TEXT 4

Tekst

Text

tat kṣetraṁ yac ca yādṛk ca
yad-vikāri yataś ca yat
sa ca yo yat-prabhāvaś ca
tat samāsena me śṛṇu

Synoniemen

Synonyms

tat — dat; kṣetram — veld van activiteiten; yat — wat; ca — ook; yādṛk — zoals het is; ca — ook; yat — wat hebbend; vikāri — veranderingen; yataḥ — waarvandaan; ca — en; yat — wat; saḥ — hij; ca — en; yaḥ — wie; yat — wat hebbend; prabhāvaḥ — invloed; ca — ook; tat — dat; samāsena — in het kort; me — van Mij; śṛṇu — begrijp.

tat — that; kṣetram — field of activities; yat — what; ca — also; yādṛk — as it is; ca — also; yat — having what; vikāri — changes; yataḥ — from which; ca — also; yat — what; saḥ — he; ca — also; yaḥ — who; yat — having what; prabhāvaḥ — influence; ca — also; tat — that; samāsena — in summary; me — from Me; śṛṇu — understand.

Vertaling

Translation

Luister nu alsjeblieft naar Mijn korte beschrijving van dit veld van activiteit en hoe het is samengesteld, welke veranderingen het ondergaat, waar het vandaan komt, wie die kenner van het veld van activiteiten is en welke invloed hij erop uitoefent.

Now please hear My brief description of this field of activity and how it is constituted, what its changes are, whence it is produced, who that knower of the field of activities is, and what his influences are.

Betekenisverklaring

Purport

De Heer beschrijft het veld van activiteiten en de kenner van het veld van activiteiten in hun constitutionele toestand. Men moet weten hoe dit lichaam is samengesteld, van wat voor materiaal het is gemaakt, wie de leiding over de werking van het lichaam heeft, hoe de veranderingen plaatsvinden, waar de veranderingen vandaan komen, wat de oorzaken en de redenen voor die veranderingen zijn, wat het uiteindelijke doel van de individuele ziel is en wat haar werkelijke vorm is. Ook moet men het onderscheid tussen de individuele ziel en de Superziel kennen en weten hoe zij het veld van activiteiten beïnvloeden, wat hun vermogens zijn enz.

Men hoeft de Bhagavad-gītā alleen maar rechtstreeks te begrijpen uit de beschrijving die de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods geeft en op die manier zal alles duidelijk worden. Maar men moet zich ervoor hoeden de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in ieder lichaam aanwezig is, te vereenzelvigen met de individuele ziel, de jīva. Dat zou hetzelfde zijn als de machtige gelijkstellen aan de machteloze.

The Lord is describing the field of activities and the knower of the field of activities in their constitutional positions. One has to know how this body is constituted, the materials of which this body is made, under whose control this body is working, how the changes are taking place, wherefrom the changes are coming, what the causes are, what the reasons are, what the ultimate goal of the individual soul is, and what the actual form of the individual soul is. One should also know the distinction between the individual living soul and the Supersoul, their different influences, their potentials, etc. One just has to understand this Bhagavad-gītā directly from the description given by the Supreme Personality of Godhead, and all this will be clarified. But one should be careful not to consider the Supreme Personality of Godhead in every body to be one with the individual soul, the jīva. This is something like equating the potent and the impotent.