TEXT 10

Tekst

Texto

utkrāmantaṁ sthitaṁ vāpi
bhuñjānaṁ vā guṇānvitam
vimūḍhā nānupaśyanti
paśyanti jñāna-cakṣuṣaḥ

Synoniemen

Palabra por palabra

utkrāmantam — het lichaam verlatend; sthitam — in het lichaam verblijvend; vā api — hetzij; bhuñjānam — genietend; vā — of; guṇa-anvitam — in de ban van de hoedanigheden van de materiële natuur; vimūḍhāḥ — dwaze personen; na — nooit; anupaśyanti — kunnen zien; paśyanti — kunnen zien; jñāna-cakṣusaḥ — zij die de ogen van kennis hebben.

utkrāmantam — dejando el cuerpo; sthitam — situado en el cuerpo; vā api — ya sea; bhuñjānam — disfrutando; vā — o; guṇa-anvitam — bajo el hechizo de las modalidades de la naturaleza material; vimūḍhāḥ — personas necias; na — nunca; anupaśyanti — pueden ver; paśyanti — pueden ver; jñāna-cakṣuṣaḥ — aquellos que tienen los ojos del conocimiento.

Vertaling

Traducción

Dwazen kunnen niet begrijpen hoe een levend wezen zijn lichaam kan verlaten en evenmin van wat voor soort lichaam het geniet wanneer het in de ban is van de hoedanigheden van de materiële natuur. Maar iemand met ogen die getraind zijn door kennis, kan dit allemaal duidelijk zien.

Los necios no pueden entender cómo una entidad viviente puede abandonar su cuerpo, ni pueden entender de qué clase de cuerpo disfruta bajo el hechizo de las modalidades de la naturaleza. Pero aquel cuyos ojos están adiestrados en lo referente al conocimiento, puede ver todo eso.

Betekenisverklaring

Significado

Het woord ‘jñāna-cakṣuṣaḥ’ is heel belangrijk.Zonder kennis kan iemand niet begrijpen hoe het levend wezen zijn huidige lichaam verlaat en evenmin welk soort lichaam het in het volgend leven zal aannemen en zelfs niet waarom het nu in een bepaald type lichaam leeft. Hiervoor is veel kennis nodig uit de Bhagavad-gītā en soortgelijke literatuur die van een bonafide spiritueel leraar gehoord wordt. Wie getraind is in het zien van dat alles, is fortuinlijk.

Ieder levend wezen dat in de ban van de materiële natuur is, verlaat zijn lichaam onder bepaalde omstandigheden, leeft onder bepaalde omstandigheden en geniet van het leven onder bepaalde omstandigheden. Als gevolg daarvan ervaart het verschillende soorten geluk en ellende onder invloed van de illusie van zinsbevrediging. Personen die zich onophoudelijk door lust en verlangen voor de gek laten houden, verliezen al hun vermogen om hun lichaamsverandering en hun verblijf in een bepaald lichaam te begrijpen. Ze kunnen het gewoon niet begrijpen. Maar zij die spirituele kennis ontwikkeld hebben, kunnen zien dat de ziel verschillend is van het lichaam en dat ze van lichaam verandert en op verschillende manieren geniet. Iemand met zulke kennis begrijpt ook hoe het geconditioneerde levend wezen in dit materiële bestaan lijdt. Zij die een hoogontwikkeld Kṛṣṇa-bewustzijn hebben, doen daarom hun best om deze kennis aan de mensen in het algemeen te geven, omdat het geconditioneerde leven van deze mensen heel moeizaam is. Ze zouden het achter zich moeten laten en Kṛṣṇa-bewust moeten worden en zichzelf bevrijden om naar de spirituele wereld overgebracht te worden.

La palabra jñāna-cakṣuṣaḥ es muy significativa. Sin conocimiento no se puede entender cómo la entidad viviente abandona su cuerpo actual, ni qué forma de cuerpo va a adoptar en la siguiente vida, y ni siquiera por qué vive en un determinado tipo de cuerpo. Esto requiere de una gran cantidad de conocimiento tomado del Bhagavad-gītā y Escrituras similares, que se haya oído exponer a un maestro espiritual genuino. Aquel que está adiestrado para percibir todas esas cosas, es afortunado. Toda entidad viviente deja su cuerpo en medio de ciertas circunstancias, vive en medio de ciertas circunstancias y disfruta en medio de ciertas circunstancias, bajo el hechizo de la naturaleza material. Como resultado de ello, la entidad viviente padece de diferentes clases de felicidad y aflicción, bajo la ilusión del disfrute de los sentidos. Las personas que perennemente se dejan engañar por la lujuria y el deseo, pierden toda la capacidad de entender su cambio de cuerpo y su permanencia en un determinado cuerpo. Ellas no pueden entenderlo. Aquellos que han cultivado conocimiento espiritual, pueden, no obstante, ver que el espíritu es diferente del cuerpo, y que el mismo está cambiando de cuerpo y disfrutando de diferentes maneras. Una persona que tiene ese conocimiento, puede entender cómo la entidad viviente condicionada está sufriendo en esta existencia material. De modo que, aquellos que son sumamente adelantados en el proceso de conciencia de Kṛṣṇa, tratan lo mejor que pueden de darle este conocimiento a la generalidad de la gente, pues la vida condicionada de esta es muy problemática. La gente debe abandonar esa vida y volverse consciente de Kṛṣṇa, para liberarse y trasladarse al mundo espiritual.