TEXT 17
TEXT 17
Tekstas
Tekst
ahar yad brahmaṇo viduḥ
rātriṁ yuga-sahasrāntāṁ
te ’ho-rātra-vido janāḥ
ahar yad brahmaṇo viduḥ
rātriṁ yuga-sahasrāntāṁ
te ’ho-rātra-vido janāḥ
Synonyms
Synoniemen
sahasra — duizend; yuga — tijdperken; paryantam — bevattend; ahaḥ — dag; yat — dat wat; brahmaṇaḥ — van Brahmā; viduḥ — zij weten; rātrim — nacht; yuga — tijdperken; sahasra-antām — op dezelfde wijze, eindigend na duizend; te — zij; ahaḥ-rātra — dag en nacht; vidaḥ — die begrijpen; janāḥ — mensen.
Translation
Vertaling
Žmonių skaičiavimais, viena Brahmos diena trunka tūkstantį amžių. Tiek pat tęsiasi ir jo naktis.
Naar menselijke berekening vormen duizend tijdperken samen de tijdsduur van īīn dag van Brahmā en zijn nacht duurt even lang.
Purport
Betekenisverklaring
KOMENTARAS: Materialios visatos egzistavimo trukmė – ribota. Ji matuojama kalpų periodais. Kalpa – tai Brahmos diena, o vieną jo dieną sudaro tūkstantį kartų pasikartojančios keturios yugos, arba amžiai: Satya, Tretā, Dvāpara ir Kali. Satyos periodui būdinga dorybė, išmintis bei religingumas, o neišmanymo ir ydų beveik nepasitaiko; ši yuga tęsiasi 1728000 metų. Tretā-yugoje ima reikštis ydos, o tęsiasi ji 1296000 metų. Dvāpara- yugoje dorybė bei religingumas toliau smunka, ydų gausėja; jos trukmė – 864000 metų. Paskutinis periodas – Kali-yuga (yuga, kurioje mes gyvename pastaruosius 5000 metų), ją charakterizuoja gausūs kivirčiai, neišmanymas, bedievystė ir ydos, o tikroji dorovė praktiškai išnykusi; šios yugos trukmė – 432000 metų. Kali-yugoje blogis tiek iškeroja, kad, jai baigiantis, Pats Aukščiausiasis Viešpats ateina kaip Kalki avatāra, išnaikina demonus, gelbsti Savo bhaktus ir pradeda kitą Satyą-yugą. Tuomet ciklas prasideda vėl iš naujo. Šios keturios yugos, pasikartojančios tūkstantį kartų, sudaro vieną Brahmos dieną; tiek pat trunka ir jo naktis. Brahmā gyvena šimtą tokių „metų“, o po to miršta. Žemiškais skaičiavimais, tie „šimtas metų“ sudaro 311 trilijonų ir 40 milijardų metų. Pažvelgus į šiuos skaičius, Brahmos gyvenimas atrodo esąs fantastiškas ir begalinis, tačiau, amžinybės požiūriu, jis trumpas lyg žaibo blyksnis. Priežasčių Vandenyne egzistuoja nesuskaičiuojama daugybė Brahmų, kurie čia atsiranda, čia vėl išnyksta – lyg burbulai Atlanto vandenyne. Brahmā ir jo kūrinija nuolatos kinta, nes yra neatskiriama materialios visatos dalis.
De tijdsduur van het materiële universum is beperkt. Deze tijdsduur wordt onderverdeeld in cycli van kalpa’s. Een kalpa is een dag van Brahmā en īīn dag van Brahmā bestaat uit duizend cycli van vier yuga’s of tijdperken: Satya, Tretā, Dvāpara en Kali. Het tijdperk van Satya wordt gekenmerkt door deugdzaamheid, wijsheid en religie, terwijl onwetendheid en immoraliteit nagenoeg niet bestaan; dit yuga duurt 1.728.000 jaar. In het Tretā-yuga doet immoraliteit haar intrede en dit yuga duurt 1.296.000 jaar. In het Dvāpara-yuga raken deugd en religie nog meer in verval en immoraliteit neemt verder toe; dit yuga duurt 864.000 jaar. En uiteindelijk is er in het Kali-yuga (het tijdperk waarin we ons de laatste vijfduizend jaar bevinden) een overvloed aan strijd, onwetendheid, immoraliteit en gebrek aan spiritualiteit, en werkelijke deugdzaamheid bestaat praktisch niet meer; dit yuga duurt 432.000 jaar. In het Kali-yuga neemt het kwaad zozeer toe dat de Allerhoogste Heer aan het eind van het yuga Zelf verschijnt als de avatāra Kalki. Als Kalki vernietigt Hij de demonen, redt Hij Zijn toegewijden en laat Hij een nieuw Satya-yuga beginnen, waarmee de cyclus opnieuw begint.
Duizend cycli van deze vier yuga’s vormen īīn dag van Brahmā en zijn nacht is net zo lang. Brahmā heeft een levensduur van honderd zulke ‘jaren’ en sterft dan. Deze honderd ‘jaar’ komt overeen met 311 biljoen 40 miljard jaar op aarde. Door deze berekening lijkt de levensduur van Brahmā fantastisch en eindeloos, maar vanuit het standpunt van de eeuwigheid is het net zo kort als een bliksemflits. In de Oceaan van Oorzaken zijn er oneindig veel Brahmā’s die verschijnen en verdwijnen als luchtbellen in de Atlantische Oceaan. Brahmā en zijn schepping maken deel uit van de materiële wereld en veranderen daarom voortdurend.
Materialioje visatoje net ir Brahmā neišvengia gimimo, senatvės, ligų ir mirties. Tačiau Brahmā, kaip visatos valdytojas, tiesiogiai tarnauja Aukščiausiajam Viešpačiui, todėl jis išsivaduoja. Iškilnūs sannyāsiai pasikelia į Brahmos planetą, Brahmaloką, aukščiausią materialios visatos planetą, egzistuojančią ilgiau už visas dangaus planetas aukštutinėje planetų sistemos sferoje. Tačiau pagal materialios gamtos dėsnį, atėjus laikui, ir Brahmā su visais Brahmalokos gyventojais turi mirti.
In het materiële universum is zelfs Brahmā niet vrij van het proces van geboorte, ouderdom, ziekte en dood. Hij doet echter rechtstreeks dienst aan de Allerhoogste Heer door dit universum te besturen en bereikt daarom onmiddellijk bevrijding. Verheven sannyāsī’s worden bevorderd naar de planeet van Brahmā, Brahmaloka, die de hoogste planeet in het materiële universum is en die langer blijft bestaan dan alle andere hogere planeten in de bovenste lagen van het planetenstelsel. Maar uiteindelijk zijn Brahmā en alle inwoners van Brahmaloka volgens de wetten van de materiële natuur onderworpen aan de dood.