Skip to main content

TEXT 24

TEXT 24

Tekst

Verš

tasmāc chāstraṁ pramāṇaṁ te
kāryākārya-vyavasthitau
jñātvā śāstra-vidhānoktaṁ
karma kartum ihārhasi
tasmāc chāstraṁ pramāṇaṁ te
kāryākārya-vyavasthitau
jñātvā śāstra-vidhānoktaṁ
karma kartum ihārhasi

Synoniemen

Synonyma

tasmāt — daarom; śāstram — de geschriften; pramāṇam — bewijs; te — jouw; kārya — plicht; akārya — en verboden activiteiten; vyavasthitau — in het bepalen; jñātvā — kennend; śāstra — van de geschriften; vidhāna — de bepalingen; uktam — zoals uiteengezet; karma — activiteiten; kartum — doen; iha — in deze wereld; arhasi — je moet.

tasmāt — proto; śāstram — písma; pramāṇam — důkazy; te — tvoje; kārya — povinnost; akārya — a zakázané činnosti; vyavasthitau — při rozhodování; jñātvā — znající; śāstra — písma; vidhāna — usměrnění; uktam — jak jsou vyhlášena; karma — činy; kartum — konat; iha — v tomto světě; arhasi — měl bys.

Vertaling

Překlad

Men moet daarom begrijpen wat volgens de regels in de geschriften wel en wat niet iemands plicht is. Wanneer men deze regels en bepalingen kent, moet men op zo’n manier handelen dat men geleidelijk aan wordt verheven.

Je tedy třeba pochopit, co je a co není povinnost, podle pravidel písem. Když je někdo zná, má jednat, aby mohl být postupně povznesen.

Betekenisverklaring

Význam

In het vijftiende hoofdstuk werd verklaard dat alle regels en bepalingen van de Veda’s ervoor bedoeld zijn om Kṛṣṇa te begrijpen. Wanneer iemand Kṛṣṇa door de Bhagavad-gītā begrijpt en Kṛṣṇa-bewust wordt en devotionele dienst verricht, dan heeft hij de hoogste volmaaktheid van kennis bereikt die door de Vedische literatuur geboden wordt. Heer Caitanya Mahāprabhu heeft dit proces heel gemakkelijk gemaakt: Hij vroeg mensen om eenvoudig Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare/ Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare te chanten, om devotionele dienst aan de Heer te verrichten en om de overblijfselen te eten vanhet voedsel dat aan de Beeldgedaante is geofferd. Wie rechtstreeks deze devotionele activiteiten verricht, moet beschouwd worden als iemand die alle Vedische literatuur bestudeerd heeft en de conclusie ervan perfect begrepen heeft. Voor gewone mensen die niet Kṛṣṇa-bewust zijn of die geen devotionele dienst verrichten, moeten de Vedische voorschriften natuurlijk bepalen wat wel en wat niet gedaan moet worden. Men moet in overeenstemming daarmee handelen, zonder zich te verzetten. Dat wordt gezien als het volgen van de principes van de śāstra, de heilige teksten.

De śāstra is vrij van de vier voornaamste gebreken die in een geconditioneerde ziel aanwezig zijn: onvolmaakte zintuigen, de neiging tot bedriegen, de zekerheid dat men fouten maakt en de zekerheid dat men in illusie is. Deze vier voornaamste gebreken van het geconditioneerde leven maken iemand ongekwalificeerd om regels en bepalingen vast te stellen. Omdat de regels en bepalingen die in de śāstra beschreven worden boven de vier gebreken staan, worden ze onveranderlijk aanvaard door alle grote heiligen, ācārya’s en grote zielen.

Jak je uvedeno v patnácté kapitole, všechna usměrňující pravidla Ved mají vést k poznání Kṛṣṇy. Ten, kdo studiem Bhagavad-gīty pozná Kṛṣṇu, zaměstnává se oddanou službou a spočine na úrovni vědomí Kṛṣṇy, dosáhl nejvyšší dokonalosti poznání, jež védská literatura nabízí. Pán Caitanya Mahāprabhu tento proces nesmírně usnadnil, vyzýval lidi, aby zpívali Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare / Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare, prokazovali oddanou službu Pánu a jedli zbytky jídla obětovaného Božstvu. O tom, kdo se přímo věnuje všem těmto činnostem oddané služby, lze říci, že již prostudoval veškerou védskou literaturu. Došel k závěru dokonalým způsobem. Pro obyčejné osoby, které nemají vědomí Kṛṣṇy neboli nevykonávají oddanou službu, samozřejmě o tom, co se má a nemá dělat, rozhodují příkazy Ved. Je třeba bez námitek jednat podle nich — to se nazývá následování principů śāstry neboli písma. Śāstra nemá čtyři základní nedostatky, které najdeme u podmíněné duše: nedokonalé smysly, sklon podvádět, nevyhnutelné omyly a podléhání iluzi. Tyto čtyři základní vady podmíněného života znemožňují určovat si pravidla a usměrnění samostatně. Proto všichni světci, ācāryové a velké duše přijímají bez jakýchkoliv změn usměrňující pravidla śāster, jež jsou mimo tyto nedostatky.

