Skip to main content

TEXT 8

TEXT 8

Tekst

Texto

na tu māṁ śakyase draṣṭum
anenaiva sva-cakṣuṣā
divyaṁ dadāmi te cakṣuḥ
paśya me yogam aiśvaram
na tu māṁ śakyase draṣṭum
anenaiva sva-cakṣuṣā
divyaṁ dadāmi te cakṣuḥ
paśya me yogam aiśvaram

Synoniemen

Palabra por palabra

na — nooit; tu — maar; mām — Mij; śakyase — bent in staat; draṣṭum — zien; anena — met deze; eva — zeker; sva-cakṣuṣā — je eigen ogen; divyam — goddelijke; dadāmi — Ik geef; te — aan jou; cakṣuḥ — ogen; paśya — zie; me — Mijn; yogam aiśvaram — onvoorstelbaar mystiek vermogen.

na — nunca; tu — pero; mām — a Mí; śakyase — puedes; draṣṭum — ver; anena — con estos; eva — ciertamente; sva-cakṣuṣā — tus propios ojos; divyam — divinos; dadāmi — te doy; te — a ti; cakṣuḥ — ojos; paśya — mira; me — Mi; yogam aiśvaram — inconcebible poder místico.

Vertaling

Traducción

Maar met de ogen die je nu hebt, kun je Me niet zien. Daarom geef Ik je goddelijke ogen. Aanschouw Mijn mystieke volheid!

Pero tú no puedes verme con tus ojos actuales. Por lo tanto, te doy ojos divinos. ¡Mira Mi opulencia mística!

Betekenisverklaring

Significado

Een zuivere toegewijde ziet Kṛṣṇa niet graag in een andere gedaante dan Zijn gedaante met twee armen; een toegewijde moet de kosmische gedaante door Zijn genade zien, en niet door de geest, maar met spirituele ogen. Om de kosmische gedaante van Kṛṣṇa te kunnen zien, wordt Arjuna gezegd niet zijn geest, maar zijn manier van waarnemen te veranderen. De kosmische gedaante van Kṛṣṇa is niet zo belangrijk, wat duidelijk zal worden in latere verzen. Maar omdat Arjuna deze gedaante wil zien, geeft de Heer hem het bijzondere gezichtsvermogen dat daarvoor nodig is.

Al devoto puro no le gusta ver a Kṛṣṇa en ninguna forma que no sea Su forma de dos manos; el devoto debe ver Su forma universal por Su gracia —no con la mente, sino con ojos espirituales—. Para poder ver la forma universal de Kṛṣṇa, a Arjuna se le dice que cambie su visión, no la mente. La forma universal de Kṛṣṇa no es muy importante; eso quedará claro en versos subsiguientes. Sin embargo, como Arjuna quería verla, el Señor le da la visión específica que se requiere para ello.

Toegewijden die een hechte, transcendentale relatie met Kṛṣṇa hebben, worden aangetrokken tot tedere eigenschappen en niet door een goddeloos vertoon van volheden. De speelkameraden van Kṛṣṇa, de vrienden van Kṛṣṇa en de ouders van Kṛṣṇa willen nooit dat Kṛṣṇa zijn volheden laat zien. Ze gaan zo op in zuivere liefde dat ze niet eens weten dat Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is; tijdens hun liefdevolle uitwisselingen vergeten ze dat Kṛṣṇa de Allerhoogste Heer is. In het Śrīmad-Bhāgavatam wordt gezegd dat de jongens die met Kṛṣṇa spelen allemaal zeer vrome zielen zijn en dat ze na vele, vele levens in staat waren om met Kṛṣṇa te spelen. Die jongens weten niet dat Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is. Ze zien Hem als een persoonlijke vriend. Daarom reciteert Śukadeva Gosvāmī dit vers:

