Skip to main content

Bg 3.39

TEXT 39

Tekst

Text

āvṛtaṁ jñānam etena
jñānino nitya-vairiṇā
kāma-rūpeṇa kaunteya
duṣpūreṇānalena ca
āvṛtaṁ jñānam etena
jñānino nitya-vairiṇā
kāma-rūpeṇa kaunteya
duṣpūreṇānalena ca

Synoniemen

Synonyms

āvṛtam — verhuld; jñānam — zuiver bewustzijn; etena — hierdoor; jñāninaḥ — van de kenner; nitya-vairiṇā — door de eeuwige vijand; kāma-rūpeṇa — in de vorm van lust; kaunteya — o zoon van Kuntī; duṣpūreṇa — onverzadigbaar; analena — door het vuur; ca — ook.

āvṛtam — bedeckt; jñānam — reines Bewußtsein; etena — durch diese; jñāninaḥ — des Kenners; nitya-vairiṇā — von der ewigen Feindin; kāma- rūpeṇa — in der Form von Lust; kaunteya — o Sohn Kuntīs; duṣpūreṇa — niemals zu befriedigen; analena — durch das Feuer; ca — auch.

Vertaling

Translation

Zo raakt het zuivere bewustzijn van het wijze levend wezen verhuld door zijn eeuwige vijand in de vorm van lust, die onverzadigbaar is en brandt als vuur.

So wird das reine Bewußtsein des weisen Lebewesens von seiner ewigen Feindin in der Form von Lust bedeckt, die niemals befriedigt werden kann und die wie Feuer brennt.

Betekenisverklaring

Purport

In de Manu-smṛti wordt gezegd dat lust door geen enkele hoeveelheid zinsbevrediging bevredigd kan worden, net zoals vuur nooit geblust kan worden door het voortdurend van brandstof te voorzien. In de materiële wereld is seks het centrum van alle activiteiten en daarom wordt de materiële wereld maithunya-āgāra genoemd, de keten van seksualiteit. Zoals criminelen in een gewone gevangenis achter tralies worden gehouden, zo worden de criminelen die ongehoorzaam zijn aan de wetten van de Heer, geketend door seksualiteit.

De vooruitgang van de materiële beschaving op basis van zinsbevrediging betekent het verlengen van de tijdsduur van het materiële bestaan van het levend wezen. Deze lust is daarom het symbool van onwetendheid die het levend wezen in de materiële wereld houdt. Het kan zijn dat men een zeker geluksgevoel ervaart wanneer men zijn zintuigen bevredigt, maar dit zogenaamde geluk is in de diepste zin de ergste vijand van de levensgenieter.

ERLÄUTERUNG: In der Manu-smṛti heißt es, daß Lust durch kein noch so großes Ausmaß an Sinnengenuß befriedigt werden kann, ebenso wie Feuer niemals durch eine ständige Zufuhr von Brennstoff gelöscht werden kann. In der materiellen Welt ist Geschlechtsanziehung der Mittelpunkt aller Tätigkeiten, und daher wird die materielle Welt als maithunya-āgāra („die Ketten des Geschlechtslebens“) bezeichnet. In einem gewöhnlichen Gefängnis werden Verbrecher hinter Gittern festgehalten, und in ähnlicher Weise werden die Verbrecher, die gegen die Gesetze des Herrn verstoßen, durch Sexualität in Ketten gelegt. Fortschritt der materiellen Zivilisation auf der Grundlage von Sinnenbefriedigung bedeutet, die Dauer der materiellen Existenz eines Lebewesens zu verlängern. Daher ist die Lust das Symbol der Unwissenheit, durch die das Lebewesen in der materiellen Welt gehalten wird. Während des Genusses sinnlicher Befriedigung mag es so etwas wie ein Glücksgefühl geben, doch in Wirklichkeit ist dieses vermeintliche Glücksgefühl der größte Feind des Sinnengenießers.