 아닌 종교적 믿음은 인류 역사에서 어떤 출발점이 있지만 사나따나 다르마는 생명체와 영원히 함께 존재하기 때문에 그 역사에 출발점이 없다. 생명체에 관한 한, 권위 있는 베다 문헌이 말하기를 생명체는 태어나지도 죽지도 않는다고 한다. 생명체는 영원하고 파괴될 수 없으며 일시적 육신이 없어진 후에도 계속해서 산다. 사나따나 다르마의 개념을 논할 때 산스끄리뜨어 어근에서 종교의 개념을 이해해야 한다. 다르마는 특정한 대상과 함께 계속 존재하는 것을 의미한다. 불은 열과 빛으로 이루어져 있고 열과 빛없이 불이라는 단어는 아무 의미가 없다고 결론지을 수 있다. 마찬가지로 생명체와 항상 함께하는 부분, 생명체의 핵심이 되는 부분을 찾아야 한다. 항상 함께하는 것이 생명체의 영원한 특성이고, 그 영원한 특성이 영원한 종교이다.

Toen Sanātana Gosvāmī aan Śrī Caitanya Mahāprabhu vroeg wat de svarūpa van ieder levend wezen is, antwoordde de Heer dat het verlenen van dienst aan de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods de svarūpa of de wezenlijke positie van het levend wezen is. Als we deze uitspraak van Heer Caitanya analyseren, dan kunnen we gemakkelijk inzien dat ieder levend wezen voortdurend bezig is met het dienen van een ander levend wezen. Een levend wezen dient andere levende wezens in verschillende rollen en op die manier geniet het van het leven. De dieren, die lager staan, dienen de mens zoals dienaren hun meester dienen. A dient meester B, B dient meester C, C dient meester D enz. Aan de hand hiervan zien we dat de ene vriend de andere vriend dient, dat de moeder haar zoon dient, dat de vrouw haar man dient en de man zijn vrouw enz. Als we op die manier verder zoeken, zullen we zien dat er in de samenleving van de levende wezens geen uitzondering bestaat wat betreft het dienen van anderen. De politicus presenteert zijn verkiezingsprogramma aan de kiezers om hen te overtuigen van zijn bekwaamheid tot dienen. De kiezers geven hem hun waardevolle stemmen, omdat ze denken dat hij de samenleving op een waardevolle manier van dienst kan zijn. De winkelier dient de klant en de arbeider dient de kapitalist. De kapitalist dient het gezin en het gezin dient de staat overeenkomstig de eeuwige functie van het levend wezen. Op die manier kunnen we zien dat geen enkel levend wezen vrijgesteld is van het dienen van andere levende wezens en we kunnen daarom met zekerheid concluderen dat dienstverlening de voortdurende metgezel is van het levend wezen en dat het verlenen van dienst de eeuwige religie van het levend wezen is.

사나따나 고스와미께서 스리 짜이따냐 마하쁘라부께 모든 생명체의 스바루빠에 관해 질문했을 때, 주는 생명체의 스바루빠, 즉 타고난(근원적) 위치는 최고인격신께 봉사하는 것이라고 대답하셨다. 주 짜이따냐의 이 말씀을 분석하면 모든 생명체는 다른 생명체에 지속해서 봉사하고 있는 것을 쉽게 이해할 수 있다. 생명체는 다양한 능력을 활용해 다른 생명체를 섬긴다. 그렇게 함으로써 생명체는 삶을 즐긴다. 더 낮은 동물은 종이 주인을 섬기듯 인간을 섬긴다. A가 B 주인을, B가 C 주인을, C가 D 주인을, 이런 식으로 봉사는 계속된다. 한 친구가 다른 친구를 섬기고, 엄마가 아들을 섬기고, 아내가 남편을 섬기고, 남편이 아내를 섬기는 등 이러한 상황을 쉽게 볼 수 있다. 이렇게 조사를 계속하면 생명체가 모인 사회에서 봉사하는 행위에는 예외가 없다는 것을 알 수 있다. 정치가는 자기가 얼마나 대중을 잘 섬길 수 있는지를 설득하려고 공약을 발표한다. 그러면 유권자는 그가 사회에 가치 있는 봉사를 할 것으로 생각하고 그들의 소중한 표를 준다. 점원은 고객을 섬기고, 예술가는 자본가를 섬긴다. 자본가는 가족을 섬기고, 그 가족은 국가를 섬긴다. 이렇게 어떠한 생명체도 다른 생명체에 봉사하는 것에 예외가 없다는 사실을 알 수 있고 따라서 생명체의 영원한 동반자는 봉사이고 봉사가 생명체의 영원한 종교라고 무리 없이 결론 내릴 수 있다.

Toch betuigt de mens zijn verbondenheid met een bepaald type geloof afhankelijk van tijd en omstandigheid en beweert zo een hindoe, een moslim, een christen, een boeddhist of een aanhanger van welke andere geloofsgemeenschap dan ook te zijn. Zulke benamingen zijn non-sanātana-dharma. Een hindoe kan van geloof veranderen en een moslim worden of een moslim kan tot een ander geloof overgaan en een hindoe worden of een christen kan van geloof veranderen enz. Maar in al deze gevallen brengt een verandering van geloof geen verandering in de eeuwige functie van het dienen van anderen. De hindoe, de moslim of de christen zijn in alle omstandigheden een dienaar van iemand anders. Met het aanhangen van een bepaald type geloof belijdt men dus niet zijn sanātana-dharma. Dienstbaar zijn is sanātana-dharma.

그러나 인간은 특정한 시대와 상황에 따른 특정한 형태의 믿음이 있다고 생각하고 힌두교, 이슬람교, 기독교, 불교 혹은 다른 어떤 종교에 속한다고 주장한다. 그런 명칭은 사나따나 다르마가 아니다. 힌두교도가 믿음을 바꾸어 이슬람교도가 될 수 있고, 이슬람교도가 믿음을 바꾸어 힌두교도가 될 수 있고, 기독교인도 자기 믿음을 바꿀 수 있다. 그러나 어떤 경우에서도 개종이 다른 이에게 봉사하는 영원한 업무에 영향을 미치지 않는다. 모든 상황에서 힌두교, 이슬람교, 기독교인은 누군가의 종, 즉 누군가를 섬긴다. 따라서 특정한 믿음을 가지고 있다고 주장하는 것이 사나따나 다르마라는 주장이 될 수 없다.

Het is een feit dat we in verbinding staan met de Allerhoogste Heer door middel van dienstbaarheid. De Allerhoogste Heer is de allerhoogste genieter en als levende wezens zijn wij Zijn dienaren. We zijn geschapen voor Zijn plezier en als we Hem van dienst zijn in dat plezier, dan zullen we gelukkig worden. We kunnen niet op een andere manier gelukkig worden. Het is onmogelijk om onafhankelijk te zijn en gelukkig te worden, zoals geen enkel lichaamsdeel gelukkig kan worden zonder samen te werken met de maag. Het levend wezen kan onmogelijk gelukkig worden zonder de Allerhoogste Heer transcendentale liefdedienst te bewijzen.

실제로 우리는 지고한 주와 봉사로 연결되어 있다. 지고한 주는 최고 향유자이고 우리 생명체는 주의 종이다. 우리는 주의 즐거움을 위해 창조되었고 최고인격신의 영원한 즐거움에 우리가 동참하면 우리 역시 행복해진다. 그렇지 않으면 행복해질 수 없다. 위장에 협력하지 않고는 몸의 어떤 부분도 행복할 수 없는 것처럼 독립적으로 행복해지는 것은 불가능하다. 지고한 주께 초월적 사랑의 봉사를 하지 않고 생명체가 행복해질 수 없다.

In de Bhagavad-gītā wordt het vereren of het dienen van de verschillende halfgoden niet goedgekeurd. In het zevende hoofdstuk wordt in tekst twintig het volgende gesteld:

바가바드 기따에서 다양한 데바를 숭배하거나 그들을 섬기는 것은 허가되지 않는다. 제7장 20절이 이렇게 말한다.

kāmais tais tair hṛta-jñānāḥ
prapadyante ’nya-devatāḥ
taṁ taṁ niyamam āsthāya
prakṛtyā niyatāḥ svayā
까미이스 따이스 따이르 흐리따-갸나하 kāmais tais tair hṛta-jñānāḥ
쁘라빠댠뗀야 데바따하 prapadyante ’nya-devatāḥ
땀 땀 니야맘 아스타야 taṁ taṁ niyamam āsthāya
쁘라끄리땨 니야따 스바야 prakṛtyā niyatāḥ svayā

‘Zij die door materiële verlangens van hun verstand beroofd zijn, geven zich over aan de halfgoden en volgen de specifieke regels en bepalingen van verering die overeenkomen met hun eigen aard.’ Hier wordt duidelijk gezegd dat zij die door lust geleid worden de halfgoden vereren en niet de Allerhoogste Heer Kṛṣṇa.

Wanneer we spreken van de naam Kṛṣṇa, dan verwijzen we daarmee niet naar een sektarische naam. Kṛṣṇa betekent de allerhoogste vreugde en er wordt geschreven dat de Allerhoogste Heer de onuitputtelijke bron of het reservoir van alle vreugde is. We hunkeren allemaal naar vreugde. Ānanda-mayo ’bhyāsāt (Vedānta-sūtra 1.1.12). De levende wezens zijn net als de Heer vol bewustzijn en zoeken naar geluk. De Heer is eeuwig gelukkig en als de levende wezens met Hem omgaan, met Hem samenwerken en Zich in Zijn gezelschap bevinden, dan worden zij ook gelukkig.

여기서 욕망에 이끌리는 자는 최고인격신 끄리쉬나가 아닌 데바(하위신)들을 숭배한다고 말한다. 끄리쉬나라는 이름을 언급할 때 우리는 종파적 이름을 말하는 것이 아니다. 끄리쉬나는 최상의 즐거움을 의미하고 지고한 주가 모든 즐거움의 보고 혹은 저장소라는 사실은 확증되었다. 우리는 모두 즐거움을 좇고 있다. 아난다-마요 비아삿(Ānanda-mayo ’bhyāsāt 《베단따 수뜨라 1.1.12》). 생명체는 주처럼 의식으로 가득하고 행복을 추구한다. 주는 영원히 행복하고 생명체가 주와 함께하며 협력하고 주의 동반자가 되면 생명체도 행복해진다.

De Heer daalt af naar deze vergankelijke wereld om in Vṛndāvana Zijn activiteiten van vermaak te tonen, die vol geluk zijn. Toen Heer Kṛṣṇa in Vṛndāvana was, waren al Zijn activiteiten met Zijn vrienden, de koeherders, met Zijn jonge vriendinnen, met de andere inwoners van Vṛndāvana en met de koeien vol geluk. De volledige bevolking van Vṛndāvana dacht aan niemand anders dan Kṛṣṇa. Maar ondanks dat weerhield Heer Kṛṣṇa Zijn vader Nanda Mahārāja ervan om de halfgod Indra te vereren, omdat Hij duidelijk wilde maken dat mensen geen enkele halfgod hoeven te vereren. Ze hoeven alleen de Allerhoogste Heer te vereren, omdat het hun uiteindelijke doel is terug te keren naar Zijn woning.

