Skip to main content

TEXTS 4-5

TEXTS 4-5

Tekst

Текст

buddhir jñānam asammohaḥ
kṣamā satyaṁ damaḥ śamaḥ
sukhaṁ duḥkhaṁ bhavo ’bhāvo
bhayaṁ cābhayam eva ca
буддгір джн̃а̄нам асаммохах̣
кшама̄ сатйам̇ дамах̣ ш́амах̣
сукгам̇ дух̣кгам̇ бгаво ’бга̄во
бгайам̇ ча̄бгайам ева ча
ahiṁsā samatā tuṣṭis
tapo dānaṁ yaśo ’yaśaḥ
bhavanti bhāvā bhūtānāṁ
matta eva pṛthag-vidhāḥ
ахім̇са̄ самата̄ тушт̣іс
тапо да̄нам̇ йаш́о ’йаш́ах̣
бгаванті бга̄ва̄ бгӯта̄на̄м̇
матта ева пр̣тгаґ-відга̄х̣

Synoniemen

Послівний переклад

buddhiḥ — intelligentie; jñānam — kennis; asammohaḥ — vrijheid van twijfel; kṣamā — vergevensgezindheid; satyam — waarheidlievendheid; damaḥ — beheersing van de zintuigen; śamaḥ — beheersing van de geest; sukham — geluk; duḥkham — verdriet; bhavaḥ — geboorte; abhāvaḥ — dood; bhayam — vrees; ca — ook; abhayam — onbevreesdheid; eva — ook; ca — en; ahiṁsā — geweldloosheid; samatā — gelijkmoedigheid; tuṣṭiḥ — tevredenheid; tapaḥ — ascese; dānam — vrijgevigheid; yaśaḥ — roem; ayaśaḥ — schande; bhavanti — ontstaan; bhāvāḥ — kenmerken; bhūtānām — van levende wezens; mattaḥ — van Mij; eva — zeker; pṛthak-vidhāḥ — verschillende onderverdelingen.

буддгіх̣—інтелект; джн̃а̄нам—знання; асаммохах̣—відсутність сумнівів; кшама̄—всепрощення; сатйам—правдивість; дамах̣—контроль почуттів; ш́амах̣—контроль розуму; сукгам—щастя; дух̣кгам—нещастя; бгавах̣—народження; абга̄вах̣—смерть; бгайам— страх; ча — також; абгайам — безстрашність; ева — також; ча —і; ахім̇са̄—відмова від насильства; самата̄—рівновага; тушт̣іх̣— вдоволеність; тапах̣—покута; да̄нам—милосердя; йаш́ах̣—слава; айаш́ах̣ — ганьба; бгаванті — виходять; бга̄ва̄х̣ — природи; бгӯта̄на̄м—живих істот; маттах̣—з Мене; ева—неодмінно; пр̣тгак-відга̄х̣—по-різному влаштовані.

Vertaling

Переклад

Intelligentie; kennis; vrij zijn van twijfel en verwarring; vergevensgezindheid; waarheidlievendheid; beheersing van de zintuigen; beheersing van de geest; vreugde en verdriet; geboorte; dood; angst; onbevreesdheid; geweldloosheid; gelijkmoedigheid; tevredenheid; ascese; vrijgevigheid; roem en schande — al deze verschillende kwaliteiten van levende wezens zijn geschapen door Mij alleen.

Інтелект, знання, свободу від сумнівів та ілюзій, прощення, правдивість, володіння своїми чуттями, приборкання розуму, щастя й нещастя, народження, смерть, страх, безстрашність, відмову від застосування насильства, врівноваженість, вдоволеність, аскетизм, милосердя, славу і ганьбу — всі ці різні якості й здібності живих істот створив саме Я.

Betekenisverklaring

Коментар

De verschillende kwaliteiten van de levende wezens, of die nu goed of slecht zijn, zijn allemaal door Kṛṣṇa geschapen en worden hier beschreven.

Всі різні гарні й погані якості живих істот створив Кр̣шн̣а, і їх описано тут.

