Skip to main content

TEXT 1

TEXT 1

Tekst

Tekstas

śrī-bhagavān uvāca
ūrdhva-mūlam adhaḥ-śākham
aśvatthaṁ prāhur avyayam
chandāṁsi yasya parṇāni
yas taṁ veda sa veda-vit
śrī-bhagavān uvāca
ūrdhva-mūlam adhaḥ-śākham
aśvatthaṁ prāhur avyayam
chandāṁsi yasya parṇāni
yas taṁ veda sa veda-vit

Synoniemen

Synonyms

śrī-bhagavān uvāca — de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; ūrdhva-mūlam — met wortels boven; adhaḥ — naar beneden; śākham — takken; aśvattham — een banyan-boom; prāhuḥ — wordt gezegd; avyayam — eeuwige; chandāṁsi — de Vedische hymnen; yasya — waarvan; parṇāni — de bladeren; yaḥ — wie; tam — die; veda — kent; saḥ — hij; veda-vit — de kenner van de Veda’s.

śrī-bhagavān uvāca — Aukščiausiasis Dievo Asmuo tarė; ūrdhva-mūlam — šaknimis į viršų; adhaḥ — žemyn; śākham — šakomis; aśvattham — banjano medis; prāhuḥ — yra sakoma; avyayam — amžinas; chandāṁsi — Vedų himnai; yasya — kurio; parṇāni — lapai; yaḥ — kiekvienas, kuris; tam — tą; veda — žino; saḥ — jis; veda-vit — Vedų žinovas.

Vertaling

Translation

De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Er wordt gesproken over een onvergankelijke banyan-boom, waarvan de wortels omhoog gaan en de takken naar beneden en waarvan de bladeren de Vedische hymnen zijn. Wie deze boom kent, kent de Veda’s.

Aukščiausiasis Dievo Asmuo tarė: Pasakyta, kad yra toks nemirtingas banjano medis, kurio šaknys auga viršun, o šakos – žemyn. Jo lapai – tai Vedų himnai. Kas pažįsta tą medį, yra Vedų žinovas.

Betekenisverklaring

Purport

Na de discussie over het belang van bhakti-yoga zou iemand zich kunnen afvragen wat de rol van de Veda’s is. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd dat het begrijpen van Kṛṣṇa het doel van de Veda’s is. Wie Kṛṣṇa-bewust is, wie devotionele dienst verricht, is daardoor al een kenner van de Veda’s.

KOMENTARAS: Aptarus bhakti-yogos svarbą, gali kilti klausimas: „O kuo vertingos Vedos?“ Šiame skyriuje aiškinama, kad Vedų studijavimo tikslas – suprasti Kṛṣṇą. Todėl tas, kuris įsisąmonino Kṛṣṇą ir atlieka pasiaukojimo tarnystę, jau suvokia Vedas.

Het complexe geheel van de materiële wereld wordt hier met een banyan-boom vergeleken. Voor wie zich bezighoudt met resultaatgerichte activiteiten, komt er geen eind aan de banyan-boom. Hij gaat van de ene tak naar de andere en naar nog een andere en naar weer een andere. Aan de boom van de materiële wereld komt geen einde en voor wie eraan gehecht is, bestaat er geen mogelijkheid om bevrijd te worden. De Vedische hymnen, die bedoeld zijn voor zelfverheffing, worden de bladeren van deze boom genoemd. De wortels van deze boom groeien omhoog, omdat ze hun oorsprong in Brahmaloka hebben, de allerhoogste planeet in dit universum, waar Brahmā verblijft. Wie in staat is deze onvergankelijke boom van illusie te begrijpen, kan zich eruit bevrijden.

Materialaus pasaulio pančiai čia palyginami su banjano medžiu. Žmogui, įsitraukusiam į karminę veiklą, banjano medis neturi pabaigos. Žmogus klajoja nuo vienos šakos ant kitos, nuo antros – ant trečios, nuo trečios – ant ketvirtos ir t.t. Materialaus pasaulio medis neturi pabaigos, ir kas prie jo prisirišęs, tas negali išsivaduoti. Vedų himnai, skirti žmogaus tobulėjimui – tai banjano medžio lapai. Šio medžio šaknys auga į viršų, nes jų pradžia – aukščiausioje visatos planetoje, kur gyvena Brahmā. Suvokęs šio nemirtingo iliuzijos medžio esmę, žmogus galės ištrūkti iš jo nelaisvės.

