Skip to main content

TEXT 30

TEXT 30

Tekst

Tekst

pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca
kāryākārye bhayābhaye
bandhaṁ mokṣaṁ ca yā vetti
buddhiḥ sā pārtha sāttvikī
pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca
kāryākārye bhayābhaye
bandhaṁ mokṣaṁ ca yā vetti
buddhiḥ sā pārtha sāttvikī

Synoniemen

Synonyms

pravṛttim — doen; ca — ook; nivṛttim — niet doen; ca — en; kārya — wat gedaan zou moeten worden; akārye — en wat niet gedaan zou moeten worden; bhaya — angst; abhaye — en onbevreesdheid; bandham — gebondenheid; mokṣam — bevrijding; ca — en; — welke; vetti — weet; buddhiḥ — intelligentie; — dat; pārtha — o zoon van Pṛthā; sāttvikī — in de hoedanigheid goedheid.

pravṛttim — tehes; ca — samuti; nivṛttim — mitte tehes; ca — ja; kārya — mida peaks tegema; akārye — ja mida ei tohiks teha; bhaya — hirm; abhaye — ja kartmatus; bandham — aheldatus; mokṣam — vabanemine; ca — ja; — see, mis; vetti — teab; buddhiḥ — mõistmine; — see; pārtha — oo, Pṛthā poeg; sāttvikī — vooruse guṇas.

Vertaling

Translation

O zoon van Pṛthā, die intelligentie waardoor men onderscheid kan maken tussen wat wel en wat niet gedaan moet worden, wat men wel en wat men niet moet vrezen, wat gebondenheid veroorzaakt en wat bevrijding geeft, is in de hoedanigheid goedheid.

Oo, Pṛthā poeg, vooruse guṇa valitseb arusaama, mille läbi inimene teab, mida teha ja mida mitte, mida karta ja mida mitte karta, mis aheldab ning mis vabastab.

Betekenisverklaring

Purport

Handelen volgens de aanwijzingen van de heilige teksten wordt pravṛtti genoemd of het verrichten van die activiteiten die verricht zouden moeten worden. En activiteiten die daar niet mee in overeenstemming zijn, moeten worden nagelaten. Wie de aanwijzingen van de heilige teksten niet kent, raakt verstrikt in de acties en reacties van activiteiten. Inzicht dat onderscheid maakt met behulp van de intelligentie, is in de hoedanigheid goedheid.

Pühakirjade juhenduste kohaselt tegutsemist nimetatakse pravṛttiks ehk tegemisväärsete tegude sooritamiseks. Nendest tegevustest, mida pühakirjades ei soovitata, tuleb loobuda. Inimene, kes ei tea pühakirjade juhendusi, satub oma tegude ja nende järelmõjude köidikuisse. Selline mõistmine, mille abil arukus oskab asjade olemusel vahet teha, asub vooruse guṇas.