Intelligentie (buddhi) verwijst naar het vermogen om dingen vanuit het juiste gezichtspunt te analyseren, en kennis (jñānam) verwijst naar het begrijpen van wat spiritueel en wat materieel is. Gewone kennis, die men door een universitaire opleiding opdoet, houdt alleen verband met materie en wordt hier niet aanvaard als kennis. Kennis betekent dat men een onderscheid weet te maken tussen materie en het spirituele. In het moderne onderwijs is er geen kennis over het spirituele; men houdt zich alleen maar bezig met materiële elementen en lichamelijke behoeften. Academische kennis is daarom niet volledig.

Інтелект — це здатність дивитися на речі під правильним кутом зору, а знання полягає в розумінні того, що є дух і що — матерія. Звичайне знання, яке отримують в університетах, стосується лише матерії і тут не вважається справжнім знанням. Знати — означає розуміти різницю між духом і матерією. Сучасна освіта не дає знання про дух; вчені та викладачі просто досліджують елементи матерії й дбають про тілесні потреби. Тому академічне знання недовершене.

Asammoha, vrij zijn van twijfel en verwarring, wordt bereikt wanneer men niet aarzelt en de transcendentale filosofie begrijpt. Langzaam maar zeker zal de verwarring verdwijnen. Niets moet blindelings aanvaard aanvaard, maar alles moet zorgvuldig en met veel aandacht worden aanvaard.

Men moet kṣamā of verdraagzaamheid en vergevensgezindheid beoefenen; men moet verdraagzaam zijn en de kleine overtredingen van anderen vergeven.

Satyam, waarheidlievendheid, betekent dat feiten moeten worden gepresenteerd zoals ze zijn, zodat iedereen er voordeel bij heeft; feiten moeten niet worden verdraaid. Volgens sociale omgangsvormen is het zo dat de waarheid alleen gesproken mag worden wanneer deze aangenaam is voor anderen. Maar dat is geen waarheidlievendheid. De waarheid moet onverbloemd worden gesproken, zodat anderen zullen begrijpen wat werkelijk de feiten zijn. Als iemand een dief is en de mensen worden gewaarschuwd dat hij een dief is, dan is dat de waarheid. Hoewel de waarheid soms onaangenaam is, moet men niet nalaten deze toch uit te spreken. Waarheidlievendheid vereist dat iemand de feiten presenteert zoals ze zijn, zodat iedereen er voordeel bij heeft. Dat is de definitie van waarheid.

Коли людина не знає вагань і розуміє трансцендентальну філософію, тоді вона досягає асаммохи, незалежності від сумнівів та омани. Поступово, але впевнено вона позбувається омани. Не слід нічого приймати сліпо, до всього треба ставитись обережно й з увагою. Людина повинна виховувати в собі таку якість, як кшама̄, терпимість і милостивість, і вибачати іншим незначні образи. Сатйам, правдивість, означає, що для блага людей факти треба подавати такими, якими вони є. Факти не слід перекручувати. Згідно зі світськими умовностями вважають, що правду треба висловлювати лише в тих випадках, коли вона приємна іншим. Але це не є правдивість. Правду слід казати прямо й відверто, так, щоб інші могли зрозуміти, якими є факти насправді. Якщо хтось злодій, і людей попереджують, що він злодій, то це і є правда. Хоча іноді правда й гірка, не слід її замовчувати. Правдивість вимагає для загальної користі подавати факти такими, якими вони є. Таким є визначення правди.

Damaḥ, het beheersen van de zintuigen, betekent dat de zintuigen niet voor onnodig persoonlijk genot moeten worden gebruikt. Het is niet verboden om aan de basisbehoeften van de zintuigen te voldoen, maar onnodig zintuiglijk genot is schadelijk voor spirituele vooruitgang. De zintuigen moeten daarom worden weerhouden van onnodig gebruik.

Op dezelfde manier moet men de geest weerhouden van onnodige gedachten; dat wordt śama genoemd. Men moet geen tijd verspillen met overpeinzingen hoe men geld kan verdienen. Dat is misbruik maken van het denkvermogen. De geest moet worden gebruikt om van de juiste gezaghebbende personen te weten te komen wat de hoogste noodzaak is voor de mens. Het denkvermogen moet ontwikkeld worden in het gezelschap van personen die gezag hebben op het gebied van de heilige teksten, van heilige personen, van spiritueel leraren en van personen die een hoogontwikkeld denkvermogen hebben.

