Skip to main content
Bibliotheek » Bhagavad-gītā zoals ze is » Hoofdstuk 8

TEXT 25

TEXT 25

Tekst

Text

dhūmo rātris tathā kṛṣṇaḥ
ṣaṇ-māsā dakṣiṇāyanam
tatra cāndramasaṁ jyotir
yogī prāpya nivartate
dhūmo rātris tathā kṛṣṇaḥ
ṣaṇ-māsā dakṣiṇāyanam
tatra cāndramasaṁ jyotir
yogī prāpya nivartate

Synoniemen

Synonyms

dhūmaḥ — rook; rātriḥ — nacht; tathā — ook; kṛṣṇaḥ — de veertien dagen van de afnemende maan; ṣaṭ-māsāḥ — de zes maanden; dakṣiṇa-ayanam — wanneer de zon door het zuiden reist; tatra — daar; cāndra-masam — de maanplaneet; jyotiḥ — het licht; yogī — de mysticus; prāpya — bereikend; nivartate — komt terug.

dhūmaḥ — Rauch; rātriḥ — Nacht; tathā — auch; kṛṣṇaḥ — die vierzehn Tage des dunklen Mondes; ṣaṭ-māsāḥ — die sechs Monate; dakṣiṇa- ayanam — wenn die Sonne im Süden reist; tatra — dort; cāndramasam — den Mondplaneten; jyotiḥ — das Licht; yogī — der Mystiker; prāpya — erreichend; nivartate — kehrt zurück.

Vertaling

Translation

De mysticus die deze wereld verlaat tijdens de rook, de nacht, de veertien dagen van de afnemende maan of tijdens de zes maanden wanneer de zon door het zuiden trekt, bereikt de maanplaneet, maar komt weer terug.

Der Mystiker, der während des Rauches verscheidet, nachts, während der vierzehn Tage des abnehmenden Mondes oder während der sechs Monate, wenn die Sonne im Süden reist, erreicht den Mondplaneten, kehrt aber wieder zurück.

Betekenisverklaring

Purport

In het derde canto van het Śrīmad-Bhāgavatam legt Kapila Muni uit dat degenen op aarde die bedreven zijn in resultaatgerichte activiteiten en het brengen van offers, op het moment van de dood de maan bereiken. Deze verheven zielen leven (naar menselijke maatstaven) zo’n 10.000 jaar op de maan en genieten daar van het leven door soma-rasa te drinken. Uiteindelijk keren ze terug naar de aarde. Dit betekent dat er op de maan hogere soorten levende wezens bestaan, hoewel die door de grove zintuigen niet kunnen worden waargenomen.

ERLÄUTERUNG: Im Dritten Canto des Śrīmad-Bhāgavatam erklärt Kapila Muni, daß diejenigen, die auf der Erde fruchtbringende Tätigkeiten und Opferrituale mit Sachkenntnis ausführen, nach dem Tod den Mond erreichen. Diese fortgeschrittenen Seelen leben (nach der Zeitrechnung der Halbgötter) etwa 10000 Jahre auf dem Mond und genießen das Leben, indem sie soma-rasa trinken. Am Ende kehren sie jedoch wieder auf die Erde zurück. Das bedeutet, daß es auf dem Mond höherentwickelte Lebewesen gibt, auch wenn es uns nicht möglich sein mag, sie mit unseren grobstofflichen Sinnen wahrzunehmen.