Skip to main content

TEXT 23

TEXT 23

Tekst

Verš

gata-saṅgasya muktasya
jñānāvasthita-cetasaḥ
yajñāyācarataḥ karma
samagraṁ pravilīyate
gata-saṅgasya muktasya
jñānāvasthita-cetasaḥ
yajñāyācarataḥ karma
samagraṁ pravilīyate

Synoniemen

Synonyma

gata-saṅgasya — van iemand die niet gehecht is aan de hoedanigheden van de materiële natuur; muktasya — van degene die bevrijd is; jñāna-avasthita — gegrond in het transcendentale; cetasaḥ — wiens wijsheid; yajñāya — voor Yajña (Kṛṣṇa); ācarataḥ — handelend; karma — activiteit; samagram — volledig; pravilīyate — gaat helemaal op.

gata-saṅgasya — toho, kdo není poután ke kvalitám hmotné přírody; muktasya — osvobozeného; jñāna-avasthita — setrvávající na úrovni transcendence; cetasaḥ — jehož poznání; yajñāya — pro Yajñu (Kṛṣṇu); ācarataḥ — jednající; karma — práce; samagram — celkově; pravilīyate — naprosto se rozplyne.

Vertaling

Překlad

De activiteiten van iemand die niet beïnvloed wordt door de hoedanigheden van de materiële natuur en die volkomen gegrond is in transcendentale kennis, gaan helemaal op in het transcendentale.

Práce toho, kdo není ovlivněný kvalitami hmotné přírody a setrvává plně na úrovni transcendentálního poznání, se zcela rozptýlí do transcendence.

Betekenisverklaring

Význam

Wanneer iemand volledig Kṛṣṇa-bewust wordt, ontstijgt hij aan alle dualiteiten en is daarom bevrijd van de onzuiverheden van de hoedanigheden van de materiële natuur. Hij kan bevrijd worden, omdat hij zijn wezenlijke positie in zijn relatie met Kṛṣṇa kent; daardoor kan zijn geest niet van Kṛṣṇa-bewustzijn gescheiden worden. Als gevolg daarvan verricht hij al zijn activiteiten voor Kṛṣṇa, die de oorspronkelijke Viṣṇu is. Op die manier zijn al zijn activiteiten technisch gezien offers, want offers zijn gericht op het tevredenstellen van de Allerhoogste Persoon, Viṣṇu, Kṛṣṇa. De karmische reacties op al deze activiteiten gaan beslist op in het transcendentale en men hoeft de materiële gevolgen niet te ondergaan.

Jakmile si někdo začne být plně vědom Kṛṣṇy, je nedotčen protiklady, a tak není znečištěn hmotnými kvalitami. Může být vysvobozen, neboť zná své přirozené postavení ve vztahu s Kṛṣṇou, a jeho mysl proto nemůže být odvrácena od vědomí Kṛṣṇy. Následkem toho vše, co dělá, dělá pro Kṛṣṇu, jenž je původním Viṣṇuem. Všechny jeho činy jsou tedy vlastně oběťmi, protože účelem oběti je uspokojit Nejvyšší Osobnost Božství — Viṣṇua či Kṛṣṇu. Výsledné reakce za všechnu takovou práci se rozptýlí do transcendence a živá bytost pak netrpí hmotnými následky.