Sukham, plezier of geluk, moet altijd worden gezocht in dat wat bevorderlijk is voor het cultiveren van de spirituele kennis van het Kṛṣṇa-bewustzijn. Andersom is het ook zo dat men dat wat ongunstig is voor het Kṛṣṇa-bewustzijn moet zien als pijnlijk en als de oorzaak van ellende (duḥkham). Alles wat gunstig is voor het cultiveren van Kṛṣṇa-bewustzijn moet worden aanvaard, maar alles wat ongunstig is moet worden verworpen.

Володіння чуттями означає, що їх не слід залучати до надмірних або протиприродних втіх. Не заборонено задовольняти необхідні потреби чуттів, але зайві чуттєві насолоди перешкоджають духовному поступові. Тому слід утримуватися від будь-якого зловживання ними. Так само, не слід думати про щось зайве, це називається ш́ама, вмиротворення. Не треба витрачати час на роздуми про заробіток. Це неправильне використання розумової сили. За допомогою розуму слід вивчити вказівки авторитетних джерел і усвідомити головну потребу людини. Розумові здібності слід розвивати, спілкуючись з особистостями, що знають істинний смисл священних писань, із святими, з духовними вчителями і з тими, хто має високорозвинуте мислення. Сукгам, щастя або втіху, слід завжди знаходити в тому, що сприяє розвою духовного знання в свідомості Кр̣шн̣и. Й водночас, розвитку свідомості Кр̣шн̣и не сприяє все те, що завдає болю і страждань. Треба приймати все, що сприяє розвитку свідомості Кр̣шн̣и й відкидати все несприятливе.

Bhava, geboorte, moet opgevat worden als iets dat betrekking heeft op het lichaam. Zoals we in het begin van de Bhagavad-gītā hebben besproken, kent de ziel geen geboorte en geen dood (abhāva). Geboorte en dood hebben betrekking op iemands belichaming in de materiële wereld.

Angst (bhayam) wordt veroorzaakt door zich zorgen te maken over de toekomst. Een Kṛṣṇa-bewust persoon heeft geen angst, omdat hij er zeker van is dat hij door zijn activiteiten terug zal gaan naar de spirituele wereld, terug naar huis, terug naar God. Zijn toekomst is daarom heel rooskleurig. Maar anderen weten niet wat hun toekomst zal zijn; ze hebben geen kennis over wat hun volgend leven voor hen in petto heeft en daarom zijn ze voortdurend bezorgd. Als we van deze bezorgdheid bevrijd willen worden, kunnen we het best Kṛṣṇa proberen te begrijpen en altijd Kṛṣṇa-bewust blijven. Op die manier zullen we bevrijd worden van alle angst. In het Śrīmad-Bhāgavatam (11.2.37) wordt gezegd: bhayaṁ dvitīyā-bhiniveśataḥ syāt — angst wordt veroorzaakt doordat we volledig opgaan in de illusionerende energie. Maar zij die vrij zijn van de illusionerende energie, die ervan overtuigd zijn dat ze niet het mariële lichaam zijn, maar spirituele deeltjes van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en die daarom devotionele dienst aan Hem verrichten, hebben niets te vrezen. Hun toekomst is zeer rooskleurig. Angst is dus een kenmerk van personen die niet Kṛṣṇa-bewust zijn. Abhayam, onbevreesdheid, is alleen mogelijk voor iemand die Kṛṣṇa-bewust is.

Бгаву, народження, слід розуміти як те, що стосується тіла. Душа ж, як це вже розглядалось на початку Бгаґавад-ґı̄ти, не народжується і не вмирає. Народження і смерть стосуються втілення істоти в матеріальному світі. Страх виникає внаслідок тривоги перед майбутнім. Людина в свідомості Кр̣шн̣и ніколи не відчуває страху, тому що, завдяки своїй діяльності, вона безумовно повернеться в небесну обитель, додому, назад до Бога. Тому її майбутнє непотьмарене. Однак інші не знають, що чекає на них у майбутньому, не знають, що принесе їм наступне життя. Тому вони постійно перебувають у неспокої. Якщо ж ми бажаємо позбутись цього неспокою, то найкраще для нас є усвідомити Кр̣шн̣у й завжди перебувати в свідомості Кр̣шн̣и. Так ми звільнимось від будь-яких страхів. У Ш́рı̄мад-Бга̄ґаватам (11.2.37) стверджується: бгайам̇ двітı̄йа̄бгіні- веш́атах̣ сйа̄т — «причиною страху є наше заглиблення в ілюзорну енерґію». Але той, хто звільнився від її впливу, хто переконався, що він є не це тіло, а духовна частка Верховного Бога-Особи, яка служить Верховному Господеві на трансцендентному рівні, — той нічого не боїться. Його майбутнє дуже світле. Страх супроводжує тих людей, які не мають свідомості Кр̣шн̣и. Абгайам, безстрашність, властива лише тому, хто перебуває в свідомості Кр̣шн̣и.