주는 행복으로 가득한 브린다반(Vṛndāvana)에서의 유희를 보이시고자 이 물질계에 강림하신다. 주 스리 끄리쉬나께서 브린다반에 계셨을 때, 당신의 소치기 친구들과 소녀 친구들, 브린다반의 다른 거주자들은 물론이고 소와 함께 한 행위들은 행복으로 가득했다. 브린다반의 전 주민들은 끄리쉬나 외에는 아무것도 몰랐다. 그러나 주 끄리쉬나는 당신의 아버지 난다 마하라자(Nanda Mahārāja)한테까지 데바 인드라(Indra) 숭배를 못하게 하셨는데 이는 사람들이 어떤 데바 숭배도 할 필요가 없다는 사실을 확립하고 싶으셨기 때문이다. 그들의 궁극적 목표는 주의 보금자리로 돌아가는 것이었기 때문에 그들은 오직 지고한 주만을 숭배할 필요가 있었다.

De woning van Heer Śrī Kṛṣṇa wordt in het vijftiende hoofdstuk van de Bhagavad-gītā, tekst zes, beschreven:

스리 끄리쉬나의 보금자리는 바가바드 기따 제15장 6절에 다음과 같이 묘사된다.

na tad bhāsayate sūryo
na śaśāṅko na pāvakaḥ
yad gatvā na nivartante
tad dhāma paramaṁ mama
나 딷 바사야떼 수르요 na tad bhāsayate sūryo
나 샤샹꼬 나 빠바까하 na śaśāṅko na pāvakaḥ
얃 가뜨바 나 니바르딴떼 yad gatvā na nivartante
딷 다마 빠라맘 마마 tad dhāma paramaṁ mama

‘Die allerhoogste woning van Mij wordt niet verlicht door de zon of de maan en evenmin door vuur of elektriciteit. Zij die haar bereiken, komen nooit meer terug naar de materiële wereld.’

 “지고한 내 보금자리는 태양이나 달, 불이나 전기 없이 빛난다. 그곳에 도달하는 자는 결코 이 물질계에 다시 돌아오지 않느니라.”

Dit vers geeft een beschrijving van die eeuwige hemel. Natuurlijk hebben we een materiële opvatting van de hemel en we hebben hierbij een zon, maan, sterren enz. in gedachten, maar in dit vers zegt de Heer dat er in de eeuwige hemel geen behoefte is aan een zon en evenmin aan een maan of elektriciteit of vuur van welke soort dan ook, omdat de spirituele hemel al verlicht wordt door de brahmajyoti, het licht dat van de Allerhoogste Heer afstraalt. Met veel moeite proberen we andere planeten te bereiken, maar het is niet moeilijk om de woonplaats van de Allerhoogste Heer te begrijpen. Deze woonplaats wordt Goloka genoemd en in de Brahma-saṁhitā (5.37) wordt het prachtig beschreven: goloka eva nivasaty akhilātma-bhūtaḥ. De Heer verblijft eeuwig in zijn woning Goloka, maar Hij kan bereikt worden vanuit deze wereld en met dit doel manifesteert Hij Zijn ware gedaante, sac-cid-ānanda-vigraha. Zodra Hij deze gedaante manifesteert, hoeven we niet meer te speculeren over hoe Hij eruitziet. Om zulk creatief speculeren te ontmoedigen daalt Hij neer en toont Hij Zichzelf zoals Hij is, als Śyāmasundara. Maar jammer genoeg bespotten de minder intelligente personen Hem, omdat Hij als een van ons komt en Zich met ons vermaakt als een menselijk wezen. Maar dat is geen reden om de Heer als een van de onzen te beschouwen. Door Zijn almacht verschijnt Hij voor ons in Zijn ware vorm en openbaart Hij Zijn activiteiten van vermaak, die een replica zijn van de activiteiten van vermaak die in Zijn woning plaatsvinden.

이 구절은 영적 하늘에 대한 묘사를 제공한다. 물론 우리는 하늘에 대한 물질적 개념을 갖고 있고 태양, 달, 별 등과 같은 것들과 연결 지어 그것을 생각하지만 이 구절에서 주께서는 영원한 하늘에는 태양도 달도 전기나 불같은 어떤 것도 필요하지 않다고 말씀하시고 그 이유는 영적 하늘은 지고한 주에게서 뿜어져 나오는 빛, 브라흐마-죠띠(brahma-jyotir)에 의해 이미 환하게 밝기 때문이다. 우리는 힘들게 다른 행성에 도달하려고 노력하고 있지만 주의 보금자리를 이해하는 것은 별로 어렵지 않다. 이 보금자리를 골로까(Goloka)라고 한다. 브라흐마 삼히따(5.37)에 이것이 아름답게 묘사되어 있다. 골로까 에바 니바사땨킬라뜨마-부따하(goloka eva nivasaty akhilātma-bhūtaḥ). 주는 당신의 보금자리 골로까에 영원히 거주하시지만, 이 세상에서도 주께 다가갈 수 있고 이를 위해 주께서 당신의 참된 형상, 삿 찓 아난다 비그라하를 보여주신다. 주가 이 형상을 보여주시므로 당신이 어떤 모습인지 우리가 상상할 필요는 없다. 그런 상상과 추측을 멈추게 하시고자 주는 샤마순다라(Śyāmasundara)로 당신을 있는 그대로 직접 드러내신다. 불행히도 어리석은 자들은 주가 우리 안에 오셔서 인간처럼 우리와 함께 놀아주시니까 주를 조롱한다. 그러나 주가 그렇게 하신다고 주를 우리와 같다고 생각해서는 안 된다. 주가 당신의 실제 모습을 우리 앞에 드러내시고 당신의 보금자리에서 하는 유희와 같은 것을 보이시는 것은 주의 전지전능함 때문이다.

In de lichtstralen van de spirituele hemel zweven ontelbare planeten. De brahmajyoti wordt uitgestraald door de allerhoogste woning, namelijk Kṛṣṇaloka, en de ānanda-maya-, cin-maya-planeten, die niet materieel zijn, zweven in die stralen. De Heer zegt: na tad bhāsayate sūryo na śaśāṅko na pāvakaḥ/ yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama. Wie die spirituele hemel weet te bereiken, hoeft niet meer naar de materiële hemel af te dalen. In de materiële hemel zullen we dezelfde levensomstandigheden tegenkomen: geboorte, dood, ziekte en ouderdom, ook al bereiken we de hoogste planeet (Brahmaloka), om niet te spreken van de maan. Geen enkele planeet in het materiële universum is vrij van deze vier onderdelen van het materiële bestaan.

영적 하늘의 밝은 빛 속에는 수많은 행성이 떠 있다. 브라흐마 죠띠는 최상의 보금자리, 끄리쉬나로까에서 나오고 물질적 행성이 아닌 아난다 마야(ānanda-maya), 찐 마야(cin-maya) 행성도 그 빛 속에 떠 있다. 주께서 “나 딷 바사야떼 수르요 나 샤샹꼬 나 빠바까하/ 얃 가뜨바 나 니바르딴떼 딷 다마 빠라맘 마마”라고 말씀하신다. 그 영적 하늘에 도달할 수 있는 자는 물질적 하늘에 다시 내려오지 않아도 된다. 물질적 하늘에서는 달은 물론이고, 가장 높은 행성(브라흐마로까)에 간다고 해도 출생, 죽음, 질병과 늙음이라는 똑같은 조건을 맞게 된다. 물질적 우주 안에 있는 어떤 행성도 물질적 존재의 이 네 가지 원칙에서 벗어날 수 없다.

De levende wezens reizen van planeet naar planeet, maar we kunnen niet eenvoudigweg op een mechanische manier naar elke gewenste planeet gaan. Als we naar andere planeten willen gaan, dan bestaat daarvoor een proces, dat als volgt wordt beschreven: yānti deva-vratā devān pitṝn yānti pitṛ-vratāḥ. Als we interplanetair willen reizen, dan hebben we daarvoor geen mechanisch toestel nodig. De Gītā geeft de volgende instructie: yānti deva-vratā devān. De maan, de zon en de hogere planeten worden Svargaloka genoemd. De planeten zijn onderverdeeld in drie categorieën: de hogere, de middelste en de lagere planetenstelsels. De aarde maakt deel uit van het middelste planetenstelsel. De Bhagavad-gītā geeft ons de kennis over hoe we via een simpele methode naar de hogere planetenstelsels (Devaloka) kunnen reizen: yānti deva-vratā devān. Het vereren van de bepaalde halfgod van een bepaalde planeet is voldoende om naar de maan, de zon of naar welke van de andere hogere planetenstelsels dan ook te gaan.

생명체가 한 행성에서 다른 행성으로 여행하고 있지만 단지 물리적(기계적) 준비만으로 어떤 행성에도 갈 수 있는 것이 아니다. 다른 행성에 가고자 한다면 거기에 가는 과정을 겪어야 한다. 이것 또한 언급되어 있다. 얀띠 데바-브라따 데반 삐뜨린 얀띠 삐뜨리-브라따하(yānti deva-vratā devān pitṝn yānti pitṛ-vratāḥ). 우리가 행성 간을 여행하고 싶다면 어떠한 물리적 준비도 필요 없다. 기따가 “얀띠 데바-브라따 데반”이라고 가르친다. 달, 태양, 그리고 더 높은 행성들을 스바르가로까(Svargaloka)라고 한다. 물질계에는 세 가지 다른 위치의 행성이 있고 이것은 상위, 중간, 하위 행성 체계이다. 지구는 중간 행성 체계에 속한다. 바가바드 기따는 상위 행성 체계(데바로까)에 여행가는 매우 간단한 방법을 알려준다. 얀띠 데바-브라따 데반. 그 특정 행성을 지배하는 특정 데바만을 숭배할 필요가 있고 그렇게 하면 달, 태양 혹은 다른 어떤 상위 행성 체계에도 갈 수 있다.

Toch raadt de Bhagavad-gītā ons niet aan om naar welke planeet in de materiële wereld dan ook te gaan, want zelfs al gaan we naar Brahmaloka, de hoogste planeet, door veertigduizend jaar lang te reizen in een of ander mechanisch toestel (en wie leeft er zo lang?), dan nog zullen we de materiële ongemakken van geboorte, dood, ziekte en ouderdom tegenkomen. Maar wie de allerhoogste planeet, Kṛṣṇaloka, of een van de andere planeten in de spirituele hemel wil bereiken, zal geen last ondervinden van deze materiële ongemakken. Te midden van alle planeten in de spirituele hemel is er īīn planeet die de allerhoogste is en die Goloka Vṛndāvana wordt genoemd. Zij is de oorspronkelijke planeet in de verblijfplaats van de oorspronkelijke Persoonlijkheid Gods, Śrī Kṛṣṇa. De Bhagavad-gītā geeft ons al deze informatie en door haar instructies leert ze ons hoe we de materiële wereld kunnen verlaten en hoe we een leven vol werkelijk geluk kunnen beginnen in de spirituele hemel.

