Skip to main content

TEXT 1

TEXT 1

Tekst

Text

arjuna uvāca
kiṁ tad brahma kim adhyātmaṁ
kiṁ karma puruṣottama
adhibhūtaṁ ca kiṁ proktam
adhidaivaṁ kim ucyate
arjuna uvāca
kiṁ tad brahma kim adhyātmaṁ
kiṁ karma puruṣottama
adhibhūtaṁ ca kiṁ proktam
adhidaivaṁ kim ucyate

Synoniemen

Synonyms

arjunaḥ uvāca — Arjuna zei; kim — wat; tat — dat; brahma — Brahman; kim — wat; adhyātmam — het zelf; kim — wat; karma — resultaat-gerichte activiteiten; puruṣa-uttama — o Allerhoogste Persoon; adhi-bhūtam — de materiële manifestatie; ca — en; kim — wat; proktam — wordt genoemd; adhidaivam — de halfgoden; kim — wat; ucyate — wordt genoemd.

arjunaḥ uvāca — Arjuna said; kim — what; tat — that; brahma — Brahman; kim — what; adhyātmam — the self; kim — what; karma — fruitive activities; puruṣa-uttama — O Supreme Person; adhibhūtam — the material manifestation; ca — and; kim — what; proktam — is called; adhidaivam — the demigods; kim — what; ucyate — is called.

Vertaling

Translation

Arjuna vroeg: O mijn Heer, o Allerhoogste Persoon, wat is Brahman? Wat is het zelf? Wat zijn resultaatgerichte activiteiten? Wat is deze materiële manifestatie en wat zijn de halfgoden? Leg dit alsjeblieft aan me uit.

Arjuna inquired: O my Lord, O Supreme Person, what is Brahman? What is the self? What are fruitive activities? What is this material manifestation? And what are the demigods? Please explain this to me.

Betekenisverklaring

Purport

In dit hoofdstuk beantwoordt Heer Kṛṣṇa verschillende vragen van Arjuna, beginnend met: ‘Wat is Brahman?’ De Heer geeft ook uitleg over karma (resultaatgerichte activiteiten), devotionele dienst vermengd met principes van yoga en de principes van devotionele dienst in zijn zuivere vorm. Het Śrīmad-Bhāgavatam legt uit dat de Allerhoogste, Absolute Waarheid gekend wordt als Brahman, Paramātmā en Bhagavān. Daarnaast wordt ook het levend wezen Brahman genoemd. Arjuna stelt ook vragen over de ātmā, die betrekking heeft op lichaam, geest en ziel. Volgens het Vedische woordenboek verwijst ‘ātmā’ naar de geest, de ziel, het lichaam en ook naar de zintuigen.

In this chapter Lord Kṛṣṇa answers different questions from Arjuna, beginning with “What is Brahman?” The Lord also explains karma (fruitive activities), devotional service and yoga principles, and devotional service in its pure form. The Śrīmad-Bhāgavatam explains that the Supreme Absolute Truth is known as Brahman, Paramātmā and Bhagavān. In addition, the living entity, the individual soul, is also called Brahman. Arjuna also inquires about ātmā, which refers to body, soul and mind. According to the Vedic dictionary, ātmā refers to the mind, soul, body and senses also.

Arjuna sprak de Allerhoogste Heer aan met Puruṣottama, ‘Allerhoogste Persoon’, wat betekent dat hij zijn vragen niet slechts aan een vriend stelde, maar aan de Allerhoogste Persoon, omdat hij wist dat Hij de allerhoogste autoriteit is en degene die definitieve antwoorden kan geven.

Arjuna has addressed the Supreme Lord as Puruṣottama, Supreme Person, which means that he was putting these questions not simply to a friend but to the Supreme Person, knowing Him to be the supreme authority able to give definitive answers.