Deze methode om zich los te maken moet goed worden begrepen. In vorige hoofdstukken werd uitgelegd dat er veel methoden zijn om uit de materiële verstrikking los te komen en tot aan het dertiende hoofdstuk hebben we gezien dat devotionele dienst aan de Allerhoogste Heer de beste methode is. Het grondbeginsel van devotionele dienst is dat men zich onthecht van materiële activiteiten en zich hecht aan transcendentale dienst aan de Heer. De methode om de gehechtheid aan de materiële wereld te verbreken wordt aan het begin van dit hoofdstuk besproken.

De wortels van dit materiële bestaan gaan omhoog. Dit betekent dat het zijn oorsprong vindt in de totale materiële substantie en verder gaat vanaf de allerhoogste planeet in het universum. Van daaruit ontvouwt het hele universum zich met zoveel takken, die voor de verschillende planetenstelsels staan. De vruchten staan voor de resultaten van de activiteiten van de levende wezens, namelijk religie, economische ontwikkeling, zinsbevrediging en bevrijding.

Būtina perprasti išsivadavimo iš iliuzijos procesą. Ankstesniuose skyriuose aiškinta, kad yra daugybė būdų, kurie leidžia išsivaduoti iš materijos pančių. Visuose skyriuose iki tryliktojo buvo teigiama, kad pasiaukojamai tarnauti Aukščiausiajam Viešpačiui – pats geriausias būdas. Pagrindinis pasiaukojimo tarnystės principas – materialios veiklos atsižadėjimas ir noro transcendentaliai tarnauti Viešpačiui ugdymas. Šio skyriaus pradžioje aiškinama, kaip atsikratyti potraukio materialiam pasauliui. Materialios būties šaknys auga į viršų. Tai reiškia, kad jos gauna pradžią visuminėje materijos substancijoje, aukščiausioje visatos planetoje. Iš čia po visatą išsiskleidžia daugybė šakų, kurios simbolizuoja įvairiausias planetų sistemas. Medžio vaisiai simbolizuoja gyvosios esybės veiklos rezultatus: religiją, ekonomikos vystymą, juslinius malonumus ir išsivadavimą.

In deze wereld kennen we geen boom die zijn takken naar beneden en zijn wortels omhoog heeft, maar zoiets bestaat wel. Zo’n boom kan men vinden aan de rand van het water. We kunnen zien dat de bomen op de oever op zo’n manier in het water weerspiegeld worden, dat hun takken naar beneden gaan en hun wortels omhoog. Met andere woorden, de boom van de materiële wereld is eenvoudig een weerspiegeling van de werkelijke boom van de spirituele wereld. Deze weerspiegeling van de spirituele wereld rust op verlangen, net zoals de weerspiegeling van een boom op water rust. De oorzaak van het feit dat dingen zich in het weerspiegelde, materiële licht bevinden, is verlangen. Wie uit dit materiële bestaan wil loskomen, moet deze boom grondig leren kennen door er een analytische studie van te maken. Vervolgens kan hij zijn relatie ermee verbreken.

Nėra tiesioginės patirties, kad šiame pasaulyje egzistuotų toks medis, kurio šakos augtų į apačią, o šaknys į viršų, ir vis dėlto toks medis egzistuoja. Jį galima pamatyti prie vandens telkinio. Vandenyje atsispindinčių medžių šakos – apačioje, o šaknys – viršuje. Kitaip sakant, materialųjį pasaulį simbolizuojantis medis tėra tikrojo medžio – dvasinio pasaulio – atspindys. Medis atsispindi vandenyje, dvasinis pasaulis – noruose. Noras – tai priežastis, dėl kurios daiktus matome materialioje šviesoje, dvasinio pasaulio atspindyje. Žmogui, norinčiam išsivaduoti iš materialios būties, būtina gerai pažinti šį medį, analitiškai jį išstudijavus. Tada bus galima nutraukti ryšį su materialiu pasauliu, kurį simbolizuoja tas medis.

