Skip to main content

TEXT 16

TEXT 16

Tekst

Texte

catur-vidhā bhajante māṁ
janāḥ su-kṛtino ’rjuna
ārto jijñāsur arthārthī
jñānī ca bharatarṣabha
catur-vidhā bhajante māṁ
janāḥ su-kṛtino ’rjuna
ārto jijñāsur arthārthī
jñānī ca bharatarṣabha

Synoniemen

Synonyms

catuḥ-vidhāḥ — vier soorten; bhajante — bewijzen dienst; mām — aan Mij; janāḥ — personen; su-kṛtinaḥ — zij die vroom zijn; arjuna — o Arjuna; ārtaḥ — degene die in nood verkeert; jijñāsuḥ — de nieuwsgierige; artha-arthī — iemand die naar materieel voordeel verlangt; jñānī — iemand die kennis heeft van dingen zoals ze zijn; ca — ook; bharata-ṛṣabha — o beste onder de afstammelingen van Bharata.

catuḥ-vidhāḥ: quatre sortes de; bhajante: servent; mām: Moi; janāḥ: personnes; su-kṛtinaḥ: qui sont pieuses; arjuna: ô Arjuna; ārtaḥ: le malheureux; jijñāsuḥ: celui qui s’interroge; artha-arthī: celui qui aspire aux gains matériels; jñānī: celui qui connaît les choses dans leur vérité; ca: aussi; bharata-ṛṣabha: ô grand parmi les descendants de Bharata.

Vertaling

Translation

O beste onder de Bhārata’s, vier soorten vrome mensen beginnen Me met devotie te dienen: hij die in nood verkeert, hij die naar rijkdom verlangt, hij die nieuwsgierig is en hij die op zoek is naar kennis van het Absolute.

Quatre sortes d’hommes pieux, ô meilleur des Bhāratas, viennent à Me servir avec dévotion: le malheureux, le curieux, l’homme en quête de richesses et celui qui cherche à connaître l’Absolu.

Betekenisverklaring

Purport

In tegenstelling tot kwaadaardige personen volgen de mensen die hier beschreven worden wīl de regulerende principes van de heilige teksten. Ze worden sukṛtinaḥ genoemd of zij die gehoorzaam zijn aan de regels en bepalingen van de heilige teksten en aan de morele en sociale wetten en die min of meer toegewijd zijn aan de Allerhoogste Heer. Binnen deze groep mensen zijn er vier categorieën: zij die soms in nood verkeren, zij die geld nodig hebben, zij die soms nieuwsgierig zijn en zij die soms naar de Absolute Waarheid zoeken. Deze personen benaderen de Allerhoogste Heer om onder verschillende voorwaarden devotionele dienst aan Hem te verrichten. Ze zijn geen zuivere toegewijden, omdat ze bepaalde verlangens vervuld willen zien in ruil voor hun devotionele dienst. Zuivere devotionele dienst is echter vrij van aspiraties en vrij van verlangens naar materiële winst. De Bhakti-rasāmṛta-sindhu (1.1.11) definieert zuivere devotie als volgt:

Les su-kṛtinaḥ cités ici, contrairement aux incroyants, adhèrent aux principes régulateurs donnés dans les Écritures, souscrivent aux lois sociales et morales, et sont, à des degrés divers, dévoués au Seigneur Suprême. On les classe en quatre groupes: ceux qui connaissent le malheur, ceux qui ont besoin d’argent, ceux qui manifestent une certaine curiosité et ceux qui recherchent la Vérité Absolue. Tous, dans des conditions diverses, approchent le Seigneur Suprême en vue de Le servir, mais aucun ne le fait avec pureté, car en échange de leur dévotion et de leur service, tous cherchent à combler certains désirs. La dévotion pure est dénuée de toute aspiration et de tout désir de profit matériel. Le Bhakti-rasāmṛta-sindhu (1.1.11) la définit de cette manière:

anyābhilāṣitā-śūnyaṁ
jñāna-karmādy-anāvṛtam
ānukūlyena kṛṣṇānu-
śīlanaṁ bhaktir uttamā
anyābhilāṣitā-śūnyaṁ
jñāna-karmādy-anāvṛtam
ānukūlyena kṛṣṇānu-
śīlanaṁ bhaktir uttamā

‘Transcendentale liefdedienst aan de Allerhoogste Heer Kṛṣṇa moet op een posi-tieve manier worden verricht, zonder verlangen naar materiële winst of voordeel door resultaatgerichte activiteiten of filosofische speculatie. Dit wordt zuivere devotionele dienst genoemd.’