In India bestaan er vele groeperingen met verschillende spirituele opvattingen. Over het algemeen worden ze in twee groepen onderverdeeld: de impersonalistische en de personalistische. Niettemin leiden beide groepen hun leven volgens de Veda’s. Zonder de principes van de heilige teksten te volgen, kan niemand zich verheffen tot het niveau van volmaaktheid. Wie de werkelijke betekenis van de śāstra’s begrijpt, wordt daarom als zeer fortuinlijk gezien.

V Indii je mnoho skupin lidí s různým duchovním chápáním. Obecně se dělí do dvou tříd — na impersonalisty a personalisty. Obě však žijí podle zásad Ved. Nikdo nemůže dospět k dokonalosti, pokud nenásleduje zásady písem. Proto je ten, kdo skutečně chápe smysl śāster, považován za šťastlivce.

In de menselijke samenleving is afkeer van de principes om de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te begrijpen de oorzaak van iedere terugval. Die afkeer is de grootste overtreding van het menselijk leven. Māyā, de materiële energie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, geeft ons daarom altijd problemen in de vorm van de drie soorten ellende. De materiële energie bestaat uit de drie hoedanigheden. Men moet op zijn minst tot de hoedanigheid goedheid komen voordat het pad tot het begrip van de Allerhoogste Heer toegankelijk is. Zonder zichzelf tot de standaard van de hoedanigheid goedheid te brengen, blijft men in onwetendheid en hartstocht, die de oorzaken zijn van een demonisch leven.

Degenen in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid bespotten de heilige teksten, de heiligen en het juiste begrip van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Ze gehoorzamen de instructies van de spiritueel leraar niet en geven niets om de regels in de heilige teksten. Ondanks dat ze de glorie van devotionele dienst horen, zijn ze niet geïnteresseerd. Daarom verzinnen ze hun eigen methode om zich te verheffen. Dit zijn enkele gebreken van de menselijke samenleving die tot een demonisch leven leiden. Maar als iemand door een echte, bonafide spiritueel leraar begeleid kan worden, die hem leiding kan geven op het pad van verheffing naar het hoogste niveau, dan wordt zijn leven succesvol.

Odpor k zásadám, jež vedou k poznání Nejvyšší Osobnosti Božství, je v lidské společnosti příčinou všech poklesků. Je tím největším přestupkem lidského života. Proto nám māyā, hmotná energie Nejvyšší Osobnosti Božství, neustále způsobuje těžkosti v podobě utrpení trojího druhu. Tato hmotná energie sestává ze tří kvalit hmotné přírody. Aby se nám otevřela cesta k poznání Nejvyššího Pána, musíme nejprve dospět alespoň na úroveň kvality dobra. Pokud to neuděláme, zůstaneme pod vlivem vášně a nevědomosti, které jsou příčinou démonského života. Ti, kdo jsou pod jejich vlivem, se vysmívají písmům, světcům a správnému porozumění Nejvyšší Osobnosti Božství. Neposlouchají pokyny duchovního učitele a nedbají na usměrnění daná písmy. Oddaná služba je nepřitahuje, přestože slyšeli o její slávě, a tak si vymýšlejí vlastní cestu k povznesení. To jsou některé z nedostatků lidské společnosti, jež vedou k démonskému životu. Pokud se ovšem osoba dokáže nechat vést pravým duchovním učitelem, který je schopen ji přivést na cestu k vyšší úrovni, její život bude úspěšný.

Zo eindigen de commentaren van Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda bij het zestiende hoofdstuk van Śrīmad Bhagavad-gītā, getiteld ‘De goddelijke en de demonische eigenschappen’.

Takto končí Bhaktivedantovy výklady k šestnácté kapitole Śrīmad Bhagavad-gīty, pojednávající o božské a démonské povaze.