TEXT 2

Tekst

Texte

bhavāpyayau hi bhūtānāṁ
śrutau vistaraśo mayā
tvattaḥ kamala-patrākṣa
māhātmyam api cāvyayam

Synoniemen

Synonyms

bhava — verschijning; apyayau — verdwijning; hi — zeker; bhūtānām — van alle levende wezens; śrutau — zijn gehoord; vistaraśaḥ — in detail; mayā — door mij; tvattaḥ — van Jou; kamala-patra-akṣa — o lotus-ogige; māhātmyam — roem; api — ook; ca — en; avyayam — onvergankelijke.

bhava: l’apparition; apyayau: la disparition; hi: certes; bhūtānām: de tous les êtres; śrutau: ont été entendues; vistaraśaḥ: en détail; mayā: par moi; tvattaḥ: de Toi; kamala-patrākṣa: ô Kṛṣṇa, dont les yeux sont pareils au lotus; māhātmyam: les gloires; api: aussi; ca: et; avyayam: inépuisables.

Vertaling

Translation

O lotus-ogige, ik heb uitvoerig van Je gehoord over het verschijnen en verdwijnen van alle levende wezens en ik ben me bewust geworden van Je onvergankelijke glorie.

De Tes lèvres mêmes, ô Seigneur aux yeux de lotus, j’ai appris en détail ce que sont l’apparition et la disparition des êtres vivants. J’ai réalisé que Tes gloires sont infinies.

Betekenisverklaring

Purport

Uit vreugde spreekt Arjuna Heer Kṛṣṇa hier aan met ‘lotus-ogige’ (de ogen van Kṛṣṇa lijken op de bloembladen van een lotusbloem), want in een vorig hoofdstuk verzekerde Kṛṣṇa hem het volgende: ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ prabhavaḥ pralayas tathā — ‘Ik ben de oorzaak van het verschijnen en verdwijnen van deze hele materiële manifestatie.’ Arjuna heeft hierover uitvoerig van de Heer gehoord. Arjuna is zich er verder van bewust dat hoewel Kṛṣṇa de oorzaak is van alles wat verschijnt en verdwijnt, Hij er afzijdig van blijft. Zijn persoonlijkheid gaat niet verloren. Zo heeft de Heer in het negende hoofdstuk gezegd dat Hij alomtegenwoordig is; toch is Hij niet overal persoonlijk aanwezig. Dat is de onvoorstelbare volheid van Kṛṣṇa, en Arjuna geeft aan die grondig te hebben begrepen.

Comme il éprouve une immense joie, Arjuna s’adresse à Kṛṣṇa par les mots « Seigneur aux yeux de lotus » – en effet, les yeux de Kṛṣṇa ressemblent aux pétales de lotus. S’il ressent un tel bonheur, c’est parce que le Seigneur lui a révélé dans un chapitre précédent: ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ prabhavaḥ pralayas tathā – « Je suis l’origine et la cause de l’apparition et de la disparition de l’entière manifestation matérielle. » Le Seigneur lui a décrit ces phénomènes de façon détaillée. En outre, il sait que Kṛṣṇa, tout en étant la source de la naissance et de l’anéantissement de toute chose, est au-delà de ces phénomènes. Comme le Seigneur l’explique dans le neuvième chapitre, Il est omniprésent sans être pour autant personnellement partout. Telle est l’inconcevable puissance de Kṛṣṇa qu’Arjuna dit ici avoir pleinement réalisée.