Ahiṁsā, geweldloosheid, betekent dat men niets moet doen wat bij anderen ellende of verwarring veroorzaakt. De materiële plannen die door zoveel politici, sociologen, filantropen enz. worden voorgespiegeld, leveren geen goede resultaten op, omdat politici en filantropen geen transcendentale visie hebben; ze weten niet wat werkelijk bevorderlijk is voor de menselijke samenleving. Ahiṁsā betekent dat mensen zo opgeleid moeten worden, dat ze de gelegenheid die het menselijk lichaam biedt volledig kunnen benutten. Het menselijk lichaam is bedoeld voor spirituele bewustwording; iedere beweging of commissie die dat niet stimuleert, pleegt geweld ten opzichte van het menselijk lichaam. Dat wat het toekomstige geluk van de mensen in het algemeen stimuleert, wordt geweldloosheid genoemd.

Ахім̇са̄, ненасильство, означає, що не слід робити нічого, що завдає страждань або бентежить інших. Матеріальна діяльність, яку пропонують політики, соціологи, філантропи тощо дає не дуже гарні наслідки, тому що політики та філантропи позбавлені трансцендентного бачення, і вони не знають, що ж насправді є благо для людського суспільства. Ахім̇са̄ означає, що людей слід виховувати так, щоб вони могли правильно використати своє людське тіло. Людське тіло призначене для духовної реалізації, тому всякий рух або діяльність, що не сприяють цій меті, є насильство над тілом. Ненасильством називають те, що наближає духовне щастя всіх людей.

Samatā, gelijkmoedigheid, verwijst naar vrijheid van gehechtheid en afkeer. Zeer sterk gehecht zijn of erg onthecht zijn is niet goed. De materiële wereld moet zonder gehechtheid of afkeer aanvaard worden. Alles wat gunstig is voor de beoefening van Kṛṣṇa-bewustzijn moet aanvaard worden en alles wat ongunstig is, moet worden verworpen. Dat is samatā, gelijkmoedigheid. Voor een Kṛṣṇa-bewust persoon is er niets te verwerpen of te aanvaarden, tenzij het bruikbaar is in het beoefenen van Kṛṣṇa-bewustzijn.

Самата̄, врівноваженість, — це свобода від прихильності й відрази. Дуже прив’язуватись до чогось або ж бути надто відчуженим — не добре. Матеріальний світ треба сприймати без прихильності чи відрази. Слід приймати те, що допомагає розвивати свідомість Кр̣шн̣и й відкидати все несприятливе. Це і є самата̄, врівноваженість. Людина в свідомості Кр̣шн̣и приймає або відкидає щось лише тоді, коли це сприяє їй виконувати обов’язки в свідомості Кр̣шн̣и.

Tuṣṭi, tevredenheid, betekent dat iemand niet gretig moet zijn om meer en meer materiële bezittingen te vergaren door onnodige activiteiten. Men moet tevreden zijn met alles wat men door de genade van de Allerhoogste Heer krijgt — dat is tevredenheid.

Tapas betekent soberheid of ascese. Er staan in de Veda’s vele regels en bepalingen die hierbij van toepassing zijn, zoals ’s ochtends vroeg opstaan en een bad nemen. Soms is het erg moeilijk om vroeg op te staan, maar ieder ongemak dat men op die manier vrijwillig ondergaat, wordt ascese genoemd. Ook zijn er voorschriften om op bepaalde dagen van de maand te vasten. Misschien dat iemand niet geneigd is te vasten, maar als hij vastberaden is om vooruitgang te maken in de wetenschap van het Kṛṣṇa-bewustzijn, dan moet hij zulke lichamelijke ongemakken die aanbevolen worden, accepteren. Men moet echter niet onnodig of tegen de Vedische voorschriften in vasten. Men moet niet vasten om een bepaald politiek doeleinde te bereiken; dat wordt in de Bhagavad-gītā beschreven als vasten in onwetendheid, en alles wat in onwetendheid of hartstocht wordt gedaan, leidt niet tot spirituele vooruitgang. Vooruitgang komt echter wanneer alles in de hoedanigheid goedheid wordt gedaan. Daarnaast verrijkt vasten in overeenstemming met de Vedische voorschriften iemand met spirituele kennis.

