Skip to main content

TEXT 7

TEXT 7

Tekstas

Tekst

yoga-yukto viśuddhātmā
vijitātmā jitendriyaḥ
sarva-bhūtātma-bhūtātmā
kurvann api na lipyate
yoga-yukto viśuddhātmā
vijitātmā jitendriyaḥ
sarva-bhūtātma-bhūtātmā
kurvann api na lipyate

Synonyms

Synoniemen

yoga-yuktaḥ — atliekanti pasiaukojimo tarnystę; viśuddha-ātmā — apsivaliusi siela; vijita-ātmā — susitvardžiusi; jita-indriyaḥ — nugalėjusi jusles; sarva- bhūta — visas gyvąsias esybes; ātma-bhūta-ātmā — užjaučianti; kurvan api — nors dirbdama; na — niekada; lipyate — įsipainioja.

yoga-yuktaḥ — bezig met devotionele dienst; viśuddha-ātmā — een gezuiverde ziel; vijita-ātmā — zelfbeheerst; jita-indriyaḥ — de zintuigen overwonnen hebbend; sarva-bhūta — met alle levende wezens; ātma-bhūta-ātmā — medelijden hebben; kurvan api — hoewel bezig met activiteiten; na — nooit; lipyate — is verstrikt.

Translation

Vertaling

Kas dirba su pasiaukojimu, kieno sąmonė tyra ir kas valdo protą bei jusles, tas brangus visiems, ir visi jam brangūs. Nors jis nuolatos veikia, toks žmogus niekados nesusipančioja.

Wie met devotie handelt, een zuivere ziel is en zijn geest en zintuigen beheerst, is iedereen dierbaar en iedereen is hem dierbaar. Hoewel zo’n persoon altijd bezig is, raakt hij nooit verstrikt.

Purport

Betekenisverklaring

KOMENTARAS: Kas eina Kṛṣṇos sąmonės keliu į išsivadavimą, tas brangus visoms gyvosioms būtybėms, ir kiekviena gyvoji būtybė brangi jam. Tai – Kṛṣṇos įsisąmoninimo rezultatas. Tokiam žmogui visos gyvosios būtybės neatsiejamos nuo Kṛṣṇos, kaip medžio lapai bei šakos neatskiriami nuo medžio. Jis puikiai žino, kad laistant šaknis visos medžio šakos ir visi jo lapai gauna vandens – lygiai taip į skrandį pakliuvęs maistas suteikia stiprybės visam kūnui. Kas veikia su Kṛṣṇos sąmone, tas yra visų tarnas, todėl visiems jis labai brangus. Kadangi visi patenkinti jo veikla, jo sąmonė – tyra, o kai sąmonė yra tyra, protas visiškai kontroliuojamas. Kai kontroliuojamas protas, paklūsta juslės. Kadangi jo protas visada sutelktas į Kṛṣṇą, toks žmogus niekada nepamiršta Kṛṣṇos, o ir jo juslės negali užsiimti jokia kita veikla, išskyrus tarnystę Viešpačiui. Tokiam žmogui nepatinka kalbos, nesusijusios su Kṛṣṇa; jis nemėgsta maisto, nepaaukoto Kṛṣṇai; jis nepageidauja niekur eiti, jei tai nesusiję su tarnyste Kṛṣṇai. Vadinasi jo juslės suvaldytos. O jusles valdantis žmogus negali niekam padaryti bloga. Kam nors kils klausimas: „Tad kodėl Arjuna naudojo smurtą mūšio metu? Argi jis nebuvo įsisąmoninęs Kṛṣṇos?“ Tačiau tik iš pirmo žvilgsnio jis pakenkė mūšio lauke susirinkusiems kariams, nes visi jie ir toliau egzistavo kaip individualybės (tai buvo išaiškinta antrame skyriuje), kadangi sielos nužudyti neįmanoma. Dvasine prasme Kurukṣetros mūšyje nežuvo nei viena būtybė. Kṛṣṇos, asmeniškai dalyvavusio kautynėse, nurodymu buvo pakeisti tik jų apdarai. Taigi, kovodamas Kurukṣetros mūšio lauke, Arjuna iš tikrųjų visai nesikovė, jis tiesiog vykdė Kṛṣṇos įsakymus sutelkęs sąmonę į Jį. Taip besielgiančio žmogaus niekada nepančioja jo veiklos pasekmės.

Wie zich door Kṛṣṇa-bewustzijn op het pad van bevrijding bevindt, is ieder levend wezen heel dierbaar en ieder levend wezen is hem dierbaar. Dit komt door zijn Kṛṣṇa-bewustzijn. Zo’n persoon ziet geen enkel ander levend wezen als gescheiden van Kṛṣṇa, zoals de bladeren en takken van een boom niet afzonderlijk van de boom bestaan. Hij weet heel goed dat wanneer hij water op de wortels giet, dit water over alle bladeren en takken verdeeld zal worden of dat door de maag met voedsel te vullen de energie vanzelf over het hele lichaam wordt verspreid.

Omdat iemand die Kṛṣṇa-bewust handelt een dienaar van iedereen is, is hij iedereen heel dierbaar, en omdat iedereen tevreden is over zijn werk, is zijn bewustzijn zuiver. Omdat zijn bewustzijn zuiver is, is zijn geest volledig onder controle en omdat zijn geest onder controle wordt gehouden, worden zijn zintuigen dat ook. Omdat zijn geest altijd op Kṛṣṇa geconcentreerd is, bestaat er geen kans dat hij van Kṛṣṇa wordt afgeleid. Er bestaat evenmin een kans dat hij zijn zintuigen voor iets anders gebruikt dan voor dienst aan de Heer. Hij houdt er niet van om iets anders te horen dan onderwerpen die verband houden met Kṛṣṇa; hij houdt er niet van om iets te eten dat niet aan Kṛṣṇa geofferd is, en hij zal nooit ergens naar toe willen gaan als Kṛṣṇa er niet bij betrokken is. Daarom heeft hij zijn zintuigen onder controle.

Iemand met beheerste zintuigen zal nooit iemand kwaad doen. Men zou nu kunnen vragen: ‘Waarom viel Arjuna (in de strijd) anderen dan aan? Was hij niet Kṛṣṇa-bewust?’ Arjuna was alleen oppervlakkig gezien een aanvaller, want (zoals al in het tweede hoofdstuk is uitgelegd) alle personen die op het slagveld verzameld waren, zouden blijven voortleven als individuen, omdat de ziel niet gedood kan worden. Spiritueel gezien werd niemand op het Slagveld van Kurukṣetra gedood; op bevel van Kṛṣṇa, die persoonlijk aanwezig was, werden alleen hun kleren verwisseld. Toen Arjuna op het slagveld vocht, was hij in werkelijkheid helemaal niet aan het vechten, hij voerde eenvoudig de opdracht van Kṛṣṇa uit in volledig Kṛṣṇa-bewustzijn. Zo’n persoon is nooit verstrikt in karma voor activiteiten.