그러나 바가바드 기따는 이 물질계에 있는 어떤 행성에도 가라고 조언하지 않는데, 그 이유는 어떤 기계적 방법을 동원해 4만 년이 걸려(누가 그렇게 오래도록 살 수 있겠는가?) 가장 높은 행성인 브라흐마로까에 간다고 하더라도 생로병사라는 물질적 불편을 여전히 겪게 되어 있기 때문이다. 그러나 최상의 행성, 끄리쉬나로까나 영적 하늘 안에 있는 다른 행성들에 가고자 한다면 이러한 물질적 불편을 겪지 않을 것이다. 영적 하늘 안에 있는 모든 행성 중 가장 높은 행성은 골로까 브린다반으로, 이곳은 원초적 인격신 스리 끄리쉬나의 보금자리 중 원래의 행성이다. 이 모든 정보는 바가바드 기따에 나와 있고 그 가르침을 통해 물질계를 떠나 영적 하늘에서 진정으로 행복한 삶을 시작하는 법을 배운다.

In het vijftiende hoofdstuk van de Bhagavad-gītā wordt een werkelijk beeld van de materiële wereld gegeven. Daar wordt gezegd:

바가바드 기따의 제15장에서 물질계의 실상이 나와 있다. 거기에서 이렇게 말한다.

ūrdhva-mūlam adhaḥ-śākham
aśvatthaṁ prāhur avyayam
chandāṁsi yasya parṇāni
yas taṁ veda sa veda-vit
우르드바물람 아다-샤캄 ūrdhva-mūlam adhaḥ-śākham
아스밧탐 쁘라후라뱌얌 aśvatthaṁ prāhur avyayam
찬담시 야샤 빠르나니 chandāṁsi yasya parṇāni
야스 땀 베다 사 베다-빗 yas taṁ veda sa veda-vit

De materiële wereld wordt hier beschreven als een boom waarvan de wortels omhoog gaan en de takken naar beneden. We hebben allemaal wel eens zo’n boom gezien: wanneer men op de oever van een rivier of van een waterbekken staat, kan men zien dat de weerspiegelde bomen omgekeerd staan. De takken gaan naar beneden en de wortels naar boven. Op dezelfde manier is de materiële wereld een weerspiegeling van de spirituele wereld. De materiële wereld is alleen maar een schaduw van de werkelijkheid. De schaduw zelf heeft geen werkelijkheid en geen substantie, maar door de schaduw begrijpen we dat er zowel een substantie als een werkelijkheid is. In een woestijn is geen water aanwezig, maar de luchtspiegeling geeft aan dat er zoiets als water bestaat. In de materiële wereld is er geen water, geen geluk, maar het echte water van werkelijk geluk is aanwezig in de spirituele wereld.

여기에 물질계는 뿌리가 위로 뻗고 가지가 밑으로 나 있는 곳으로 묘사되어 있다. 강가나 호숫가 같은 곳에 서면 물에 비친 나무가 거꾸로 보이는 것을 경험한다. 가지는 밑에 있고 뿌리는 위에 있다. 마찬가지로 물질계는 영적 세계의 투영이다. 물질계는 실재의 그림자에 불과하다. 그림자에는 실재도 본체도 없지만 그림자를 통해 본질과 실재가 있다는 것을 이해할 수 있다. 사막에는 물이 없지만 신기루가 그런 것이 있다고 암시한다. 물질계에는 물도 행복도 없지만 실제 행복의 참된 물은 영적 세계에 있다.

De Heer geeft aan dat we de spirituele wereld als volgt kunnen bereiken (Bg. 15.5):

다음과 같은 방식으로 영적 세계에 이를 수 있다고 주께서 가르쳐 주신다(바가바드 기따 15.5).

nirmāna-mohā jita-saṅga-doṣā
adhyātma-nityā vinivṛtta-kāmāḥ
dvandvair vimuktāḥ sukha-duḥkha-saṁjñair
gacchanty amūḍhāḥ padam avyayaṁ tat
니르마나-모하 지따 상가-도샤 nirmāna-mohā jita-saṅga-doṣā
아댜뜨마-니땨 비니브릿따-까마하 adhyātma-nityā vinivṛtta-kāmāḥ
드반드바이르 비묵따 수카-두카-삼갸이르 dvandvair vimuktāḥ sukha-duḥkha-saṁjñair
갓찬땨무다 빠담 아뱌얌 땃 gacchanty amūḍhāḥ padam avyayaṁ tat

Dat padam avyayam of eeuwige koninkrijk kan bereikt worden door iemand die nirmāna-moha is. Wat betekent dit? We zijn allemaal op zoek naar benamingen. De een wil een ‘meneer’ worden, de ander een ‘excellentie’ en weer een ander wil de president worden of een rijk man of een koning of iets anders. Zolang we gehecht zijn aan die benamingen zijn we gehecht aan het lichaam, want deze benamingen hebben betrekking op het lichaam. Maar we zijn dit lichaam niet en wanneer we dat eenmaal begrijpen, is dat de eerste stap in onze spirituele bewustwording. We staan nu in contact met de drie hoedanigheden van de materiële natuur, maar we moeten ons door devotionele dienst aan de Heer van hen onthechten. Als we niet gehecht zijn aan devotionele dienst aan de Heer, dan kunnen we ons niet losmaken van de hoedanigheden van de materiële natuur. Benamingen en gehechtheden komen voort uit onze lust en verlangens, uit ons verlangen de baas te spelen over de materiële natuur. Zolang we deze neiging om de baas te spelen over de materiële natuur niet opgeven, is het onmogelijk om terug te gaan naar het koninkrijk van de Allerhoogste, de sanātana-dhāma. Dat eeuwige koninkrijk, dat nooit vernietigd wordt, kan benaderd worden door iemand die niet door de aantrekking van vals materieel genot misleid wordt en die standvastig is in dienst aan de Allerhoogste Heer; zo iemand kan die allerhoogste woning gemakkelijk bereiken.

빠담 아뱌얌, 즉 영원한 왕국은 니르마나 모하인 사람만이 도달할 수 있다. 이것이 무슨 뜻인가? 우리는 호칭을 좇고 있다. 어떤 사람은 무슨 무슨 “님”이라고 불리고 싶어 하고 어떤 사람은 “주인”이 되고 싶어 하며 다른 사람은 대통령이나 부자 혹은 왕이나 다른 무언가가 되고 싶어 한다. 우리가 이런 호칭에 집착하는 한, 우리는 육신에 집착하게 되는데, 호칭은 육신에 속하기 때문이다. 그러나 우리는 이 몸이 아니므로 이것을 깨닫는 것이 영적 깨달음의 첫 단계이다. 우리는 세 가지 물질적 본성과 교류하고 있지만 주를 향한 봉헌을 통해 이것에서 벗어나야 한다. 주를 향한 봉헌에 애착이 없으면 물질적 본성에서 벗어날 수 없다. 호칭과 집착은 물질적 본성을 지배하고 싶어 하는 우리 욕망과 욕구 때문에 생겨난다. 물질적 본성을 지배하려는 이 성향을 버리지 않는 한 사나따나 다마, 주의 왕국으로 돌아갈 방법은 없다. 절대 파괴되지 않는 그 영원한 왕국은 헛된 물질적 즐거움에 매혹되지 않고 절대신의 봉사에 전념하는 자가 도달할 수 있다. 그런 자들은 최상의 보금자리에 쉽게 갈 수 있다.

Op een andere plaats in de Gītā (8.21) wordt gezegd:

기따의 다른 곳(8.21)에서도 이렇게 말한다.

avyakto ’kṣara ity uktas
tam āhuḥ paramāṁ gatim
yaṁ prāpya na nivartante
tad dhāma paramaṁ mama
아뱍또’끄샤라 이뜍따스 avyakto ’kṣara ity uktas
땀 아후 빠라맘 가띰 tam āhuḥ paramāṁ gatim
얌 쁘라뺘 나 니바르딴떼 yaṁ prāpya na nivartante
딷 다마 빠라맘 마마 tad dhāma paramaṁ mama

Avyakta betekent ‘ongemanifesteerd’. Niet eens alles van de materiële wereld is aan ons gemanifesteerd. Onze zintuigen zijn zo onvolmaakt dat we niet eens alle sterren binnen dit materiële universum kunnen zien. Door de Vedische literatuur hebben we toegang tot veel informatie over alle planeten en we kunnen die informatie geloven of niet. Alle belangrijke planeten worden in de Vedische literatuur beschreven, vooral in het Śrīmad-Bhāgavatam, en de spirituele wereld, die voorbij deze materiële hemel ligt, wordt beschreven als avyakta, ongemanifesteerd. Men zou moeten verlangen en hunkeren naar dat allerhoogste koninkrijk, want wie dat koninkrijk bereikt, hoeft niet meer terug te keren naar de materiële wereld.

아뱍따는 나타나지 않은 것을 의미한다. 물질계 전부가 우리 눈에 보이는 것은 아니다. 우리의 감각은 너무나 불완전해 이 물질계 속 우주에 있는 모든 별조차 볼 수 없다. 베다 문헌에서 우리는 모든 행성에 관한 정보를 얻을 수 있지만, 이것을 믿는 사람도 믿지 않는 사람도 있다. 특히 스리마드 바가바땀에는 모든 중요한 행성에 관해 설명되어 있고 이 물질적 하늘을 넘어서는 영적 세계를 아뱍따, 나타나지 않은 곳이라고 묘사한다. 우리가 이 최고의 왕국을 갈망하고 추구해야 하는 이유는 이 왕국에 도달하면 현재의 물질계로 되돌아올 필요가 없기 때문이다.

Men zou zich nu kunnen afvragen hoe men die woning van de Allerhoogste Heer kan bereiken. Het achtste hoofdstuk geeft hierover informatie. Daarin wordt gezegd:

이제 어떻게 하면 주의 그 보금자리에 갈 수 있는지 묻는 사람이 있을 것이다. 그것에 관한 정보는 제8장에 나온다. 그곳에서 말하기를,

anta-kāle ca mām eva
smaran muktvā kalevaram
yaḥ prayāti sa mad-bhāvaṁ
yāti nāsty atra saṁśayaḥ
안따-깔레 짜 맘 에바 anta-kāle ca mām eva
스마란 묵뜨바 깔레바람 smaran muktvā kalevaram
야 쁘라야띠 사 맏-바밤 yaḥ prayāti sa mad-bhāvaṁ
야띠 나스땨뜨라 삼샤야하 yāti nāsty atra saṁśayaḥ

‘En wie aan het eind van zijn leven, wanneer hij zijn lichaam verlaat, uitsluitend aan Mij denkt, bereikt onmiddellijk Mijn zijnstoestand. Hierover is geen twijfel mogelijk.’ (Bg. 8.5) Wie op het moment van de dood aan Kṛṣṇa denkt, gaat naar Kṛṣṇa. Men moet zich de gedaante van Kṛṣṇa herinneren; als men aan die vorm denkt wanneer men het lichaam verlaat, zal men zeker het spirituele koninkrijk bereiken. Mad-bhāvam heeft betrekking op de allerhoogste natuur van het Allerhoogste Wezen. Het Allerhoogste Wezen is sac-cid-ānanda-vigraha, dat wil zeggen: Zijn vorm is eeuwig, vol kennis en gelukzaligheid. Ons huidige lichaam is niet sac-cid-ānanda. Het is asat, niet sat. Het is niet eeuwig, maar vergankelijk. Het is niet cit, vol kennis, maar het is vol onwetendheid. We hebben geen kennis over de spirituele wereld en evenmin hebben we volmaakte kennis over de materiële wereld, waar zoveel dingen ons onbekend zijn. Het lichaam is ook nirānanda; in plaats van vol geluk te zijn, is het vol ellende. Alle ellende die we in de materiële wereld ondergaan wordt veroorzaakt door het lichaam, maar wie dit lichaam verlaat terwijl hij denkt aan Heer Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, krijgt meteen een sac-cid-ānanda-lichaam.

