Skip to main content

TEXT 6

제6절

Tekst

원문

etad-yonīni bhūtāni
sarvāṇīty upadhāraya
ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ
prabhavaḥ pralayas tathā
에딷-요니니 부따니 etad-yonīni bhūtāni
사르바니뜌빠다라야 sarvāṇīty upadhāraya
아함 끄릿스나샤 자가따하 ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ
쁘라바바 쁘랄라야스 따타 prabhavaḥ pralayas tathā

Synoniemen

동의어

etat — deze twee energieën; yonīni — wiens bron van geboorte; bhūtāni — alles dat geschapen is; sarvāṇi — alles; iti — zo; upadhāraya — weet; aham — Ik; kṛtsnasya — alomvattende; jagataḥ — van de wereld; prabhavaḥ — de bron van openbaring; pralayaḥ — ontbinding; tathā — zowel.

에땃: 이 두 가지 본성, 요니니: 그 발생의 원천, 부따니: 창조된 모든 것, 사르바니: 모든, 이띠: 그래서, 우빠다라야: 알다, 아함: 나는, 끄릿스나샤: 모든 것을 포함한, 자가따하: 세상의, 쁘라바바하: 발현의 원천, 쁘랄라야하: 소멸, 따타: 마찬가지로.

Vertaling

번역

Alle geschapen wezens hebben hun oorsprong in deze twee energieën. Wees ervan verzekerd dat van al wat spiritueel en materieel is in deze wereld, Ik de oorsprong en de ontbinding ben.

창조된 모든 존재는 이 두 가지 본성에 근원을 두고 있다. 이 세상에는 물질적인 것과 영적인 것이 있는데, 나는 그것의 기원이며 동시에 파괴자라는 것을 분명히 알아라.

Betekenisverklaring

주석

Alles wat bestaat is voortgebracht door materiële en spirituele energie. De spirituele energie is de basis van de schepping en materie wordt geschapen door de spirituele energie. De spirituele energie wordt niet geschapen tijdens een bepaalde fase van de ontwikkeling van materie. Integendeel, de materiële wereld wordt alleen gemanifesteerd op basis van de spirituele energie. Het materiële lichaam ontwikkelt zich omdat die supe-rieure energie, de ziel, in materie aanwezig is; een kind groeit geleidelijk van kinderjaren naar volwassenheid door de aanwezigheid van die hogere energie, de ziel. Op dezelfde manier heeft de immense manifestatie van het universum zich ontwikkeld door de aanwezigheid van de Superziel, Viṣṇu. Zo zijn de spirituele en materiële energieën, die door hun combinatie deze immense universele gedaante manifesteren, oorspronkelijk twee energieën van de Heer en daarom is Hij de oorspronkelijke oorzaak van alles. Een nietig integrerend deeltje, het levend wezen, mag dan de oorzaak zijn van een wolkenkrabber, een grote fabriek of zelfs van een grote stad, maar het kan niet de oorzaak zijn van een groot universum. De oorzaak van het grote universum is de grote ziel, de Superziel, en Kṛṣṇa, de Allerhoogste, is de oorzaak van zowel de grote als de kleine zielen. Daarom is hij de oorzaak van alle oorzaken. Dit wordt in de Kaṭha Upaniṣad (2.2.13) bevestigd: nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām.

존재하는 모든 것은 물질과 영(靈)의 산물이다. 영은 창조의 근본 장(場)으로, 물질은 이 영에 의해 창조된다. 영은 물질이 발전하는 어떠한 단계에 창조된 것이 아니며, 오히려 이 물질계가 이 영적 에너지에 기초하여 발현한다. 영이 물질에 내재하기 때문에 물질적 육신이 발전한다. 영적 에너지, 즉 영이 물질 안에 있어서 아이는 점차 자라 소년에서 어른이 된다. 이처럼 거대한 우주의 전체적 발현은 초영혼, 비쉬누가 존재하기에 일어난다. 그러므로 영과 물질, 이것이 합쳐져 이 거대한 우주의 형상을 만드는데, 그 근원은 주님의 두 가지 에너지이며, 결국 주가 모든 것의 근원적 원인이다. 생명체라는 주의 입자적 부분들은 고층 건물, 큰 공장, 심지어 큰 도시의 원인자가 될 수는 있지만, 거대한 우주의 원인자가 될 수는 없다. 거대한 우주의 원인자는 큰 영혼, 즉 초영혼이다. 그리고 절대자, 끄리쉬나께서는 크고 작은 영혼 모두의 원인자이시다. 그러므로 끄리쉬나께서는 모든 원인의 근원적 원인이시다. 이것은 까타 우빠니샤드(2.2.13)에서 확증된다. 니뚀 니땨남 쩨따나스 쩨따나남(Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām).