Skip to main content

TEXT 19

TEXT 19

Tekstas

Tekst

nānyaṁ guṇebhyaḥ kartāraṁ
yadā draṣṭānupaśyati
guṇebhyaś ca paraṁ vetti
mad-bhāvaṁ so ’dhigacchati
nānyaṁ guṇebhyaḥ kartāraṁ
yadā draṣṭānupaśyati
guṇebhyaś ca paraṁ vetti
mad-bhāvaṁ so ’dhigacchati

Synonyms

Synoniemen

na — ne; anyam — ką kitą; guṇebhyaḥ — nei ypatybės; kartāram — veikiantįjį; yadā — kai; draṣṭā — stebėtojas; anupaśyati — mato teisingai; guṇebhyaḥ — gamtos guṇoms; ca — ir; param — transcendentinį; vetti — žino; mat-bhāvam — Mano dvasinę gamtą; saḥ — jis; adhigacchati — pereina į.

na — geen; anyam — andere; guṇebhyaḥ — dan de hoedanigheden; kartāram — degene die verricht; yadā — wanneer; draṣṭā — iemand die ziet; anupaśyati — ziet juist; guṇebhyaḥ — aan de drie hoedanigheden van de materiële natuur; ca — en; param — ontstegen; vetti — weet; mat-bhāvam — tot Mijn spirituele zijnstoestand; saḥ — hij; adhigacchati — wordt bevorderd.

Translation

Vertaling

Teisingai matant, kad niekas kitas, o tik gamtos guṇos atlieka visą veiklą, ir suvokiant Aukščiausiąjį Viešpatį, transcendentalų toms guṇoms, pereinama į Mano dvasinę gamtą.

Wie goed beseft dat tijdens alle activiteiten niets anders dan deze drie hoedanigheden van de materiële natuur werkzaam zijn, en wie de Allerhoogste Heer kent, die aan al deze hoedanigheden ontstegen is, bereikt Mijn spirituele natuur.

Purport

Betekenisverklaring

KOMENTARAS: Galima iškilti aukščiau materialios gamtos guṇų veiklos, jei teisingai jas suvokiame, mokydamiesi iš save suvokusių sielų. Tikras dvasinis mokytojas yra Kṛṣṇa, ir Jis perteikia Arjunai tą dvasinį žinojimą. Taip ir mes turime studijuoti mokslą apie gamtos guṇų sąlygojamą veiklą, padedant asmenybėms, kurios iki galo išsiugdė Kṛṣṇos sąmonę. Kitaip gyvenimas pakryps neteisinga vaga. Bona fide dvasinio mokytojo pamokymai atskleidžia gyvajai esybei jos dvasinę padėtį, papasakoja apie jos materialų kūną, jusles, apie tai, kaip ji pakliuvo į spąstus ir kaip ją užburia materialios gamtos guṇos. Guṇų pinklėse ji bejėgė, tačiau suvokusi savo tikrąją padėtį ji gali pasiekti transcendentinį lygį, kur jai atsivers dvasinio gyvenimo galimybė. Iš tikrųjų pati gyvoji esybė nėra veiklos atlikėja. Ji priversta veikti, nes turi tam tikro tipo kūną, kurį valdo tam tikra materialios gamtos guṇa. Kol žmogui nepadės dvasinis autoritetas, jis nesuvoks savo tikrosios padėties. Bendraudamas su bone fide dvasiniu mokytoju, žmogus pamato tikrąją savo padėtį ir gali pasiekti tvarią Kṛṣṇos sąmonę. Kṛṣṇą įsisąmoninusio žmogaus neveikia materialios gamtos guṇų kerai. Septintame skyriuje jau buvo pasakyta, kad Kṛṣṇai atsidavęs žmogus jau nebeatlieka veiksmų, kuriuos diktuoja materiali gamta. Todėl tas, kuris mato tikrąją dalykų esmę, palengva išsivaduoja iš materialios gamtos įtakos.

Men kan alle activiteiten van de hoedanigheden van de materiële natuur op een eenvoudige manier overstijgen, door ze op de juiste manier van de juiste personen te leren begrijpen. De werkelijke spiritueel leraar is Kṛṣṇa en Hij brengt deze spirituele kennis over op Arjuna. Op dezelfde manier moet men de wetenschap van activiteiten in termen van de hoedanigheden van de materiële natuur leren begrijpen van hen die volledig Kṛṣṇa-bewust zijn. Wie dat niet doet, zal zijn leven een verkeerde richting geven. Door de instructie van een bonafide spiritueel leraar kan een levend wezen zijn spirituele positie, zijn materiële lichaam en zijn zintuigen begrijpen en kan het ook begrijpen hoe het verstrikt is en zich in de greep van de hoedanigheden van de materiële natuur bevindt. Het is hulpeloos in de greep van die hoedanigheden. Maar wanneer het inziet wat zijn werkelijke positie is, kan het op het transcendentale niveau komen, omdat het de gelegenheid heeft een spiritueel leven te leiden. Het levend wezen is in werkelijkheid niet degene die verschillende activiteiten verricht. Het is gedwongen tot activiteit, omdat het zich in een bepaald type lichaam bevindt, dat door een bepaalde hoedanigheid van de materiële natuur wordt bestuurd.

Tenzij men de hulp van een spirituele autoriteit heeft, kan men niet begrijpen in welke positie men zich eigenlijk bevindt. In het gezelschap van een bonafide spiritueel leraar kan men inzien wat zijn werkelijke positie is en met dat inzicht kan men verankerd raken in Kṛṣṇa-bewustzijn. Een Kṛṣṇa-bewust persoon is niet meer in de greep van de hoedanigheden van de materiële natuur. In het zevende hoofdstuk werd al gezegd dat wie zich aan Kṛṣṇa heeft overgegeven, verlost wordt van de activiteiten van de materiële natuur. Voor wie in staat is de dingen te zien zoals ze zijn, zal de invloed van de materiële natuur geleidelijk aan afnemen.