 “그리고 생의 끝에 나를 기억하며 육신을 떠나는 자는 누구나 즉시 나의 본성에 이를 것이다. 이에 관해 의심의 여지가 없다(바가바드 기따 8.5).” 죽음의 순간에 끄리쉬나를 기억하는 사람은 끄리쉬나에게 간다. 우리는 반드시 끄리쉬나의 모습을 기억해야 한다. 몸을 떠날 때 주의 모습을 생각하는 자는 틀림없이 영적 왕국에 도달한다. 맏 바밤은 지고한 존재의 초월적 특성을 말한다. 지고한 존재는 삿 찓 아난다 비그라하이다. 즉 당신의 형상은 영원하고 지식으로 가득하며 행복하다. 우리가 현재 지닌 몸은 삿 찓 아난다가 아니다. 그것은 “삿”이 아니라 “아삿”이다. 영원하지 않고 없어진다. 그것은 지식으로 가득한 “찟”이 아니라 무지로 가득하다. 우리는 영적 왕국에 관해 전혀 아는 바가 없고 이 물질계에 관해서도 완전한 지식을 갖추고 있지 않다. 우리가 모르는 것은 너무나 많다. 육신은 또한 니르아난다(nirānanda)이다. 행복으로 가득한 것이 아니라 불행으로 가득하다. 물질계에서 경험하는 모든 불행은 육신에서 비롯되지만 이 몸을 떠날 때 최고인격신, 주 끄리쉬나를 생각하는 자는 즉시 삿 찓 아난다 몸을 얻을 수 있다.

Het proces waarbij men het lichaam verlaat en in de materiële wereld een ander aanneemt, verloopt volgens een plan. Iemand sterft nadat is vastgesteld wat voor soort lichaam hij in zijn volgend leven krijgt. Deze beslissing wordt genomen door hogere autoriteiten en niet door het levend wezen zelf. Overeenkomstig onze activiteiten in dit leven kunnen we ofwel omhoog ofwel omlaag gaan. Dit leven is een voorbereiding op ons volgend leven. Als we ons daarom in dit leven kunnen voorbereiden om gepromoveerd te worden naar het koninkrijk van God, dan zullen we na het verlaten van dit materiële lichaam zeker een spiritueel lichaam krijgen, net als dat van de Heer.

물질계에서 이 몸을 버리고 다른 몸을 받는 과정 또한 조직적이다. 우리는 어떤 형태의 몸을 다음 생에 받을지 정해진 다음 죽는다. 생명체 스스로 정하는 것이 아니라 더 높은 존재가 이것을 결정한다. 이 삶에서 우리가 한 행위에 따라 올라가거나 내려간다. 현생은 내생을 준비하는 과정이다. 그러므로 현생에 절대신의 왕국으로 격상될 준비를 하면 이 물질적 육신을 떠난 후 반드시 주의 몸과 같은 영적 몸을 얻게 된다.

Zoals al eerder is uitgelegd, zijn er verschillende soorten transcendentalisten: de brahma-vādī, paramātma-vādī en de toegewijde, en er is ook gezegd dat er in de brahmajyoti (de spirituele hemel) ontelbare spirituele planeten zijn. Het aantal van deze planeten is vele, vele malen groter dan alle planeten in de materiële wereld tezamen. De materiële wereld is naar schatting slechts een kwart van de schepping (ekāṁśena sthito jagat). In dit materiële deel bevinden zich miljoenen en miljarden universa met triljoenen planeten, zonnen, sterren en manen. Maar deze hele materiële schepping is enkel een fragment van de totale schepping. Het grootste gedeelte van de schepping bevindt zich in de spirituele hemel.

Wie ernaar verlangt op te gaan in het bestaan van het Allerhoogste Brahman, wordt onmiddellijk overgebracht naar de brahmajyoti van de Allerhoogste Heer en bereikt zo de spirituele hemel. De toegewijde die van het gezelschap van de Heer wil genieten, gaat naar de Vaikuṇṭha-planeten, waarvan er ontelbare zijn, en daar gaat de Allerhoogste Heer met hem om in Zijn volkomen expansies zoals Nārāyaṇa met vier armen en met verschillende namen zoals Pradyumna, Aniruddha en Govinda. Aan het eind van hun leven denken transcendentalisten daarom of aan de brahmajyoti of aan de Paramātmā of aan de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Śrī Kṛṣṇa. In al deze gevallen gaan ze binnen in de spirituele hemel, maar alleen de toegewijde of degene die persoonlijk contact heeft met de Allerhoogste Heer, gaat naar de Vaikuṇṭha-planeten of naar de planeet Goloka Vṛndāvana. De Heer voegt daar nog aan toe dat daarover ‘geen twijfel bestaat’. We moeten dit zonder meer geloven. We moeten dat wat niet met onze verbeelding strookt, niet afwijzen; onze houding zou eerder als die van Arjuna moeten zijn: ‘Ik geloof alles wat Je mij gezegd hebt.’ Wanneer de Heer daarom zegt dat degene die op het moment van de dood aan Hem denkt als Brahman of Paramātmā of als de Persoonlijkheid Gods, zeker in de spirituele hemel zal binnengaan, dan bestaat daarover geen twijfel. Hieraan kan gewoon niet worden getwijfeld.

앞서 설명했듯이 서로 다른 초월주의자가 있다. 그것은 브라흐마-바디(brahma-vādī), 빠람아뜨마-바디(paramātma-vādī), 그리고 헌애자(devotee)이다. 그리고 브라흐마 죠띠(영적 하늘)에는 수많은 영적 행성이 있다고 언급했다. 이 행성들의 수는 이 물질계에 있는 모든 행성의 수와 비교할 수 없을 만큼 훨씬 더 많다. 이 물질계는 창조된 세계의 약 ¼에 불과하다(에깜세나 스티또 자갓 ekāṁśena sthito jagat). 이 물질계에 존재하는 수천 수억의 우주 각각에는 수천 조를 넘는 행성과 해, 달, 별들이 있다. 그러나 이 모든 물질계는 전체 창조물의 작은 부분에 지나지 않는다. 대부분의 창조물은 영적 하늘 안에 있다. 지고한 브라흐만의 존재 안에 합쳐지고 싶은 자는 즉시 주의 브라흐마 죠띠로 옮겨져 영적 하늘과 하나가 된다. 주와 교류하고 싶은 헌애자는 헤아릴 수 없이 많은 바이꾼타(Vaikuṇṭha) 행성으로 옮겨져 주의 완전한 확장인 네 팔의 나라야나(Nārāyaṇa)와 쁘라듐나(Pradyumna), 아니룻다(Aniruddha), 고빈다(Govinda) 같이 여러 다른 이름을 한 똑같은 주와 그곳에서 함께 지낸다. 그러므로 생의 마지막에 초월주의자들은 브라흐마 죠띠나 빠람아뜨마 혹은 최고인격신 스리 끄리쉬나를 생각한다. 이 세 가지 경우 모두 영적 하늘 안에 들어가지만, 오직 헌애자나 주와 개인적 교류를 하는 자만이 바이꾼타 행성이나 골로까 브린다반에 들어간다. 주는 여기에 “이에 관해 의심의 여지도 없다.”라고 덧붙이신다. 이것을 확고히 믿어야 한다. 우리 생각과 맞지 않는다고 거부해서는 안 되며 아르주와 같은 태도를 보여야 한다. “당신이 하신 모든 말씀을 저는 믿습니다.” 그러므로 죽음의 순간에 주를 브라흐만 혹은 빠람아뜨마 혹은 최고인격신으로 생각하는 누구라도 틀림없이 영적 하늘에 들어가고 거기에는 의심의 여지가 없다. 이것을 믿지 않을 이유는 없다.

De Bhagavad-gītā (8.6) legt ook het algemene principe uit dat het mogelijk maakt het spirituele koninkrijk binnen te gaan door eenvoudig aan de Allerhoogste te denken op het moment van de dood:

바가바드 기따(8.6)는 죽음의 순간에 그저 주를 생각함으로써 영적 왕국에 들어가는 것이 가능하다는 일반 원칙 또한 설명한다.

yaṁ yaṁ vāpi smaran bhāvaṁ
tyajaty ante kalevaram
taṁ tam evaiti kaunteya
sadā tad-bhāva-bhāvitaḥ
얌 얌 바삐 스마란 바밤 yaṁ yaṁ vāpi smaran bhāvaṁ
땨자땬떼 깔레바람 tyajaty ante kalevaram
땀 땀 에바이띠 까운떼야 taṁ tam evaiti kaunteya
사다 딷-바바-바비따하 sadā tad-bhāva-bhāvitaḥ

‘Welke zijnstoestand iemand ook in gedachten heeft wanneer hij zijn lichaam opgeeft, o zoon van Kuntī, die toestand zal hij in zijn volgend leven zeker bereiken.’ Maar eerst moeten we begrijpen dat de materiële natuur een manifestatie is van een van de energieën van de Allerhoogste Heer. In de Viṣṇu Purāṇa (6.7.61) wordt het geheel van de energieën van de Allerhoogste Heer gekenschetst:

 “현생의 몸을 버리는 순간에 기억하는 어떠한 것이든, 다음 생에서 반드시 바로 그 상태를 얻는다.” 이제 물질적 본성이 주의 여러 에너지 중 하나라는 것부터 이해해야 한다. 비쉬누 뿌라나(6.7.61)에 주의 모든 에너지가 설명되어 있다.

viṣṇu-śaktiḥ parā proktā
kṣetra-jñākhyā tathā parā
avidyā-karma-saṁjñānyā
tṛtīyā śaktir iṣyate
비쉬누-샥띠 빠라 쁘록따 viṣṇu-śaktiḥ parā proktā
끄쉐뜨라-갸캬 따타 빠라 kṣetra-jñākhyā tathā parā
아비댜-까르마-삼갸냐 avidyā-karma-saṁjñānyā
뜨리띠야 샥띠르 이샤떼 tṛtīyā śaktir iṣyate