Тушт̣і, вдоволеність, означає, що людина не повинна накопичувати надмірні матеріальні багатства й метушитись заради цього. Їй слід вдовольнятись тим, що вона отримує з ласки Верховного Господа, це і називають вдоволеністю. Тапас означає «аскетизм» або «покута». У Ведах є багато правил і приписів, яких ми дотримуємось, наприклад, встаємо вранці й миємося. Іноді буває важко підвестись рано-в-ранці, але всякий добровільний тягар є покутою. Також приписано говіти в певні дні місяця. Людина може бути не схильною дотримуватись таких постів, але, якщо вона вирішила оволодіти наукою свідомості Кр̣шн̣и, вона повинна зносити такі тілесні труднощі. Так радять Веди. Проте не слід говіти без потреби, або всупереч приписам Вед. Також, не слід постити, виходячи з політичних міркувань; такий різновид говіння описано в Бгаґавад-ґı̄ті, як діяльність у невігластві, а все, що виконується в ґун̣ах невігластва чи пристрасті, не сприяє духовному поступові. Однак, будь-яка діяльність, яку людина виконує в ґун̣і благочестя, сприяє духовному поступові, і коли вона говіє згідно з ведичними приписами, це збагачує її духовним знанням.

Wat betreft vrijgevigheid (dānam): men moet vijftig procent van zijn inkomen aan een goed doel geven. Maar wat is dat goede doel? Het is een doel dat verband houdt met Kṛṣṇa-bewustzijn. Dat is niet alleen een goed doel, maar het beste doel; omdat Kṛṣṇa goed is, is Zijn doel ook goed. Men moet dus vrijgevig zijn tegenover een Kṛṣṇa-bewust persoon.

Volgens de Vedische literatuur moet men vrijgevig zijn voor brāhmaṇa’s. Dit gebruik bestaat nog steeds, ook al houdt men zich niet meer precies aan de Vedische voorschriften. Maar toch blijft het voorschriftstaan dat men de brāhmaṇa’s giften moet schenken. Waarom? Omdat zij hogere, spirituele kennis cultiveren. Een brāhmaṇa wordt verondersteld zijn hele leven te wijden aan het doorgronden van Brahman. Brahma jānātīti brāhmaṇaḥ: iemand wordt een brāhmaṇa genoemd als hij Brahman kent. Schenkingen worden dus gedaan aan brāhmaṇa’s, omdat ze altijd bezig zijn met hogere spirituele dienst en daarom geen tijd hebben om in hun levensonderhoud te voorzien.

Volgens de Vedische literatuur moet men ook vrijgevig zijn tegenover iemand in de onthechte levensorde, een sannyāsī. De sannyāsī’s gaan bedelend van deur tot deur — niet voor geld, maar voor missionaire doeleinden. Het systeem is dat ze van deur tot deur gaan om getrouwde personen uit hun sluimer van onwetendheid te halen. Omdat getrouwde personen bezig zijn met familieaangelegenheden en het werkelijke doel van het leven — het opwekken van Kṛṣṇa-bewustzijn — zijn vergeten, is het de taak van de sannyāsī’s om als bedelaars naar getrouwde personen te gaan en hen aan te moedigen Kṛṣṇa-bewust te leven. In de Veda’s wordt gesteld dat iemand datgene moet zien op te wekken en datgene moet zien te bereiken wat hem in deze menselijke levensvorm toekomt. De sannyāsī’s verspreiden deze kennis en deze methode en daarom moet men vrijgevig zijn tegenover hen en ook tegenover de brāhmaṇa’s en soortgelijke goede doelen, maar niet tegenover om het even welk doel.