Los devotos que están debidamente situados en una relación trascendental con Kṛṣṇa, se ven atraídos por características amorosas, no por una exhibición materialista de opulencias. Los compañeros de juego de Kṛṣṇa, los amigos de Kṛṣṇa y los padres de Kṛṣṇa nunca quieren que Kṛṣṇa muestre Sus opulencias. Ellos están tan inmersos en el amor puro, que ni siquiera saben que Kṛṣṇa es la Suprema Personalidad de Dios. En su intercambio amoroso, olvidan que Kṛṣṇa es el Señor Supremo. En el Śrīmad-Bhāgavatam se afirma que los niños que juegan con Kṛṣṇa son todos almas muy piadosas, y que después de muchísimos nacimientos son capaces de jugar con Kṛṣṇa. Esos niños no saben que Kṛṣṇa es la Suprema Personalidad de Dios. Ellos lo consideran un amigo personal. Por consiguiente, Śukadeva Gosvāmī recita el siguiente verso:

itthaṁ satāṁ brahma-sukhānubhūtyā
dāsyaṁ gatānāṁ para-daivatena
māyāśritānāṁ nara-dārakeṇa
sākaṁ vijahruḥ kṛta-puṇya-puñjāḥ
itthaṁ satāṁ brahma-sukhānubhūtyā
dāsyaṁ gatānāṁ para-daivatena
māyāśritānāṁ nara-dārakeṇa
sākaṁ vijahruḥ kṛta-puṇya-puñjāḥ

‘Hier is de Allerhoogste Persoon, die door de grote wijzen gezien wordt als het onpersoonlijk Brahman, door de toegewijden als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en door gewone mensen als een product van de materiële natuur. Nu spelen die jongens, die in hun vorige levens vele, vele vrome activiteiten hebben verricht, met die Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.’ (Śrīmad-Bhāgavatam 10.12.11)

«He aquí a la Persona Suprema, a quien los grandes sabios consideran que es el Brahman impersonal, a quien los devotos consideran que es la Suprema Personalidad de Dios, y a quien los hombres ordinarios consideran que es un producto de la naturaleza material. Ahora, estos niños, que han realizado muchísimas actividades piadosas en sus vidas pasadas, están jugando con esa Suprema Personalidad de Dios» (Śrīmad-Bhāgavatam 10.12.11).

Het is een feit dat een toegewijde er niet in geïnteresseerd is de viśva-rūpa, de kosmische gedaante, te zien. Maar Arjuna wilde deze gedaante zien om de uitspraken van Kṛṣṇa te onderbouwen, zodat mensen in de toekomst zouden begrijpen dat Kṛṣṇa Zich niet alleen theoretisch of filosofisch als de Allerhoogste presenteerde, maar dat Hij Zich ook daadwerkelijk als zodanig aan Arjuna toonde. Arjuna moet dit bevestigen, omdat hij aan het begin van het paramparā-systeem staat. Zij die werkelijk de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa, willen begrijpen en die in de voetsporen van Arjuna volgen, moeten inzien dat Kṛṣṇa Zich niet alleen theoretisch als de Allerhoogste presenteerde, maar dat Hij daadwerkelijk liet zien dat Hij de Allerhoogste is. De Heer gaf Arjuna het benodigde vermogen om Zijn kosmische gedaante te zien, omdat Hij wist dat Arjuna deze niet echt wilde zien, zoals we al hebben uitgelegd.

Lo cierto es que el devoto no está interesado en ver el viśva-rūpa, la forma universal; pero Arjuna quería verla para respaldar la afirmación de Kṛṣṇa, de modo que en el futuro la gente supiera que Kṛṣṇa se presentó como el Supremo no solo teóricamente o filosóficamente, sino que de hecho se presentó como tal ante Arjuna. Arjuna debe confirmarlo, porque Arjuna es el comienzo del sistema paramparā. Aquellos que verdaderamente están interesados en entender a la Suprema Personalidad de Dios, Kṛṣṇa, y que siguen los pasos de Arjuna, deben entender que Kṛṣṇa no solo se presentó teóricamente como el Supremo, sino que de hecho se reveló a Sí mismo como tal.