De Allerhoogste Heer heeft uiteenlopende en ontelbare energieën die onze verbeeldingskracht te boven gaan, maar geleerde wijzen of bevrijde zielen hebben deze energieën bestudeerd en geanalyseerd en in drie groepen ingedeeld. Al deze energieën zijn viṣṇu-śakti, dat wil zeggen: ze zijn allemaal verschillende vermogens van Heer Viṣṇu. De eerste energie is parā, transcendentaal. De levende wezens horen bij de hogere energie, zoals al eerder is uitgelegd. De andere energieën, ook wel de materiële energieën genoemd, bevinden zich in de hoedanigheid onwetendheid. Op het moment van de dood blijven we of in de lagere energie van de materiële wereld of we worden overgebracht naar de energie van de spirituele wereld. De Bhagavad-gītā (8.6) zegt dus:

지고한 주는 우리 상상을 초월하는 다양하고도 헤아릴 수 없이 많은 에너지를 갖고 계신다. 그러나 위대한 현인들 혹은 해방된 영혼들이 이 에너지들을 분석하여 세 범주로 분류했다. 모든 에너지는 비쉬누 샥띠로 주 비쉬누의 서로 다른 능력을 뜻한다. 첫 번째 에너지는 빠라(parā), 초월적이다. 이미 설명했듯이 생명체 역시 상위 에너지에 속한다. 다른 에너지들은 물질적 에너지로 무지의 특성(암성)을 지닌다. 죽음의 순간에 우리는 하위 에너지인 물질계에 남거나 영계의 에너지로 이동할 수 있다. 그래서 바가바드 기따(8.6)가 이렇게 말한다.

yaṁ yaṁ vāpi smaran bhāvaṁ
tyajaty ante kalevaram
taṁ tam evaiti kaunteya
sadā tad-bhāva-bhāvitaḥ
얌 얌 바삐 스마란 바밤 yaṁ yaṁ vāpi smaran bhāvaṁ
땨자땬떼 깔레바람 tyajaty ante kalevaram
땀 땀 에바이띠 까운떼야 taṁ tam evaiti kaunteya
사다 딷-바바-바비따하 sadā tad-bhāva-bhāvitaḥ

‘Welke zijnstoestand iemand ook in gedachten heeft wanneer hij zijn lichaam opgeeft, o zoon van Kuntī, die toestand zal hij in zijn volgend leven zeker bereiken.’

 “현생의 몸을 버리는 순간에 기억하는 어떠한 것이든, 다음 생에서 반드시 바로 그 상태를 얻는다.”

Ons hele leven door zijn we gewend om of aan de materiële of aan de spirituele energie te denken. Maar hoe kunnen we onze gedachten nu van de materiële energie op de spirituele energie richten? Er bestaat zoveel literatuur die onze gedachten vult met de materiële energie, zoals bijvoorbeeld kranten, tijdschriften, romans enz. Ons denken, dat nu helemaal in beslag wordt genomen door zulke literatuur, moet op de Vedische literatuur gericht worden. Daarom hebben de grote wijzen zoveel Vedische teksten, zoals de purāṇa’s, geschreven. De purāṇa’s zijn geen fictie; het zijn historische verslagen. In het Caitanya-caritāmṛta (Madhya 20.122) staat het volgende vers:

살아가는 동안 우리는 물질적 에너지나 영적 에너지에 관해서 생각하는 데 익숙하다. 그렇다면 우리의 생각을 물질적 에너지에서 영적 에너지로 어떻게 바꿀 수 있을까? 이 세상에는 우리의 사고를 물질적 에너지로 가득 채우는 신문, 잡지, 소설 같은 문헌이 너무 많이 있다. 이런 문헌에 몰입해 있는 우리 사고를 베다 문헌으로 반드시 전환해야 한다. 그러므로 위대한 현인들은 뿌라나 같이 아주 많은 베다 문헌을 편찬했다. 뿌라나는 상상력으로 창작된 문학이 아니다. 그것은 역사적 기록이다. 짜이따냐 짜리땀리따(Caitanya-caritāmṛta 마댜 20.122)에 다음과 같은 구절이 있다.

māyā-mugdha jīvera nāhi svataḥ kṛṣṇa-jñāna
jīvere kṛpāya kailā kṛṣṇa veda-purāṇa
마야-묵다 지베라 나히 스바따 끄리쉬나-갸나 māyā-mugdha jīvera nāhi svataḥ kṛṣṇa-jñāna
지베라 끄리빠야 까일라 끄리쉬나 베다-뿌라나 jīvere kṛpāya kailā kṛṣṇa veda-purāṇa

De vergeetachtige levende wezens of geconditioneerde zielen zijn hun relatie met de Allerhoogste Heer vergeten en zijn verdiept in gedachten aan materiële activiteiten. Om hun denkvermogen op de spirituele hemel te richten, heeft Kṛṣṇa-dvaipāyana Vyāsa de zeer omvangrijke Vedische literatuur gegeven. Allereerst verdeelde hij de Veda in vier delen, daarna legde hij ze in de purāṇa’s uit en voor hen die minder begaafd zijn heeft hij het Mahābhārata geschreven. De Bhagavad-gītā wordt in het Mahābhārata gegeven. Daarna werd de hele Vedische literatuur samengevat in het Vedānta-sūtra en als een leidraad voor de toekomst heeft hij zijn natuurlijke commentaar op dat Vedānta-sūtra geschreven, die het Śrīmad-Bhāgavatam genoemd wordt. We moeten onze geest altijd gebruiken om deze Vedische literatuur te lezen. Net zoals materialisten hun geest bezighouden met het lezen van kranten, tijdschriften en zoveel andere materialistische literatuur, moeten wij onze leesgewoonten richten op de literatuur die ons door Vyāsadeva is gegeven. Op die manier zullen we in staat zijn om ons de Allerhoogste Heer te herinneren op het moment van de dood. Dat is de enige manier die de Heer voorstelt en Hij verzekert ons van het resultaat: ‘Hierover bestaat geen twijfel.’

잘 망각하는 생명체 혹은 속박된 영혼들은 주와의 관계를 잊어버리고 물질적 행위에 관한 생각에 몰두해 있다. 생각하는 힘을 영적 하늘으로 전환하기 위해 끄리쉬나 드바이빠야나 비아사(Kṛṣṇa-dvaipāyana Vyāsa)가 다작의 베다 경전을 편찬했다. 그는 먼저 베다를 네 부분으로 나눈 다음, 그것들을 뿌라나에 설명했고 지성이 부족한 사람들을 위해 마하바라따(Mahābhārata)를 썼다. 마하바라따 안에 바가바드 기따가 등장한다. 그런 다음 모든 베다 문헌을 베단따 수뜨라(Vedānta-sūtra)로 요약했고 장래의 지침이 되도록 베단따 수뜨라를 있는 그대로 해설한 스리마드 바가바땀을 저술했다. 우리는 항상 이 베다 문헌을 읽는 데 우리 마음을 집중해야 한다. 물질주의자들이 신문과 잡지 같은 여러 물질주의적 글을 읽는 데 정신을 쏟는 것처럼 우리의 독서를 비아사데바가 우리에게 선사한 이런 문헌으로 전환해야 한다. 이렇게 함으로써 죽음의 순간에 지고한 주를 기억하는 것이 가능하다. 그것이 주께서 제안하신 단 하나의 방법이고 당신이 그 결과를 보장하신다. “의심의 여지가 없다.”

tasmāt sarveṣu kāleṣu
mām anusmara yudhya ca
mayy arpita-mano-buddhir
mām evaiṣyasy asaṁśayaḥ
따스맛 사르베슈 깔레슈 tasmāt sarveṣu kāleṣu
맘 아누스마라 유댜 짜 mām anusmara yudhya ca
마이 아르삐따-마노-붇디르 mayy arpita-mano-buddhir
맘 에바이샤시 아삼샤야하 mām evaiṣyasy asaṁśayaḥ

‘Denk daarom altijd aan Mij in de gedaante van Kṛṣṇa, o Arjuna, en vervul tegelijkertijd je voorgeschreven plicht als strijder. Wanneer je activiteiten aan Mij gewijd zijn en je geest en intelligentie op Mij gevestigd zijn, zul je Mij ongetwijfeld bereiken.’ (Bg. 8.7)

 “그러므로 아르주나여, 항상 끄리쉬나의 모습으로 나를 기억할 것이며, 동시에 규정된 내 의무인 전투를 다 하여라. 너의 행위를 나에게 바치고, 너의 마음과 지성을 나에게 집중하면 틀림없이 나에게 이를 것이다(바가바드 기따 8.7).”

Kṛṣṇa raadt Arjuna niet aan om zich alleen Hem te herinneren en zijn voorgeschreven bezigheid op te geven. Nee, de Heer zou nooit iets onpraktisch voorstellen. In de materiële wereld moet men werken om het lichaam te onderhouden. De menselijke samenleving wordt, volgens de voorgeschreven activiteit die men verricht, onderverdeeld in vier sociale geledingen: brāhmaṇa’s, kṣatriya’s, vaiśya’s en śūdra’s. De klasse van de brāhmaṇa’s of de intellectuelen is op een bepaalde manier actief, de kṣatriya’s of de klasse van bestuurders zijn op een andere manier actief en de klasse van koopmanslieden en arbeiders doen allemaal hún eigen plicht.

Of men in de menselijke samenleving nu een arbeider, een koopman, een bestuurder of een boer is of zelfs als men tot de hoogste klasse behoort en een letterkundige, een wetenschapper of een theoloog is, men zal moeten werken voor zijn levensonderhoud. De Heer vertelt Arjuna daarom dat hij zijn bezigheden niet hoeft op te geven, maar dat hij zich, terwijl hij zijn voorgeschreven activiteiten uitoefent, Kṛṣṇa moet herinneren (mām anusmara). Als hij zich tijdens zijn strijd om het bestaan niet oefent in het zich herinneren van Kṛṣṇa, dan zal hij zich Kṛṣṇa onmogelijk kunnen herinneren op het moment van de dood. Ook Heer Caitanya raadt dit aan. Hij zegt: kīrtanīyaḥ sadā hariḥ, men moet zich oefenen in het voortdurend chanten van de namen van de Heer. Er bestaat geen verschil tussen de namen van de Heer en de Heer Zelf. De instructie van Heer Kṛṣṇa aan Arjuna dat hij zich Kṛṣṇa moet herinneren en Heer Caitanya’s opdracht om ‘altijd de namen van Heer Kṛṣṇa te chanten’ zijn een en dezelfde instructie. Er is geen verschil, omdat er geen verschil bestaat tussen Kṛṣṇa en Kṛṣṇa’s naam. Op het absolute niveau bestaat er geen verschil tussen het verwijzingsteken en datgene waarnaar verwezen wordt. We moeten ons daarom oefenen in het ons voortdurend herinneren van de Heer, vierentwintig uur per dag, door Zijn namen te chanten en de activiteiten in ons leven zo vorm te geven dat we altijd aan Hem kunnen denken.

