Skip to main content

TEXT 5

TEXT 5

Tekstas

Tekst

uddhared ātmanātmānaṁ
nātmānam avasādayet
ātmaiva hy ātmano bandhur
ātmaiva ripur ātmanaḥ
uddhared ātmanātmānaṁ
nātmānam avasādayet
ātmaiva hy ātmano bandhur
ātmaiva ripur ātmanaḥ

Synonyms

Synoniemen

uddharet — privalo išgelbėti; ātmanā — protu; ātmānam — sąlygotą sielą; na — niekada; ātmānam — sąlygotą sielą; avasādayet — pasmerkti nuopuoliui; ātmā — protas; eva — be abejonės; hi — tikrai; ātmanaḥ — sąlygotos sielos; bandhuḥ — draugas; ātmā — protas; eva — be abejonės; ripuḥ — priešas; ātmanaḥ — sąlygotos sielos.

uddharet — men moet bevrijden; ātmanā — door de geest; ātmānam — de geconditioneerde ziel; na — nooit; ātmānam — de geconditioneerde ziel; avasādayet — zich verlagen; ātmā — de geest; eva — zeker; hi — feitelijk; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel; bandhuḥ — vriend; ātmā — de geest; eva — zeker; ripuḥ — vijand; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel.

Translation

Vertaling

Protas turi padėti žmogui išsigelbėti, o ne pražudyti save. Protas – sąlygotos sielos draugas ir priešas.

Men moet zich met behulp van zijn geest bevrijden en niet verlagen. De geest is de vriend van de geconditioneerde ziel, maar ook haar vijand.

Purport

Betekenisverklaring

KOMENTARAS: Priklausomai nuo aplinkybių žodis ātmā gali reikšti tiek kūną, tiek protą, tiek sielą. Yogos sistemoje protui ir sąlygotai sielai tenka ypatingai svarbus vaidmuo. Protui yogos praktika skiria centrinę vietą, todėl šiame posme žodis ātmā nurodo protą. Yogos sistemos tikslas – suvaldyti protą ir atplėšti jį nuo juslių objektų. Čia ypač pažymima, kad protą reikia ištreniruoti taip, kad jis galėtų ištraukti sąlygotą sielą iš neišmanymo liūno. Materialioje būtyje gyvąją esybę veikia protas ir juslės. Iš tiesų, tyra siela pakliūva į materialų pasaulį dėl to, kad jos protas patiria trokštančios viešpatauti materialioje gamtoje klaidingos savimonės poveikį. Todėl protą reikia ištreniruoti taip, kad jo nežavėtų materialios gamtos blizgesys – tik šitaip sąlygota siela gali būti išgelbėta. Nevalia vaikytis juslių objektų ir taip stumti save į pražūtį. Kuo labiau žmogų traukia juslių objektai, tuo labiau jis įsipainioja į materialią būtį. Geriausias būdas išsigauti iš jos – protą visada pajungti Kṛṣṇos sąmonei. Būtent taip ir turi elgtis žmogus – šią tezę patvirtina tekste pavartotas žodis hi. Taip pat pasakyta:

Het woord ‘ātmā’ betekent ‘lichaam’, ‘geest’ en ‘ziel’, afhankelijk van de context. In de yogamethode zijn vooral de geest en de geconditioneerde ziel belangrijk. Omdat de geest centraal staat in het beoefenen van yoga, duidt ātmā hier op de geest. Het doel van de yogamethode is het beheersen van de geest en deze te bevrijden van gehechtheid aan zinsobjecten. Hier wordt benadrukt dat de geest zo getraind moet worden, dat het de geconditioneerde ziel uit het moeras van onwetendheid kan verlossen. In het materiële bestaan is men onderhevig aan de invloed van de geest en de zintuigen. Feitelijk is het zo dat de zuivere ziel verstrikt is in de materiële wereld, omdat de geest verwikkeld is geraakt in het vals ego, dat het verlangen heeft de baas te spelen over de materiële natuur. De geest moet daarom zo getraind worden dat hij niet wordt aangetrokken door de schittering van de materiële natuur; op die manier kan de geconditioneerde ziel gered worden.

Men moet zichzelf niet verlagen door zich te laten aantrekken tot zinsobjecten. Hoe meer iemand aangetrokken is tot zinsobjecten, des te meer hij verstrikt raakt in het materiële bestaan. De beste manier om los te komen uit deze verstrikking is door de geest altijd bezig te houden met Kṛṣṇa-bewustzijn. Het woord ‘hi’ wordt hier gebruikt om dit punt te benadrukken, dat wil zeggen, men moet dit doen. Er wordt ook gezegd:

mana eva manuṣyāṇāṁ
kāraṇaṁ bandha-mokṣayoḥ
bandhāya viṣayāsaṅgo
muktyai nirviṣayaṁ manaḥ
mana eva manuṣyāṇāṁ
kāraṇaṁ bandha-mokṣayoḥ
bandhāya viṣayāsaṅgo
muktyai nirviṣayaṁ manaḥ

„Žmogaus protas – ir vergijos, ir išsivadavimo priežastis. Juslių objektų užvaldytas protas žmogų pavergia, o atsitraukęs nuo tų objektų protas – jį išvaduoja.“ („Amṛta-bindu Upaniṣada“ 2) Todėl visada pajungtas Kṛṣṇos sąmonei protas yra aukščiausiojo išsivadavimo priežastis.

‘De geest is voor de mens zowel de oorzaak van gebondenheid als van bevrijding. Wanneer de geest in beslag genomen wordt door zinsobjecten, is hij de oorzaak van gebondenheid, maar als de geest onthecht is van zinsobjecten, dan is hij de oorzaak van bevrijding.’ (Amṛta-bindu Upaniṣad 2) De geest die altijd actief is in Kṛṣṇa-bewustzijn, is daarom de oorzaak van de allerhoogste bevrijding.