Skip to main content

TEXT 29

Bg 3.29

Tekstas

Tekst

prakṛter guṇa-sammūḍhāḥ
sajjante guṇa-karmasu
tān akṛtsna-vido mandān
kṛtsna-vin na vicālayet
prakṛter guṇa-sammūḍhāḥ
sajjante guṇa-karmasu
tān akṛtsna-vido mandān
kṛtsna-vin na vicālayet

Synonyms

Synoniemen

prakṛteḥ — materialios gamtos; guṇa — guṇų; sammūḍhāḥ — kurie apsigavo tapatindami save su materija; sajjante — jie užsiima; guṇa-karmasu — materialia veikla; tān — tuos; akṛtsna-vidaḥ — žmones su menku žinių kraičiu; mandān — vangius savęs pažinimui; kṛtsna-vit — turintis tikras žinias; na — ne; vicālayet — turi mėginti juos trikdyti.

prakṛteḥ — van de materiële natuur; guṇa — door de hoedanigheden; sam-mūḍhāḥ — misleid door materiële vereenzelviging; sajjante — zij houden zich bezig met; guṇa-karmasu — in materiële activiteiten; tān — die; akṛtsna-vidaḥ — personen met heel weinig kennis; mandān — lui wat betreft het begrijpen van zelfrealisatie; kṛtsna-vit — iemand die werkelijke kennis bezit; na — niet; vicālayet — moet verontrusten.

Translation

Vertaling

Materialios gamtos guṇų suklaidinti tamsuoliai visa galva pasineria į materialią veiklą ir prisiriša prie jos. Bet išminčius neturi jų trikdyti, net jei tamsuolių atliekamos pareigos yra menkesnės dėl žinių stokos.

Misleid door de hoedanigheden van de materiële natuur, houden de onwetenden zich alleen maar bezig met materiële activiteiten en raken gehecht. Maar de wijze moet hen niet in de war brengen, ook al zijn hun plichten minderwaardig door hun gebrek aan kennis.

Purport

Betekenisverklaring

KOMENTARAS: Neišmanantys žmonės klaidingai tapatina save su „grubiąja“ materialia sąmone, ir jų mąstymas kupinas materialių įvardijimų. Kūnas – tai materialios gamtos dovana. Tas, kuris prisirišęs prie kūniškos sąmonės, vadinamas manda, t.y. tinginiu, nieko nenutuokiančiu apie dvasinę sielą. Neišmanėlis savo kūną laiko savuoju „aš“, o kūniškus ryšius su kitais žmonėmis vadina giminystės saitais; jis garbina žemę, kurioje gavo kūną, o formalūs religiniai ritualai jam atrodo savitiksliai. Visuomeninė veikla, nacionalizmas, altruizmas – štai kelios žmonių su materialia sąmone veiklos sritys. Užburti skambių įvardijimų jie nuolat darbuojasi materialios veiklos srityje, o dvasinis pažinimas jiems atrodo mitas, kuriuo neverta domėtis. Tačiau išmanantis dvasinį gyvenimą žmogus neturėtų drumsti tokių užkietėjusių materialistų ramybės. Geriau ramiai atlikti savo dvasines pareigas. O tie paklydėliai verčiau tesilaiko pagrindinių dorovės principų – tegu nenaudoja prievartos ir užsiima materialia labdara.

Personen zonder kennis vereenzelvigen zich ten onrechte met een grofstoffelijk bewustzijn en materiële benamingen. Dit lichaam is een geschenk van de materiële natuur en iemand die te gehecht is aan het lichamelijk bewustzijn wordt een manda genoemd, iemand die lui is en geen begrip heeft van de ziel. Onwetende mensen denken dat het lichaam het zelf is; relaties met anderen, die gebaseerd zijn op het lichaam, aanvaarden ze als verwantschap, het land waarin ze een lichaam gekregen hebben zien ze als iets dat aanbeden moet worden en de handelingen tijdens religieuze rituelen beschouwen ze als doelen op zich. Zulke mensen met materiële benamingen zijn bijvoorbeeld actief op het gebied van sociaal werk, nationalisme en altruïsme. In de ban van zulke benamingen hebben ze het altijd erg druk op het materiële vlak; spirituele bewustwording is voor hen een mythe en daarom hebben ze er geen interesse voor. Maar zij die spiritueel verlicht zijn, moeten zulke personen, die opgaan in een materieel bestaan, niet in de war brengen. Het is beter om eigen spirituele activiteiten in stilte voort te zetten. Deze verwarde personen kunnen betrokken worden in de morele basisprincipes van het leven zoals geweldloosheid en in activiteiten die materieel gezien goed zijn.

Tamsuoliai nesugeba deramai įvertinti Kṛṣṇos sąmonės veiklos, todėl Viešpats Kṛṣṇa pataria negaišti brangaus laiko ir nedrumsti jų ramybės. Tačiau Viešpaties bhaktai yra maloningesni ir už Jį Patį, nes supranta, ko Viešpats siekia. Todėl jie nebijo rizikuoti ir netgi bendrauja su neišmanėliais, stengdamiesi įtraukti juos į Kṛṣṇos sąmonės veiklą, kuri yra absoliučiai būtina žmogui.

Onwetende personen kunnen geen waardering opbrengen voor Kṛṣṇa-bewuste activiteiten en Heer Kṛṣṇa adviseert ons daarom hen niet te storen en onze tijd niet te verspillen. Maar de toegewijden van de Heer zijn vriendelijker dan de Heer, omdat ze Zijn bedoeling begrijpen en allerlei risico’s nemen, zelfs zover dat ze onwetende personen benaderen en hen proberen te betrekken in Kṛṣṇa-bewuste activiteiten, die absoluut noodzakelijk zijn voor het menselijk wezen.