주는 아르주나에게 오직 당신만을 기억하고 자기 의무는 저버리라고 권유하지 않으신다. 그렇지 않다. 주는 실용적이지 않은 것은 절대 말씀하지 않으신다. 이 물질계에서는 육신을 유지하려면 일을 해야만 한다. 인간 사회는 일의 종류에 따라 브라흐마나(brāhmaṇa), 끄샤뜨리야(kṣatriya), 바이샤(vaiśya), 슈드라(śūdra)의 네 계층으로 나뉜다. 브라흐마나, 즉 지식 계층이 하는 일이 있고, 끄샤뜨리야, 즉 행정 계층이 하는 일이 따로 있으며 상인 계층과 노동 계층 역시 자기 특정한 임무에 종사한다. 인간 사회에서 노동자든, 상인이든, 관료든, 농부든, 혹은 가장 높은 계층에 속하는 학자나 과학자, 신학자라도 누구나 자기 존재를 유지하기 위해 일해야 한다. 그러므로 주는 아르주나에게 직업을 버리지 말고, 그 일에 종사하면서 끄리쉬나를 기억해야 한다고 말씀하신다(맘 아누스마라 mām anusmara). 만일 존재를 위한 고군분투에만 치중하다 끄리쉬나를 기억하는 연습을 하지 못하면 죽음의 순간에 끄리쉬나를 기억할 수 없게 된다. 주 짜이따냐께서도 이렇게 조언하신다. 끼르따니야 사다 하리히(kīrtanīyaḥ sadā hariḥ). “주의 이름을 항상 구송(口誦)하는 연습을 해야 한다.” 주의 이름과 주는 서로 다르지 않다. 따라서 주 끄리쉬나께서 아르주나에게 “나를 기억하라”라고 하신 가르침과 주 짜이따냐께서 “항상 주 끄리쉬나의 이름을 구송하라”라고 하신 가르침은 같은 것이다. 끄리쉬나와 끄리쉬나의 이름은 서로 다르지 않으므로 이에는 어떠한 차이도 없다. 절대적 상태에서는 지시하는 말과 지시 대상의 차이가 없다. 그러므로 주의 이름을 구송함으로써 주를 항상 하루 24시간 기억하는 연습을 해야 하고 주를 늘 기억할 수 있게 우리 삶의 행위를 만들어나가야 한다.

Hoe is dat mogelijk? De ācārya’s geven het volgende voorbeeld. Als een getrouwde vrouw gehecht is aan een andere man of als een man gehecht is aan een andere vrouw dan zijn echtgenote, dan wordt deze gehechtheid als zeer sterk beschouwd. Iemand met zo’n gehechtheid denkt voortdurend aan zijn geliefde. De getrouwde vrouw die aan haar minnaar denkt, denkt altijd aan hun ontmoeting, zelfs wanneer ze het huishouden doet. Sterker nog, ze zal al haar huishoudelijk werk veel zorgvuldiger doen, zodat ze ondanks haar gehechtheid geen argwaan wekt bij haar echtgenoot. Op dezelfde manier moeten wij ons altijd de allerhoogste geliefde, Śrī Kṛṣṇa, herinneren, terwijl we tegelijkertijd al onze materiële plichten met zorg vervullen. Een sterk gevoel van liefde is hierbij noodzakelijk. Als we een sterk gevoel van liefde hebben voor de Allerhoogste Heer, kunnen we onze plicht doen en ons Hem tegelijkertijd herinneren. Maar we moeten dat gevoel van liefde ontwikkelen. Arjuna dacht bijvoorbeeld altijd aan Kṛṣṇa; hij was de trouwe vriend van Kṛṣṇa en tegelijkertijd was hij een strijder. Kṛṣṇa raadde hem niet aan het vechten op te geven en naar het bos te gaan om te mediteren. Toen Kṛṣṇa aan Arjuna de yogamethode uiteenzette, zei Arjuna dat het voor hem onmogelijk was om dat systeem te beoefenen.

이것이 어떻게 가능할까? 아짜리아들은 다음과 같은 예를 제공했다. 결혼한 여자가 다른 남자를 연모하거나, 어떤 남자가 자기 아내가 아닌 다른 여자에게 정을 두게 되면 그 집착은 매우 강하다고 한다. 그런 집착이 있는 자는 항상 사랑하는 사람만을 생각한다. 자기 애인을 생각하는 아내는 집안일을 하는 동안에도 항상 그를 만날 생각만 한다. 실제로 이런 여자는 남편이 자기 외도를 알아차리지 못하게 하려고 집안일을 더 주의 깊게 잘한다. 이처럼 우리는 최고의 연인, 스리 끄리쉬나를 항상 기억해야 하는 동시에 우리의 물질적 의무를 잘 수행해야 한다. 강한 사랑의 감정이 여기에 필요하다. 우리가 지고한 주를 향한 강한 사랑의 감정을 갖게 되면 우리 의무를 다하는 동시에 주를 기억할 수 있다. 그러나 그러한 사랑의 감정은 발전시켜야만 한다. 예를 들어 아르주나는 항상 끄리쉬나를 생각했다. 그는 끄리쉬나의 영원한 벗임과 동시에 전사였다. 끄리쉬나께서는 아르주나에게 전쟁을 포기하고 명상을 위해 숲으로 가라고 조언하지 않으셨다. 주 끄리쉬나께서 아르주나에게 요가 체계를 설명하실 때 아르주나는 이 요가 실천은 자기에게는 불가능하다고 한다.

arjuna uvāca
아르주나 우바짜 arjuna uvāca
arjuna uvāca
yo ’yaṁ yogas tvayā proktaḥ
sāmyena madhusūdana
etasyāhaṁ na paśyāmi
cañcalatvāt sthitiṁ sthirām
요’얌 요가스 뜨바야 쁘록따하 yo ’yaṁ yogas tvayā proktaḥ
삼예나 마두수다나 sāmyena madhusūdana
에따샤함 나 빠샤미 etasyāhaṁ na paśyāmi
짠짤라뜨밧 스티띰 스티람 cañcalatvāt sthitiṁ sthirām

‘Arjuna zei: O Madhusūdana, de yogamethode die Je me in het kort beschreven hebt, lijkt me onpraktisch en niet vol te houden, want de geest is rusteloos en onstandvastig.’ (Bg. 6.33)

 “아르주나가 말했습니다: 오 마두수다나, 당신께서 요약해주신 요가 체계는 비실용적이고 제가 견디어내기 어려울 것 같습니다. 왜냐하면 마음이란 쉬지 않고 꾸준하지 못하기 때문입니다(바가바드 기따 6.33).”

Maar de Heer zegt:

그러나 주께서 말씀하신다.

yoginām api sarveṣāṁ
mad-gatenāntar-ātmanā
śraddhāvān bhajate yo māṁ
sa me yukta-tamo mataḥ
요기남 아삐 사르베샴 yoginām api sarveṣāṁ
맏-가떼난따라뜨마나 mad-gatenāntar-ātmanā
스랃다반 바자떼 요 맘 śraddhāvān bhajate yo māṁ
사 메 육따따모 마따하 sa me yukta-tamo mataḥ

‘En van alle yogī’s is hij die zich vol vertrouwen voortdurend in Mij bevindt, die altijd aan Mij denkt en Mij transcendentale liefdedienst bewijst, het innigst met Mij in yoga verbonden en de beste van allemaal. Dat is Mijn mening.’ (Bg. 6.47)

Wie dus altijd aan de Allerhoogste Heer denkt, is tegelijkertijd de grootste yogī, de grootste jñānī en de grootste toegewijde. Vervolgens vertelt de Heer aan Arjuna dat hij als kṣatriya het strijden niet mag opgeven, maar als Arjuna vecht en zich daarbij Kṛṣṇa herinnert, dan zal hij zich Kṛṣṇa kunnen herinneren op het moment van de dood. Maar men moet de Heer wel met volkomen overgave transcendentale liefdedienst bewijzen.

 “모든 요기 가운데 굳은 신념으로 항상 내 안에 살고, 자기 안에서 나를 생각하며, 나에게 초월적 사랑의 봉사를 하는 자는 요가 안에서 가장 친밀하게 나와 하나되며 모든 이 중 가장 높은 자이다. 내 뜻은 이러하다(바가바드 기따 6.47).” 그래서 지고한 주를 항상 생각하는 사람이 가장 위대한 요가행자(요기 yogī)이고 최고의 지식인(갸니 jñānī)이며 동시에 가장 위대한 헌애자다. 더 나아가 주께서는 아르주나에게 끄샤뜨리야로서 싸움을 포기해서는 안 되며 싸우는 동안 끄리쉬나를 기억하면 죽는 순간 끄리쉬나를 기억할 수 있다고 말씀하신다. 그러나 그렇게 하려면 주를 향한 초월적 사랑의 봉사에 자신을 완전히 바쳐야 한다.

We verrichten onze activiteiten eigenlijk niet met ons lichaam, maar met onze geest en onze intelligentie. Wanneer de geest en de intelligentie voortdurend aan de Allerhoogste Heer denken, dan zullen ook de zintuigen vanzelf bezig zijn Hem te dienen. De activiteiten van de zintuigen zullen oppervlakkig gezien dezelfde blijven, maar het bewustzijn is veranderd. De Bhagavad-gītā leert ons hoe de geest en de intelligentie verzonken kunnen raken in gedachten aan de Heer. Wanneer we op zo’n manier volledig opgaan in de Heer, zullen we in staat zijn naar Zijn koninkrijk te gaan. Als de geest bezig is in dienst aan Kṛṣṇa, zijn ook de zintuigen vanzelf bezig in Zijn dienst. Dat is de kunst en dat is ook het geheim van de Bhagavad-gītā: volkomen verdiept zijn in gedachten aan Śrī Kṛṣṇa.

사실 우리는 몸으로 일하는 것이 아니라 마음과 지성으로 일한다. 그래서 지성과 마음을 항상 지고한 주를 생각하는 데 전념하면 자연히 감각도 주의 봉헌에 관여하게 된다. 피상적으로, 감각이 여전히 같은 행위를 하는 것처럼 보이지만 의식이 바뀌었다. 바가바드 기따는 우리의 마음과 지성을 주를 생각하는 데 전념하게 하는 법을 가르친다. 그러한 몰입으로 우리 자신을 주의 왕국으로 이동시킬 수 있다. 마음이 주의 봉헌에 관여하면 감각도 저절로 주의 봉헌에 종사하게 된다. 스리 끄리쉬나의 생각에 완전히 몰입하는 것이 기술이며 또한 바가바드 기따의 비밀이다.

De moderne mens heeft zeer veel moeite gedaan om de maan te bereiken, maar heeft zich niet bijzonder hard ingespannen om zichzelf spiritueel te ontwikkelen. Als men nog vijftig jaar te leven heeft, zou men die korte tijd moeten gebruiken om zich te oefenen in het zich herinneren van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Deze oefening is het proces van devotie:

현대인은 달에 가려고 큰 노력을 기울이지만 자기 자신을 영적으로 향상시키려고는 그렇게 열심히 노력하지 않는다. 만약 인간에게 앞으로 목숨이 50년밖에 남지 않았다고 하면 이 짧은 시간을 최고인격신을 기억하는 연습으로 보내야 한다. 이 연습이 바로 봉헌의 과정이다.

