Skip to main content

TEXT 21

TEXT 21

Tekst

Text

nirāśīr yata-cittātmā
tyakta-sarva-parigrahaḥ
śārīraṁ kevalaṁ karma
kurvan nāpnoti kilbiṣam
nirāśīr yata-cittātmā
tyakta-sarva-parigrahaḥ
śārīraṁ kevalaṁ karma
kurvan nāpnoti kilbiṣam

Synoniemen

Synonyms

nirāśīḥ — zonder verlangen naar het resultaat; yata — beheerst; citta-ātmā — geest en intelligentie; tyakta — opgevend; sarva — alle; parigrahaḥ — besef van eigendom met betrekking to bezittingen; śārīram — om lichaam en ziel bijeen te houden; kevalam — alleen; karma — activiteit; kurvan — doend; na — nooit; āpnoti — verwerft; kilbiṣam — karmische reacties op zonden.

nirāśīḥ — without desire for the result; yata — controlled; citta-ātmā — mind and intelligence; tyakta — giving up; sarva — all; parigrahaḥ — sense of proprietorship over possessions; śārīram — in keeping body and soul together; kevalam — only; karma — work; kurvan — doing; na — never; āpnoti — does acquire; kilbiṣam — sinful reactions.

Vertaling

Translation

Iemand met dit inzicht handelt met volledige beheersing van zijn geest en intelligentie, geeft het idee op dat zijn bezittingen zijn eigendom zijn en werkt alleen voor het strikt noodzakelijke om in leven te blijven. Door op die manier bezig te zijn, wordt hij niet beïnvloed door karmische reacties op zonden.

Such a man of understanding acts with mind and intelligence perfectly controlled, gives up all sense of proprietorship over his possessions and acts only for the bare necessities of life. Thus working, he is not affected by sinful reactions.

Betekenisverklaring

Purport

Een Kṛṣṇa-bewust persoon verwacht geen goede of slechte resultaten van zijn activiteiten. Hij heeft zijn geest en intelligentie volledig in bedwang. Omdat hij een integrerend deeltje van de Allerhoogste is, weet hij dat de rol die hij speelt als integrerend deel van het geheel, niet zijn eigen activiteit is, maar dat deze via hem gedaan wordt door de Allerhoogste. Wanneer de hand beweegt, dan doet deze dat niet uit zichzelf, maar door een inspanning van het hele lichaam. Een Kṛṣṇa-bewust persoon staat altijd in verbinding met het verlangen van de Allerhoogste, omdat hij geen verlangen heeft voor persoonlijke zinsbevrediging. Hij beweegt als een onderdeel van een machine. Zoals een machineonderdeel olie nodig heeft en gereinigd moet worden, zo onderhoudt een Kṛṣṇa-bewust persoon zichzelf door zijn werk, alleen om gezond te blijven voor zijn activiteiten in de transcendentale liefdedienst aan de Heer. Hij is daarom immuun voor al het karma voor zijn inspanningen. Net als een dier is hij zelfs niet de eigenaar van zijn eigen lichaam. Een wrede dierenbezitter doodt soms het dier dat hij bezit, maar het dier protesteert niet, evenmin heeft het enige werkelijke onafhankelijkheid. Een Kṛṣṇa-bewust persoon die zich volledig inzet voor zelfrealisatie, heeft bijzonder weinig tijd voor het valselijk in bezit houden van welk materieel object dan ook. Om lichaam en ziel bij elkaar te houden heeft hij geen slinkse manieren nodig om geld te verzamelen. Hij raakt daarom niet besmet door zulke zonden. Hij is vrij van al het karma voor zijn activiteiten.

A Kṛṣṇa conscious person does not expect good or bad results in his activities. His mind and intelligence are fully controlled. He knows that because he is part and parcel of the Supreme, the part played by him, as a part and parcel of the whole, is not his own activity but is only being done through him by the Supreme. When the hand moves, it does not move out of its own accord, but by the endeavor of the whole body. A Kṛṣṇa conscious person is always dovetailed with the supreme desire, for he has no desire for personal sense gratification. He moves exactly like a part of a machine. As a machine part requires oiling and cleaning for maintenance, so a Kṛṣṇa conscious man maintains himself by his work just to remain fit for action in the transcendental loving service of the Lord. He is therefore immune to all the reactions of his endeavors. Like an animal, he has no proprietorship even over his own body. A cruel proprietor of an animal sometimes kills the animal in his possession, yet the animal does not protest. Nor does it have any real independence. A Kṛṣṇa conscious person, fully engaged in self-realization, has very little time to falsely possess any material object. For maintaining body and soul, he does not require unfair means of accumulating money. He does not, therefore, become contaminated by such material sins. He is free from all reactions to his actions.