Skip to main content

Bg 3.30

TEXT 30

Tekst

Verš

mayi sarvāṇi karmāṇi
sannyasyādhyātma-cetasā
nirāśīr nirmamo bhūtvā
yudhyasva vigata-jvaraḥ
mayi sarvāṇi karmāṇi
sannyasyādhyātma-cetasā
nirāśīr nirmamo bhūtvā
yudhyasva vigata-jvaraḥ

Synoniemen

Synonyma

mayi — aan Mij; sarvāṇi — allerlei soorten; karmāṇi — activiteiten; san-nyasya — volledig opgevend; adhyātma — met volkomen kennis van het Zelf; cetasā — door bewustzijn; nirāśīḥ — zonder verlangen naar winst; nirmamaḥ — zonder eigenaarschap; bhūtvā — zo zijnd; yudhyasva — strijd; vigata-jvaraḥ — zonder lusteloosheid.

mayi — Mně; sarvāṇi — všechny druhy; karmāṇi — činností; sannyasya — zcela odevzdávající; adhyātma — s úplným poznáním Nejvyššího Já; cetasā — vědomím; nirāśīḥ — bez touhy po zisku; nirmamaḥ — bez pocitu vlastnictví; bhūtvā — když budeš v takovém stavu; yudhyasva — bojuj; vigata-jvaraḥ — bez letargie.

Vertaling

Překlad

O Arjuna, wijd al je activiteiten daarom aan Mij, met volledige kennis van Mij, zonder verlangens naar winst, zonder aanspraak te maken op bezit en wees vrij van lusteloosheid en vecht.

Ó Arjuno, proto se všemi svými činnostmi zasvěcenými Mně, s úplným poznáním Mne, bez touhy po zisku, bez vlastnických nároků na výsledky a bez letargie, bojuj.

Betekenisverklaring

Význam

In dit vers wordt het doel van de Bhagavad-gītā duidelijk aangegeven. De Heer geeft de instructie dat men volledig Kṛṣṇa-bewust moet worden om zijn plichten te vervullen, als het ware met militaire discipline. Zo’n instructie kan de zaken ietwat moeilijk maken, maar desondanks moeten plichten vervuld worden en men moet zich daarbij afhankelijk stellen van Kṛṣṇa, want dat is de wezenlijke positie van het levend wezen. Het levend wezen kan niet gelukkig zijn als het niet met de Allerhoogste Heer samenwerkt, want het is de wezenlijke positie van het levend wezen om ondergeschikt te zijn aan het verlangen van de Heer. Arjuna kreeg daarom van Śrī Kṛṣṇa het bevel om te vechten alsof de Heer zijn commandant was. Men moet alles opofferen voor het belang van de Allerhoogste Heer en tegelijkertijd zijn voorgeschreven plichten vervullen, zonder iets als zijn eigendom te beschouwen. Het was voor Arjuna niet nodig om nog verder na te denken over het bevel van de Heer, hij hoefde het alleen maar uit te voeren.

De Allerhoogste Heer is de ziel van alle zielen; wie zich daarom zonder enig eigenbelang volledig afhankelijk stelt van de Allerhoogste Ziel of wie volledig Kṛṣṇa-bewust is, wordt adhyātma-cetas genoemd. Nirāśīḥ betekent dat iemand de opdrachten van de meester moet uitvoeren, zonder daarvoor iets terug te verwachten. Een kassier mag dan voor zijn werkgever miljoenen euro’s tellen, maar hij zal geen cent voor zichzelf opeisen. Op dezelfde manier moet iemand beseffen dat niets in de wereld eigendom is van een bepaald individu, maar dat alles eigendom van de Allerhoogste Heer is. Dat is de werkelijke betekenis van mayi of ‘aan Mij’. Wie in dit Kṛṣṇa-bewustzijn handelt, zal niets als zijn eigendom beschouwen. Zo’n bewustzijn wordt nirmama genoemd oftewel ‘niets is van mij’. En als iemand tegenzin voelt om zo’n streng bevel op te volgen dat geen rekening houdt met zogenaamde verwantschap en familiebanden, dan moet hij die terughoudendheid van zich afschudden. Op die manier kan men vigata-jvara worden, vrij van een lakse mentaliteit of lusteloosheid. Iedereen heeft een bepaald type activiteit te doen in overeenstemming met zijn kwaliteiten en positie en al deze plichten kunnen, zoals hierboven beschreven is, in Kṛṣṇa-bewustzijn gedaan worden. Door dat te doen zal men tot het pad van bevrijding komen.

Tento verš dává jasně najevo, jaký je záměr Bhagavad-gīty. Pán učí, že musíme rozvinout úplné vědomí Kṛṣṇy a takto konat své povinnosti, s přímo vojenskou kázní. Takový příkaz může vše poněkud ztížit, nicméně povinnosti je třeba plnit, a to se závislostí na Kṛṣṇovi, neboť to je přirozené postavení živé bytosti. Živá bytost nemůže být šťastná nezávisle, bez spolupráce s Nejvyšším Pánem, protože jejím věčným přirozeným postavením je být podřízena Pánovým touhám. Proto Śrī Kṛṣṇa Arjunovi nařizoval bojovat, jako kdyby byl jeho velitelem. Každý má obětovat vše naplnění vůle Pána a zároveň konat své předepsané povinnosti bez vlastnických nároků na výsledky. Arjuna nemusel zvažovat Pánovo nařízení, musel ho pouze vykonat. Nejvyšší Pán je duše všech duší, a proto ten, kdo se neohlíží na sebe a zcela závisí na Nejvyšší Duši — jinými slovy ten, kdo si je plně vědom Kṛṣṇy — je nazýván adhyātma-cetas. Nirāśīḥ znamená, že člověk musí jednat podle pokynu svého pána, ale nemá očekávat plody své práce. Pokladník může počítat milióny pro svého zaměstnavatele, ale sám si nedělá nárok ani na jedinou minci. Každý si musí uvědomit, že nic na světě nepatří žádnému jednotlivci, ale vše patří Nejvyššímu Pánu. To je skutečný význam slova mayi (Mně). Pokud člověk jedná s takovým vědomím Kṛṣṇy, přirozeně si na nic nečiní vlastnické nároky. Toto vědomí se nazývá nirmama (nic není moje). A jestliže se někdo zdráhá vykonávat takové přísné nařízení, které nebere ohled na takzvané příbuzné, s nimiž je spojen vztahy na úrovni těla, měl by se této zdráhavosti zbavit. Tak může dosáhnout stavu vigata-jvara, kdy bude prostý horečnaté mátožnosti či letargie. Každému náleží určitý druh práce podle jeho kvalit a postavení, a jak bylo popsáno výše, všechny tyto povinnosti lze konat s vědomím Kṛṣṇy. To živou bytost povede na cestu osvobození.