śravaṇaṁ kīrtanaṁ viṣṇoḥ
smaraṇaṁ pāda-sevanam
arcanaṁ vandanaṁ dāsyaṁ
sakhyam ātma-nivedanam
스라바남 끼르따남 비쉬노호 śravaṇaṁ kīrtanaṁ viṣṇoḥ
스마라남 빠다-세바남 smaraṇaṁ pāda-sevanam
아르짜남 반다남 다샴 arcanaṁ vandanaṁ dāsyaṁ
사캼 아뜨마니베다남 sakhyam ātma-nivedana

(Śrīmad-Bhāgavatam 7.5.23)

(스리마드 바가바땀 7.5.23)

Door deze negen processen, waarvan de makkelijkste śravaṇam is, het horen van de Bhagavad-gītā van een zelfgerealiseerd persoon, zal men zijn gedachten op het Allerhoogste Wezen richten. Als gevolg hiervan zal men zich de Allerhoogste Heer herinneren en zal men in staat zijn om op het moment waarop men dit lichaam verlaat een spiritueel lichaam te krijgen dat precies geschikt is om met de Allerhoogste Heer om te gaan.

이 아홉 가지의 과정 중에서 가장 쉬운 것이 스라바남, 즉 깨달은 사람에게서 바가바드 기따를 들음으로써 지고한 존재를 생각하게 된다. 이로써 육신을 버린 후 주와 함께하기에 적합한 영적 몸을 받게 될 것이다.

De Heer zegt verder:

주께서 더욱 말씀하시기를,

abhyāsa-yoga-yuktena
cetasā nānya-gāminā
paramaṁ puruṣaṁ divyaṁ
yāti pārthānucintayan
아뱌사-요가-육떼나 abhyāsa-yoga-yuktena
쩨따사 난야-가미나 cetasā nānya-gāminā
빠라맘 뿌루샴 디뱜 paramaṁ puruṣaṁ divyaṁ
야띠 빠르타누찐따얀 yāti pārthānucintayan

‘Wie op Mij mediteert als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en zonder van het pad af te dwalen voortdurend aan Me denkt, zal Me zeker bereiken, o Pārtha.’ (Bg. 8.8)

 “최고인격신으로서 나를 명상하고, 그 길에서 벗어남 없이 마음을 지속해서 나를 기억하는 데 두는 자는, 오 빠르타, 반드시 나에게 이르느니라.” (바가바드 기따8.8)

Dit proces is niet zo moeilijk, maar men moet het leren van iemand met ervaring. Tad-vijñānārthaṁ sa gurum evābhigacchet: men moet iemand benaderen die dit proces al beoefent. De geest vliegt altijd van hier naar daar, maar men moet zich er in oefenen hem altijd geconcentreerd te houden op de vorm van de Allerhoogste Heer, Śrī Kṛṣṇa, of op het geluid van Zijn naam. De geest is van nature rusteloos en gaat van hier naar daar, maar hij kan rust vinden in de geluidsvibratie van Kṛṣṇa. Men moet daarom mediteren op de paramaṁ puruṣam, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods in het spirituele koninkrijk, de spirituele hemel, en Hem daar bereiken. De manier waarop en de middelen waarmee men de uiteindelijke realisatie bereikt, het uiteindelijke doel, wordt in de Bhagavad-gītā gegeven en deze kennis is toegankelijk voor iedereen. Niemand wordt uitgesloten. Alle klassen van mensen kunnen Heer Kṛṣṇa benaderen door aan Hem te denken, want over Hem horen en aan Hem denken is mogelijk voor iedereen.

이것은 그리 어려운 과정이 아니다. 그러나 반드시 경험 있는 사람에게서 배워야 한다. “딷 비갸나르탐 사 구룸 에바비갓쳇(Tad-vijñānārthaṁ sa gurum evābhigacchet).” 이미 실천하고 있는 사람을 찾아가야 한다. 마음은 항상 이리저리 날아 다니지만, 그 마음을 항상 지고한 주, 스리 끄리쉬나의 형상이나 이름이 내는 소리에 두고 집중하는 연습을 해야 한다. 마음은 본래 여기저기 다니며 쉴 새 없지만 끄리쉬나라는 소리의 진동으로 안정을 찾을 수 있다. 따라서 우리는 영적 왕국, 영적 하늘에 계시는 빠라맘 뿌루샴(paramaṁ puruṣam), 최고인격신을 명상함으로써 주에 이를 수 있다. 궁극적 깨달음, 궁극적 달성을 향한 길과 방법이 바가바드 기따에 설명되어 있고, 이 지식의 문은 모두에게 열려 있다. 그 누구에게도 금지되어 있지 않다. 모든 계층의 사람이 주 끄리쉬나를 생각함으로써 주께 다가갈 수 있으며 주에 관해 듣고 생각하는 것 또한 누구에게나 가능하다.

De Heer zegt verder (Bg. 9.32-33):

주께서 더욱 말씀하시기를(바가바드 기따 9.32~33),

māṁ hi pārtha vyapāśritya
ye ’pi syuḥ pāpa-yonayaḥ
striyo vaiśyās tathā śūdrās
te ’pi yānti parāṁ gatim
맘 히 빠르타 뱌빠스리땨 māṁ hi pārtha vyapāśritya
예’삐 슈 빠빠-요나야하 ye ’pi syuḥ pāpa-yonayaḥ
스뜨리요 바이샤스 따타 슈드라스 striyo vaiśyās tathā śūdrās
떼’삐 얀띠 빠람 가띰 te ’pi yānti parāṁ gatim
kiṁ punar brāhmaṇāḥ puṇyā
bhaktā rājarṣayas tathā
anityam asukhaṁ lokam
imaṁ prāpya bhajasva mām
낌 뿌나르 브라흐마나 뿐야 kiṁ punar brāhmaṇāḥ puṇyā
박따 라자르샤야스 따타 bhaktā rājarṣayas tathā
아니땸 아수캄 로깜 anityam asukhaṁ lokam
이맘 쁘라뺘 바자스바 맘 imaṁ prāpya bhajasva mām

Hier zegt de Heer dat zelfs een koopman, een gevallen vrouw of een arbeider of zelfs menselijke wezens in de laagste levenspositie de Allerhoogste kunnen bereiken. Men hoeft geen hoogontwikkelde intelligentie te hebben. Het gaat erom dat iedereen die het principe van bhakti-yoga aanvaardt en die de Allerhoogste Heer aanvaardt als het summum bonum van het leven, als het hoogste doel, als de uiteindelijke bestemming, de Heer kan benaderen in de spirituele hemel. Wie de principes toepast die in de Bhagavad-gītā worden uiteengezet, kan zijn leven vervolmaken en alle problemen van het leven definitief oplossen. Dit is de essentie van de hele Bhagavad-gītā.

따라서 주께서 말씀하시기를 상인, 여성, 노동자 또는 가장 낮은 지위의 인간도 절대자에 이를 수 있다고 하셨다. 아주 해박한 지식이 필요하지 않다. 요점은 박띠 요가의 원칙을 받아들여 지고한 주를 삶의 정수, 최고의 목표, 궁극적 목표로 받아들이는 자는 영적 하늘에 계신 주께 도달할 수 있다. 바가바드 기따에 분명히 말씀된 원칙들을 적용하면 인간은 완벽한 삶을 살 수 있고 삶의 모든 문제에 대한 영원한 해결책을 얻을 수 있다. 이것이 바가바드 기따 전체의 요점이다.

De conclusie is dat de Bhagavad-gītā een transcendentaal werk is dat men zeer zorgvuldig moet lezen. Gītā-śāstram idaṁ puṇyaṁ yaḥ paṭhet prayataḥ pumān. Wanneer men de instructies van de Bhagavad-gītā op de juiste manier volgt, kan men in dit leven bevrijd raken van alle angsten en ellende van het leven en zal het volgend leven spiritueel zijn. Viṣṇoḥ padam avāpnoti bhaya-śokādi varjitaḥ (Gītā-māhātmya 1)

결론은 바가바드 기따는 매우 주의 깊게 읽어야 할 초월적 문헌이다. 기따-샤스뜨람 이담 뿐얌 야 빠텟 쁘라야따 뿌만(Gītā-śāstram idaṁ puṇyaṁ yaḥ paṭhet prayataḥ pumān). 바가바드 기따의 가르침을 올바로 따르면 삶의 모든 불행과 근심에서 벗어날 수 있다. 바야-쇼까디-바르지따하(Bhaya-śokādi-varjitaḥ). 현생의 모든 두려움에서 벗어나 내생은 영적으로 될 것이다(기따 마하뜨먀 1).

Er is nog een ander voordeel:

또 다른 혜택도 있다.

gītādhyāyana-śīlasya
prāṇāyāma-parasya ca
naiva santi hi pāpāni
pūrva-janma-kṛtāni ca
기따댜야나-실라샤 gītādhyāyana-śīlasya
쁘라나야마-빠라샤 짜 prāṇāyāma-parasya ca
나이바 산띠 히 빠빠니 naiva santi hi pāpāni
뿌르바-잔마-끄리따니 짜 pūrva-janma-kṛtāni ca

‘Als iemand de Bhagavad-gītā heel oprecht en serieus leest, dan zullen door de genade van de Heer de karmische reacties op zijn vroegere wandaden geen vat op hem hebben.’ (Gītā-māhātmya 2) De Heer zegt nadrukkelijk in het laatste gedeelte van de Bhagavad-gītā (18.66):

“아주 참되고 진지한 마음으로 바가바드 기따를 읽으면 주의 은총으로 지난 잘못의 반작용이 인간에게 아무 영향도 미치지 않을 것이다(기따 마하뜨먀 2).” 주께서 바가바드 기따의 마지막에서 아주 크게 말씀하시기를 (바가바드 기따 18.66),

sarva-dharmān parityajya
mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja
ahaṁ tvāṁ sarva-pāpebhyo
mokṣayiṣyāmi mā śucaḥ
사르바-다르만 빠리땨쟈 sarva-dharmān parityajya
에깜 샤라남 브라자 mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja
아함 뜨밤 사르바-빠뻬뵤 ahaṁ tvāṁ sarva-pāpebhyo
목샤이샤미 슈짜하 mokṣayiṣyāmi mā śucaḥ

‘Laat alle vormen van religie achter je en geef je alleen aan Mij over. Ik zal je verlossen van alle reacties op je zonden. Vrees niet.’ Op deze manier neemt de Heer alle verantwoordelijkheid op zich van degene die zich aan Hem overgeeft en Hij vrijwaart zo’n persoon van alle karmische reacties op zonden.