Щодо благодійності, то найкраще половину свого прибутку дарувати на якусь добру справу. Але що таке добра справа? Будь-яка справа, яку виконують в свідомості Кр̣шн̣и, є доброю, і не лише доброю, але й найкращою. Кр̣шн̣а — це добро, тому Його справа також добра. Тобто, приносити в дар слід тим людям, які присвятили себе свідомості Кр̣шн̣и. Згідно з ведичною літературою, необхідно робити пожертви бра̄хман̣ам. Цього і досі дотримуються, може й не так правильно, як того вимагають ведичні приписи. Однак, приписи кажуть, що бра̄хман̣ам слід давати пожертви. Чому? Тому що вони плекають вищі духовні знання. Вважають, що бра̄хман̣а має присвячувати все своє життя пізнанню Брахмана. Брахма джа̄на̄тı̄ті бра̄хман̣ах̣ — «той, хто пізнав Брахмана, є бра̄хман̣ою». Отже, слід давати милостиню бра̄хман̣ам, тому що вони постійно виконують вище духовне служіння і не мають часу заробляти собі на прожиток. Ведична література рекомендує також давати милостиню тим, хто проводить життя у відреченні — саннйа̄сı̄. Саннйа̄сі ходять від двору до двору й просять милостиню, але не заради грошей, а на місіонерські цілі. Вони йдуть від одних дверей до інших й будять сімейних людей від сну невігластва. Сімейні люди, що заклопотані домашніми справами, забувають про істинну мету життя — пробудити в собі свідомість Кр̣шн̣и, і тому обов’язок саннйа̄сı̄ — йти до них під виглядом жебраків і надихати їх на усвідомлення Кр̣шн̣и. Сказано ж у Ведах: «Пробудись і виконай призначення людського життя!» Саннйа̄сı̄ поширюють таке знання, це гасло — отже, необхідно жертвувати тим, хто живе у відреченні, бра̄хман̣ам, та на інші добрі справи, а не на якісь примхи.

Yaśas, roem, moet worden opgevat in overeenstemming met Heer Caitanya’s woorden, namelijk dat iemand beroemd is wanneer hij bekendstaat als een groot toegewijde; dat is ware roem. Wanneer iemand een grootheid is geworden in het Kṛṣṇa-bewustzijn en wanneer dat bekend is, dan is hij werkelijk beroemd. Wie niet zulke roem heeft, is roemloos (ayaśas).

Йаш́ас, славу, слід трактувати згідно із словами Господа Чаітанйі, який сказав, що людина стає славетною тоді, коли її прославляють як відданого Господа. Це — істинна слава. Якщо людина досягла величі в свідомості Кр̣шн̣и і всі знають про це, то слава такої людини є істинною. Іншої слави немає.

Al deze kwaliteiten zijn overal in het universum aanwezig, zowel in de menselijke samenleving als in die van de halfgoden. Er bestaan vele menselijke levensvormen op andere planeten en ook daar zijn de genoemde kwaliteiten aanwezig. Kṛṣṇa is degene die deze kwaliteiten geschapen heeft, maar wie vooruitgang wil maken in Kṛṣṇa-bewustzijn, zal zelf deze kwaliteiten in zich ontwikkelen. Volgens het plan van de Allerhoogste Heer ontwikkelen degenen die devotionele dienst aan Hem verrichten alle goede kwaliteiten van de halfgoden.

Всі ці якості проявляються скрізь у всесвіті, в суспільстві людей і в суспільстві напівбогів. Існує багато людських форм життя на інших планетах, і їм властиві ті ж самі якості. Кр̣шн̣а створює всі ці якості для тих, хто хоче вдосконалювати себе в свідомості Кр̣шн̣и, але розвивати їх людина повинна сама, зсередини. Кр̣шн̣а влаштував все так, що всі добрі якості розвиваються в тих, хто віддає себе служінню Верховному Господеві.

Kṛṣṇa is de oorsprong van alles wat we aantreffen, of het nu goed is of slecht. Niets in de materiële wereld kan zich manifesteren zonder al aanwezig te zijn in Kṛṣṇa. Dat is kennis. Hoewel we weten dat dingen zo van elkaar verschillen, moeten we ons realiseren dat alles voortkomt uit Kṛṣṇa.

Кр̣шн̣а — джерело всього, що ми бачимо, доброго й поганого. Ніщо не може проявитись в матеріальному світі, якщо воно відсутнє в Кр̣шн̣і. В цьому полягає знання. Хоча нам відомо про різноманітність сущого, ми повинні усвідомити, що все витікає з Кр̣шн̣и.