Skip to main content

TEXT 57

TEXT 57

Tekstas

Tekst

cetasā sarva-karmāṇi
mayi sannyasya mat-paraḥ
buddhi-yogam upāśritya
mac-cittaḥ satataṁ bhava
cetasā sarva-karmāṇi
mayi sannyasya mat-paraḥ
buddhi-yogam upāśritya
mac-cittaḥ satataṁ bhava

Synonyms

Synoniemen

cetasā — intelektu; sarva-karmāṇi — visų rūšių veiklą; mayi — Man; sannyasya — paskirdamas; mat-paraḥ — Mano globojamas; buddhi-yogam — pasiaukojimo veikloje; upāśritya — rasdamas prieglobstį; mat-cittaḥ — įsisąmoninęs Mane; satatam — dvidešimt keturias valandas per parą; bhava — tapk.

cetasā — door intelligentie; sarva-karmāṇi — allerlei soorten activiteiten; mayi — aan Mij; sannyasya — opgevend; mat-paraḥ — onder Mijn bescherming; buddhi-yogam — toegewijde activiteiten; upāśritya — toevlucht nemend tot; mat-cittaḥ — van Mij bewust; satatam — vierentwintig uur per dag; bhava — wordt.

Translation

Vertaling

Kad ir ką darytum, pasikliauk Manimi ir Mano globa. Taip su pasiaukojimu tarnaudamas, į Mane nukreipk visas mintis.

Stel je bij al je activiteiten volledig van Mij afhankelijk en werk altijd onder Mijn bescherming. Wees je in zulke devotionele dienst volkomen van Mij bewust.

Purport

Betekenisverklaring

KOMENTARAS: Veikiantis su Kṛṣṇos sąmone, nesielgia taip, tarsi jis būtų pasaulio šeimininkas. Jis turi elgtis kaip tarnas, vadovaudamasis Aukščiausiojo Viešpaties nurodymais. Tarnas nesielgia kaip panorėjęs, jis daro tai, ką liepia šeimininkas. Tarnas, besidarbuojantis aukščiausiojo šeimininko labui, abejingas ir laimėjimui, ir netekčiai. Jis tiesiog vykdo savo pareigas, būdamas ištikimu Viešpaties įsakymui. Gali kilti toks klausimas: Arjunai vadovavo Pats Kṛṣṇa, o ką daryti, kai Kṛṣṇos nėra šalia? Jeigu elgsimės taip, kaip šioje knygoje moko Kṛṣṇa, ir vykdysime Kṛṣṇos atstovo nurodymus, tuomet irgi pasieksime tokius pačius rezultatus. Šiame posme labai svarbus sanskrito žodis mat-paraḥ. Jis pažymi, kad nėra kito gyvenimo tikslo, kaip veikti su Kṛṣṇos sąmone siekiant patenkinti Kṛṣṇą. Taip veikiant reikia galvoti tik apie Kṛṣṇą: „Šią konkrečią pareigą man patikėjo Pats Kṛṣṇa.“ Taip mes savaime galvosime apie Kṛṣṇą ir pasieksime Kṛṣṇos sąmonės tobulumą. Tačiau vertėtų įsidėmėti, kad tuo atveju, kai pataikaujama savo užgaidoms, savo veiklos rezultatus aukoti Aukščiausiajam Viešpačiui nedera. Tokie veiksmai nėra Kṛṣṇai skirta pasiaukojimo tarnystė. Reikia vadovautis Kṛṣṇos įsakymu – tai labai svarbu. Kṛṣṇos nurodymus gauname per mokinių seką iš bona fide dvasinio mokytojo, todėl dvasinio mokytojo paliepimą reikia laikyti svarbiausia gyvenimo priederme. Jei žmogus randa bona fide dvasinį mokytoją ir veikia taip, kaip jis nurodo, jis tikrai įsisąmonins Kṛṣṇą ir pasieks gyvenimo tobulumą.

Wie Kṛṣṇa-bewust handelt, handelt niet als de meester van de wereld. Men moet net als een dienaar volledig onder leiding van de Allerhoogste Heer handelen. Een dienaar heeft geen individuele onafhankelijkheid, maar handelt alleen volgens de opdracht van zijn meester. Een dienaar die in opdracht van de allerhoogste meester handelt, is onaangedaan door winst of verlies. Hij vervult eenvoudig zijn plicht volgens de opdracht van de Heer. Men zou nu kunnen tegenwerpen dat Arjuna onder de persoonlijke leiding van Kṛṣṇa handelde, maar hoe moeten we handelen als Kṛṣṇa niet aanwezig is? Als men volgens de aanwijzingen van Kṛṣṇa in dit boek en onder begeleiding van een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa handelt, dan zal het resultaat hetzelfde zijn.

Het sanskrietwoord ‘mat-paraḥ’ is zeer belangrijk in dit vers. Het geeft aan dat men in het leven geen ander doel heeft dan Kṛṣṇa-bewust te handelen, alleen om Kṛṣṇa tevreden te stellen. En terwijl men op die manier actief is, moet men alleen aan Kṛṣṇa denken: ‘Kṛṣṇa heeft mij aangesteld om deze bepaalde plicht te vervullen.’ Wanneer iemand op die manier handelt, zal hij vanzelf aan Kṛṣṇa denken. Dat is perfect Kṛṣṇa-bewustzijn. Maar men moet er wel op letten dat het resultaat van eigenzinnige activiteiten naderhand niet aan de Allerhoogste Heer geofferd mag worden. Zulke activiteiten horen niet bij devotionele dienst in Kṛṣṇa-bewustzijn. Men moet handelen volgens de opdrachten van Kṛṣṇa. Dat is een zeer belangrijk punt. Die opdracht van Kṛṣṇa komt van de spiritueel leraar via de opeenvolging van discipelen. De opdracht van de spiritueel leraar moet dan ook worden gezien als de allerbelangrijkste levenstaak. Wie een bonafide spiritueel leraar krijgt en volgens zijn aanwijzingen handelt, is zeker van de vervolmaking van zijn leven in Kṛṣṇa-bewustzijn.