Skip to main content

Bg 2.11

TEXT 11

Tekst

Tekstas

śrī-bhagavān uvāca
aśocyān anvaśocas tvaṁ
prajñā-vādāṁś ca bhāṣase
gatāsūn agatāsūṁś ca
nānuśocanti paṇḍitāḥ
śrī-bhagavān uvāca
aśocyān anvaśocas tvaṁ
prajñā-vādāṁś ca bhāṣase
gatāsūn agatāsūṁś ca
nānuśocanti paṇḍitāḥ

Synoniemen

Synonyms

śrī-bhagavān uvāca — de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; aśocyān — het treuren niet waard; anvaśocaḥ — je bent aan het treuren; tvam — jij; prajñā-vādān — geleerde woorden; ca — en; bhāṣase — spreekt; gata — verloren; asūn — leven; agata — niet voorbij; asūn — leven; ca — ook; na — nooit; anuśocanti — treuren; paṇḍitāḥ — de geleerden.

śrī-bhagavān uvāca — Aukščiausiasis Dievo Asmuo tarė; aśocyān — dėl ko neverta sielvartauti; anvaśocaḥ — sielvartauji; tvam — tu; prajñā-vādān — išmintingą kalbą; ca — taip pat; bhāṣase — kalbi; gata — prarasto; asūn — gyvenimo; agata — nepraėjusio; asūn — gyvenimo; ca — taip pat; na — niekada; anuśocanti — liūdi; paṇḍitāḥ — mokytieji.

Vertaling

Translation

De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Hoewel je geleerde woorden spreekt, treur je om iets wat het treuren niet waard is. Zij die wijs zijn, treuren noch om de levenden noch om de doden.

Aukščiausiasis Dievo Asmuo tarė: Protingi tavo žodžiai, tiktai kremtiesi tu dėl to, dėl ko sielvartauti neverta. Išmintingieji neaprauda nei gyvųjų, nei mirusiųjų.

Betekenisverklaring

Purport

De Heer nam onmiddellijk de positie in van leraar en berispte Zijn leerling door hem indirect een dwaas te noemen. De Heer zei: ‘Je spreekt als een geleerd man, maar je weet niet dat een geleerd persoon — iemand die onderscheid weet te maken tussen het lichaam en de ziel — niet om het lichaam treurt, in welk stadium het zich ook bevindt en of het nu levend is of dood.’ In latere hoofdstukken zal worden uitgelegd dat kennis het kennen van zowel de materie als de ziel betekent en ook van de bestuurder van beide. Arjuna’s redenatie was dat religieuze principes belangrijker waren dan politieke of sociale overwegingen, maar hij wist niet dat kennis over de materie, de ziel en de Allerhoogste zelfs belangrijker is dan religieuze rituelen. Omdat hij deze kennis miste, had hij zich niet als een zeer geleerd man moeten voordoen. En omdat hij blijkbaar niet een zeer geleerd man was, treurde hij om iets wat het betreuren niet waard was. Het lichaam wordt geboren en is gedoemd om vroeg of laat ten onder te gaan; het lichaam is daarom niet net zo belangrijk als de ziel. Wie dit weet, is werkelijk geleerd en voor hem bestaat er geen reden tot treuren, ongeacht de toestand waarin het lichaam zich bevindt.

KOMENTARAS: Viešpats iš karto užima mokytojo poziciją ir subara mokinį, netiesiogiai pavadindamas jį kvailiu. Viešpats pasakė: „Kalbi tu kaip mokytas žmogus, bet nežinai, kad išmintingasis supranta, kas yra kūnas, o kas – siela; jis nesielvartauja dėl kūno – gyvo ar mirusio.“ Kiti skyriai aiškiai parodys, kad žinojimas – tai materijos, sielos ir jų valdovo pažinimas. Arjuna teigė, jog religijos principams turi būti teikiama daugiau svarbos, negu politikai ar sociologijai, bet jis nežinojo, kad materijos, sielos ir Aukščiausiojo pažinimas daug svarbesnis ir už mechanišką religijos normų laikymąsi. Jei jis šito nesuvokė, tai jam ir nederėjo dėtis dideliu išminčiumi. Toks jis ir nebuvo, todėl krimtosi dėl to, dėl ko neverta sielvartauti. Kūnas gimsta, ir jam lemta išnykti – jei ne šiandien, tai rytoj, vadinasi, siela už kūną svarbesnė. Žinantis šią tiesą – tikrai mokytas žmogus, ir jis nesielvartauja, kad ir kokia būtų materialaus kūno būklė.