« On doit prendre part positivement au service d’amour transcendantal du Seigneur Suprême, Kṛṣṇa, sans chercher à tirer un profit matériel d’activités intéressées ou de spéculations philosophiques. C’est de cette façon que l’on peut pratiquer le service de dévotion pur. »

Wanneer deze vier soorten personen de Allerhoogste Heer voor devotionele dienst benaderen en volledig gezuiverd zijn geraakt door het gezelschap van een zuivere toegewijde, worden zij ook zuivere toegewijden. Maar voor kwaadaardige personen is devotionele dienst heel moeilijk, omdat ze een egoïstisch, ongereguleerd leven leiden zonder spirituele doeleinden. Maar zelfs onder hen kunnen enkelen zuivere toegewijden worden, wanneer ze zo fortuinlijk zijn in contact te komen met een zuivere toegewijde.

Lorsque ces quatre sortes d’hommes pieux viennent au Seigneur pour Le servir et se purifient pleinement au contact d’un pur dévot, à leur tour ils deviennent de purs dévots. Par contre, il est très difficile pour des mécréants de servir le Seigneur, car ils mènent une vie déréglée, centrée sur eux-mêmes et dénuée de tout objectif spirituel. Néanmoins, ceux d’entre eux qui par chance rencontrent un pur dévot peuvent devenir eux aussi de purs dévots du Seigneur.

Zij die zich altijd bezighouden met resultaatgerichte activiteiten, benaderen de Heer uit materiële nood en gaan vervolgens met zuivere toegewijden om en worden, in hun nood, toegewijden van de Heer. Zij die om de een of andere reden gefrustreerd zijn, zoeken soms ook de omgang van zuivere toegewijden op en raken zo geïnteresseerd om meer over God te weten te komen. Op dezelfde manier willen droge filosofen, wanneer ze gefrustreerd zijn geraakt op alle gebieden van kennis, soms ook meer over God te weten komen en ze benaderen dan de Allerhoogste Heer voor devotionele dienst; op die manier ontstijgen ze aan de kennis van het onpersoonlijk Brahman en de gelokaliseerde Paramātmā en komen ze door de genade van de Allerhoogste Heer of Zijn zuivere toegewijde tot de persoonlijke opvatting van God.

Over het algemeen worden zij die in nood verkeren, die nieuwsgierig zijn, die naar de waarheid zoeken en die geld nodig hebben zuivere toegewijden wanneer ze zich hebben bevrijd van materiële verlangens en volledig begrepen hebben dat materiële beloning niets te maken heeft met spirituele vooruitgang. Zolang deze zuivere toestand niet bereikt is, zijn de toegewijden in de transcendentale dienst aan de Heer onzuiver door resultaatgerichte activiteiten, het zoeken naar wereldse kennis enz. Men moet dit alles eerst ontstijgen voordat men tot het niveau van zuivere devotionele dienst kan komen.

Les hommes absorbés dans les actes intéressés viennent parfois vers le Seigneur lorsque le malheur s’abat sur eux. Ils fréquentent alors des purs dévots et adoptent, dans leur désespoir, le service de dévotion. Ceux qui sont déçus de tout entrent parfois aussi en relation avec de tels dévots et commencent à s’interroger sur Dieu. Il en est de même des philosophes au cœur sec qui, frustrés dans leurs recherches, peuvent s’intéresser eux aussi à Dieu et se mettre à Le servir; ils dépassent alors la connaissance du Brahman impersonnel et celle du Paramātmā logé dans le cœur de chacun, et en viennent à concevoir la forme personnelle de Dieu par la seule grâce du Seigneur ou de Son pur dévot.

Ainsi, quand les malheureux, les esprits curieux, les hommes en quête de connaissance ou les gens démunis s’affranchissent de tout désir matériel et réalisent pleinement que le gain matériel n’a rien de commun avec le progrès spirituel, ils deviennent de purs dévots. Tant qu’ils ne sont pas devenus purs, tout en servant le Seigneur, ces dévots restent teintés d’aspirations matérielles pour les fruits de leurs œuvres, le savoir profane, etc. Il est donc nécessaire, pour atteindre la pure dévotion, de transcender ces motivations.