Deze boom, die de weerspiegeling is van de werkelijke boom, is een exacte kopie. Alles is ook aanwezig in de spirituele wereld. De impersonalisten beschouwen het Brahman als de wortel van deze materiële boom en volgens de sāṅkhya-filosofie komen uit deze wortel prakṛti, puruṣa, de drie guṇa’s, de vijf grove elementen (pañca-mahā-bhūta), de zintuigen (daśendriya), geest enz. voort. Op die manier verdelen ze de hele materiële wereld onder in vierentwintig elementen.

Als Brahman het centrum is van alle verschijnselen, dan is de materiële wereld een manifestatie van 180 graden van dat centrum en de spirituele wereld bestrijkt de andere 180 graden. De materiële wereld is een verwrongen weerspiegeling en daarom moet dezelfde verscheidenheid ook in de spirituele wereld bestaan, maar dan in werkelijkheid.

De prakṛti is de externe energie van de Allerhoogste Heer en de puruṣa is de Allerhoogste Heer Zelf. Dit wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Omdat deze manifestatie materieel is, is ze tijdelijk. Een weerspiegeling is tijdelijk, omdat ze soms zichtbaar is en soms niet. Maar de oorsprong van de weerspiegeling is eeuwig. De materiële weerspiegeling van de werkelijke boom moet afgekapt worden. Wanneer van iemand gezegd wordt dat hij de Veda’s kent, dan betekent dat dat hij weet hoe de gehechtheid aan de materiële wereld afgekapt moet worden. Wie weet hoe dat gedaan moet worden, is werkelijk een kenner van de Veda’s.

Wie is aangetrokken tot de Vedische rituelen, is aangetrokken tot de mooie groene bladeren van de boom. Hij weet niet precies wat het doel is van de Veda’s. Zoals de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Zelf onthult, is het doel van de Veda’s dat men deze weerspiegelde boom omhakt en de werkelijke boom van de spirituele wereld bereikt.

Materialaus pasaulio medis, būdamas tikrojo medžio atspindys, yra tiksli jo kopija. Ten, dvasiniame pasaulyje, yra viskas. Impersonalistai laiko Brahmaną materialaus medžio šaknimis, o pasak sāṅkhyos filosofijos, nuo šaknų prasideda prakṛti, puruṣa, trys guṇos, penki grubūs pradmenys (pañca-mahā-bhūta), dešimt juslių (daśendriya), protas etc. Sāṅkhyos filosofija dalija visą materialųjį pasaulį į dvidešimt keturis pradmenis. Jeigu visų apraiškų centras – Brahmanas, tai Jį supančią visų apraiškų sferą galima padalinti į dvi puses; viena pusė – materialus pasaulis, kita – dvasinis. Materialus pasaulis – tai iškreiptas atspindys, todėl dvasinis pasaulis turėtų būti toks pat įvairus, kaip ir materialus, tik to pasaulio įvairovė – reali. Prakṛti – Aukščiausiojo Viešpaties išorinė energija, o puruṣa – Pats Aukščiausiasis Viešpats, – taip aiškinama „Bhagavad-gītoje“. Mus supantis pasaulis yra materialus, todėl laikinas. Atspindys – laikinas, nes kartais jis matomas, o kartais ne. Tačiau pirmavaizdis, nuo kurio atsispindi vaizdas – amžinas. Tikrojo medžio materialųjį atspindį reikia nukirsti. Kai sakoma, kad žmogus išmano Vedas, turima omeny, jog jis žino, kaip nutraukti saitus su materialiu pasauliu. Kas tą būdą žino, tas išties suprato Vedas. Kas susižavėjo Vedose aprašytais aukų atnašavimais, tas žavisi gražiais žaliuojančiais medžio lapais. Jis nežino Vedų tikslo. Vedų tikslas, kaip sako Pats Aukščiausiasis Viešpats – nukirsti atspindėtąjį medį ir pasiekti dvasinį pasaulį – tikrąjį medį.