 “모든 형태의 종교를 버리고 그저 나에게 항복하라. 내가 모든 죄업에서 너를 구할 것이다. 두려워 말라.” 따라서 주께서는 당신에게 완전히 은신한 자를 책임지시고 그가 죄업을 받지 않도록 보호하신다.

mala-nirmocanaṁ puṁsāṁ
jala-snānaṁ dine dine
sakṛd gītāmṛta-snānaṁ
saṁsāra-mala-nāśanam
말라-니르모짜남 뿜삼 mala-nirmocanaṁ puṁsāṁ
잘라-스나남 디네 디네 jala-snānaṁ dine dine
사끄릳 기땀리따-스나남 sakṛd gītāmṛta-snānaṁ
삼사라-말라-나샤남 saṁsāra-mala-nāśanam

‘Iemand mag zich dan dagelijks wassen door een bad te nemen in water, maar als hij slechts īīn keer een bad neemt in het heilige gangeswater van de Bhagavad-gītā, dan zal voor hem al het vuil van het materiële leven volledig zijn weggevaagd.’ (Gītā-māhātmya 3)

“우리는 매일 목욕함으로써 우리 자신을 씻지만, 바가바드 기따의 신성한 갠지스 물에 단 한 번만이라도 목욕하면 물질적 삶의 모든 먼지가 완전히 제거된다(기따 마하뜨먀 3).”

gītā su-gītā kartavyā
kim anyaiḥ śāstra-vistaraiḥ
yā svayaṁ padmanābhasya
mukha-padmād viniḥsṛtā
기따 수-기따 까르따뱌 gītā su-gītā kartavyā
낌 안야이 샤스뜨라-비스따라이히 kim anyaiḥ śāstra-vistaraiḥ
야 스바얌 빠드마나바샤 yā svayaṁ padmanābhasya
무카-빠드맏 비니히스리따mukha-padmād viniḥsṛtā

Omdat de Bhagavad-gītā door de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods gesproken is, hoeft men geen enkele andere Vedische tekst te lezen. Men hoeft alleen aandachtig en regelmatig de Bhagavad-gītā te horen en te lezen. In het huidige tijdperk worden mensen zozeer in beslag genomen door wereldse activiteiten, dat ze onmogelijk de hele Vedische literatuur kunnen lezen. En dat is ook niet nodig. Dit ene boek — de Bhagavad-gītā — is voldoende, omdat het de essentie van de hele Vedische literatuur is en vooral ook omdat het door de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is gesproken (Gītā-māhātmya 4).

최고인격신께서 바가바드 기따를 말씀하셨기 때문에 우리는 다른 베다 경전을 읽을 필요가 없다. 주의 깊게, 그리고 규칙적으로 바가바드 기따를 듣고 읽을 필요만 있을 뿐이다. 현시대에 사람들은 세속적 활동에만 지나치게 몰두하므로 모든 베다 경전을 읽을 수 없다. 그러나 이런 것을 다 읽을 필요도 없다. 바가바드 기따는 모든 베다 경전의 핵심이며 특히 최고인격신께서 직접 말씀하셨으므로 이 한 권의 책으로 충분하다(기따 마하뜨먀 4).

En zoals wordt gezegd:

또한 이렇게 말하기를,

bhāratāmṛta-sarvasvaṁ
viṣṇu-vaktrād viniḥsṛtam
gītā-gaṅgodakaṁ pītvā
punar janma na vidyate
바라땀리따-사르바스밤 bhāratāmṛta-sarvasvaṁ
비쉬누-박뜨랃 비니흐스리땀 viṣṇu-vaktrād viniḥsṛtam
기따-강고다깜 삐뜨바 gītā-gaṅgodakaṁ pītvā
뿌나 잔마 나 비댜떼 punar janma na vidyate

‘Wie het water van de Ganges drinkt, krijgt bevrijding, om niet te spreken van degene die de nectar van de Bhagavad-gītā drinkt. De Bhagavad-gītā is de essentiële nectar van het Mahābhārata en werd gesproken door Heer Kṛṣṇa Zelf, de oorspronkelijke Viṣṇu.’ (Gītā-māhātmya 5) De Bhagavad-gītā komt van de mond van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en de Ganges ontspringt aan de lotusvoeten van de Heer. Er is natuurlijk geen verschil tussen de mond en de voeten van de Allerhoogste Heer, maar door een onbevooroordeelde studie kunnen we begrijpen dat de Bhagavad-gītā nog belangrijker is dan het water van de Ganges.

“갠지스의 물을 마시는 자도 구원을 얻는데 바가바드 기따의 감로수를 마시는 자는 말해 무엇하겠는가? 바가바드 기따는 마하바라따의 정수이며, 원초적 비쉬누, 주 끄리쉬나께서 직접 말씀하셨다(기따 마하뜨먀 5).” 바가바드 기따는 최고 인격신의 입에서 나오고 갠지스는 주의 연꽃 같은 발에서 발산한다고 한다. 물론 주의 입과 발에는 아무런 차이가 없지만, 공정한 연구의 측면에서 볼 때 바가바드 기따가 갠지스의 물보다 훨씬 더 중요하다고 평가할 수 있다.

sarvopaniṣado gāvo
dogdhā gopāla-nandanaḥ
pārtho vatsaḥ su-dhīr bhoktā
dugdhaṁ gītāmṛtaṁ mahat
사르보빠니샤도 가보 sarvopaniṣado gāvo
독다 고빨라-난다나하 dogdhā gopāla-nandanaḥ
빠르토 밧사 수-디르 복따 pārtho vatsaḥ su-dhīr bhoktā
둑담 기땀리땀 마핫 dugdhaṁ gītāmṛtaṁ mahat

‘Deze Gītopaniṣad, de Bhagavad-gītā, de essentie van alle upaniṣads, is net als een koe en Heer Kṛṣṇa, die bekendstaat als een koeherdersjongen, melkt deze koe. Arjuna is net als een kalf en wijze geleerden en zuivere toegewijden moeten deze nectarmelk van de Bhagavad-gītā drinken.’ (Gītā-māhātmya 6)

“모든 우빠니샤드의 핵심인 이 기또빠니샤드, 바가바드 기따는 소와 같고, 소치는 소년으로 유명한 주 끄리쉬나는 이 소의 젖을 짜고 있다. 아르주나는 바로 송아지와 같고, 학식 있는 학자들과 순수한 헌애자들은 바가바드 기따라는 감로수 같은 우유를 마셔야 한다(기따 마하뜨먀 6).”

ekaṁ śāstraṁ devakī-putra-gītam
eko devo devakī-putra eva
eko mantras tasya nāmāni yāni
karmāpy ekaṁ tasya devasya sevā
에깜 샤스뜨람 데바끼-뿌뜨라-기땀 ekaṁ śāstraṁ devakī-putra-gītam
에꼬 데보 데바끼-뿌뜨라 에바 eko devo devakī-putra eva
에꼬 만뜨라스 따샤 나마니 야니 eko mantras tasya nāmāni yāni
까르마삐 에깜 따샤 데바샤 세바 karmāpy ekaṁ tasya devasya sev

(Gītā-māhātmya 7)

(기따 마하뜨먀 7)

Tegenwoordig verlangen mensen zeer sterk naar īīn geschrift, īīn God, īīn religie en īīn bezigheid. Vandaar ekaṁ śāstraṁ devakī-putra-gītam: laat er slechts īīn heilige tekst zijn, īīn gezamenlijke heilige tekst voor de hele wereld — de Bhagavad-gītā. Eko devo devakī-putra eva: laat er īīn God zijn voor de hele wereld — Śrī Kṛṣṇa. Eko mantras tasya nāmāni: en īīn hymne, īīn mantra, īīn gebed — het chanten van Zijn naam: Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare / Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare. Karmāpy ekaṁ tasya devasya sevā: en laat er maar īīn activiteit zijn — dienst aan de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.

오늘날 사람들은 하나의 경전, 하나의 신(神), 한 종교와 한 직업을 갖기를 무척 희망한다. 그러므로 에깜 샤스뜨람 데바끼-뿌뜨라-기땀, 전 세계를 위해 하나의 공통된 경전만 있게 하자, 바가바드 기따. 에꼬 데보 데바끼-뿌뜨라 에바, 전 세계에 하나의 신(神)만 있게 하자, 스리 끄리쉬나. 에꼬 만뜨라스 따샤 나마니, 그리고 하나의 구송, 하나의 진언(만뜨라), 하나의 기도만 있게 하자, 주의 이름을 구송하는 것, 하레 끄리쉬나, 하레 끄리쉬나, 끄리쉬나 끄리쉬나, 하레 하레 / 하레 라마, 하레 라마, 라마 라마, 하레 하레. 까르마삐 에깜 따샤 데바샤 세바, 그리고 하나의 일만 있게 하자, 최고인격신을 향한 봉헌.

De opeenvolging van discipelen

사제 전수(DISCIPLIC SUCCESSION)

Evaṁ paramparā-prāptam imaṁ rājarṣayo viduḥ (Bhagavad-gītā 4.2). Deze Bhagavad-gītā zoals ze is werd ontvangen via de volgende opeenvolging van discipelen:

에밤 빠람빠라-쁘랍땀 이맘 라자르샤요 비두후(Evaṁ paramparā-prāptam imaṁ rājarṣayo viduḥ, 바가바드 기따 4.2). 이 바가바드 기따 있는 그대로는 다음의 사제 전수를 통해 전해 내려왔다.

1. Kṛṣṇa
2. Brahmā
3. Nārada
4. Vyāsa
5. Madhva
6. Padmanābha
7. Nṛhari
8. Mādhava
9. Akṣobhya
10. Jaya Tīrtha
11. Jñānasindhu
12. Dayānidhi
13. Vidyānidhi
14. Rājendra
15. Jayadharma
16. Puruṣottama
17. Brahmaṇya Tīrtha
18. Vyāsa Tīrtha
19. Lakṣmīpati
20. Mādhavendra Purī
21. Īśvara Purī, (Nityānanda, Advaita)
22. Lord Caitanya
23. Rūpa, (Svarūpa, Sanātana)
24. Raghunātha, Jīva
25. Kṛṣṇadāsa
26. Narottama
27. Viśvanātha
28. (Baladeva), Jagannātha
29. Bhaktivinoda
30. Gaurakiśora
31. Bhaktisiddhānta Sarasvatī
32. A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda

1. Kṛṣṇa 끄리쉬나
2. Brahmā 브라흐마
3. Nārada 나라다
4. Vyāsa 비아사
5. Madhva 마드바
6. Padmanābha 빠드마나바
7. Nṛhari 느리하리
8. Mādhava 마아드바
9. Akṣobhya 악쇼뱌
10. Jaya Tīrtha 자야 띠르타
11. Jñānasindhu 갸나신두
12. Dayānidhi 다야니디
13. Vidyānidhi 비댜니디
14. Rājendra 라젠드라
15. Jayadharma 자야다르마
16. Puruṣottama 뿌루숏따마
17. Brahmaṇya Tīrtha 브라흐만야 띠르타
18. Vyāsa Tīrtha 비아사 띠르타
19. Lakṣmīpati 락쉬미빠띠
20. Mādhavendra Purī 마다벤드라 뿌리
21. Īśvara Purī, (Nityānanda, Advaita) 이스바라 뿌리, (니땨난다, 아드바이따)
22. Lord Caitanya 주 짜이따냐
23. Rūpa, (Svarūpa, Sanātana) 루빠, (스바루빠, 사나따나)
24. Raghunātha, Jīva 라구나타, 지바
25. Kṛṣṇadāsa 끄리쉬나다사
26. Narottama 나롯따마
27. Viśvanātha 비스바나타
28. (Baladeva), Jagannātha (발라데바), 자간나타
29. Bhaktivinoda 박띠비노다
30. Gaurakiśora 고라끼쇼라
31. Bhaktisiddhānta Sarasvatī 박띠싯단따 사라스바띠
32. A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda 아바이 짜란 박띠베단따 스와미 쁘라부빠다