Skip to main content

TEXT 20

TEXT 20

Tekst

Text

trai-vidyā māṁ soma-pāḥ pūta-pāpā
yajñair iṣṭvā svar-gatiṁ prārthayante
te puṇyam āsādya surendra-lokam
aśnanti divyān divi deva-bhogān
trai-vidyā māṁ soma-pāḥ pūta-pāpā
yajñair iṣṭvā svar-gatiṁ prārthayante
te puṇyam āsādya surendra-lokam
aśnanti divyān divi deva-bhogān

Synoniemen

Synonyms

trai-vidyāḥ — zij die de drie Veda’s kennen; mām — Mij; soma-pāḥ — drinkers van het soma-sap; pūta — gezuiverd; pāpāḥ — van zonden; yajñaiḥ — met offers; iṣṭvā — vererend; svaḥ-gatim — doortocht naar de hemel; prārthayante — bidden om; te — zij; puṇyam — vrome; āsādya — bereikt; sura-indra — van Indra; lokam — de wereld; aśnanti — genieten; divyān — hemelse; divi — in de hemel; deva-bhogān — goddelijke genietingen.

trai-vidyāḥ — die Kenner der drei Veden; mām — Mich; soma-pāḥ — Trinker des soma-Saftes; pūta — geläutert; pāpāḥ — von Sünden; yajñaiḥ — mit Opfern; iṣṭvā — verehrend; svaḥ-gatim — Aufstieg zum Himmel; prārthayante — beten um; te — sie; puṇyam — fromm; āsādya — erreichend; sura-indra — Indras; lokam — den Planeten; aśnanti — genießen; divyān — himmlische; divi — im Himmel; deva-bhogān — die Freuden der Götter.

Vertaling

Translation

Zij die de Veda’s bestuderen en het soma-sap drinken met het verlangen de hemelse planeten te bereiken, vereren Me indirect. Eenmaal gezuiverd van de karmische reacties op hun zonden, worden ze op de vrome, hemelse planeet van Indra geboren, waar ze goddelijk zullen genieten.

Diejenigen, die die Veden studieren und den soma-Saft trinken, weil sie zu den himmlischen Planeten gelangen wollen, verehren Mich indirekt. Da sie von sündhaften Reaktionen geläutert wurden, werden sie auf dem frommen, himmlischen Planeten Indras geboren, wo sie die Freuden der Götter genießen.

Betekenisverklaring

Purport

Het woord ‘trai-vidyāḥ’ verwijst naar de drie Veda’s: Sāma, Yajur en Ṛg. Een brāhmaṇa die deze drie Veda’s bestudeerd heeft, wordt een tri-vedī genoemd. Eenieder die zeer vertrouwd is met de kennis indeze drie Veda’s, wordt in de samenleving gerespecteerd. Jammer genoeg zijn er veel grote geleerden die de Veda’s bestuderen, maar die de uiteindelijke betekenis van een dergelijke studie niet kennen. In dit vers verklaart Kṛṣṇa Zichzelf daarom als het uiteindelijke doel van de tri-vedī’s.Echte tri-vedī’s nemen hun toevlucht tot de lotusvoeten van Kṛṣṇa en verrichten zuivere devotionele dienst om de Heer tevreden te stellen.

Devotionele dienst begint met het chanten van de Hare Kṛṣṇa-mantra en tegelijkertijd met het proberen te begrijpen van Kṛṣṇa zoals Hij werkelijk is. Jammer genoeg raken degenen die alleen formeel studenten van de Veda’s zijn, meer geïnteresseerd in het brengen van offers aan de verschillende halfgoden zoals Indra en Candra. Door deze inspanningen worden de aanbidders van verschillende halfgoden zeker gezuiverd van aantasting door de lagere hoedanigheden van de natuur en worden ze zo verheven tot de hogere planetenstelsels, de hemelse planeten die bekendstaan als Maharloka, Janoloka, Tapoloka enz. Wanneer iemand zich eenmaal een plaats heeft verworven op die planeten, kan hij zijn zintuigen honderdduizenden keren beter bevredigen dan op deze planeet.

ERLÄUTERUNG: Das Wort trai-vidyāḥ bezieht sich auf die drei VedenSāma, Yajur und Ṛg. Ein brāhmaṇa, der diese drei Veden studiert hat, wird tri-vedī genannt. Jeder, der dem Wissen, das man diesen drei Veden entnehmen kann, sehr zugetan ist, wird in der Gesellschaft geachtet. Leider gibt es viele große vedische Gelehrte, die den letztlichen Sinn des Studiums der Veden nicht kennen. Deshalb erklärt Kṛṣṇa hier, daß Er Selbst das endgültige Ziel der tri-vedīs ist. Wirkliche tri-vedīs suchen unter den Lotosfüßen Kṛṣṇas Zuflucht und beschäftigen sich im reinen hingebungsvollen Dienst, um den Herrn zufriedenzustellen. Hingebungsvoller Dienst beginnt mit dem Chanten des Hare-Kṛṣṇa-mantra und dem gleichzeitigen Versuch, Kṛṣṇa in Wahrheit zu verstehen. Leider entwickeln diejenigen, die die Veden nur formell studieren, ein größeres Interesse an Opferdarbringungen für verschiedene Halbgötter wie Indra und Candra. Durch solche Bemühungen werden die Verehrer verschiedener Halbgötter zweifellos von der Verunreinigung durch die niederen Eigenschaften der Natur geläutert und so zu den höheren Planetensystemen, den himmlischen Planeten, erhoben, die als Maharloka, Janaloka, Tapoloka usw. bezeichnet werden. Wenn man einmal diese höheren Planetensysteme erreicht hat, kann man seine Sinne hunderttausendmal besser befriedigen als auf unserem Planeten.