Skip to main content

TEXT 21

TEXT 21

Texte

Tekst

bāhya-sparśeṣv asaktātmā
vindaty ātmani yat sukham
sa brahma-yoga-yuktātmā
sukham akṣayam aśnute
bāhya-sparśeṣv asaktātmā
vindaty ātmani yat sukham
sa brahma-yoga-yuktātmā
sukham akṣayam aśnute

Synonyms

Synoniemen

bāhya-sparśeṣu: au plaisir extérieur des sens; asakta-ātmā: celui qui n’est pas attaché; vindati: jouit; ātmani: dans le soi; yat: ce qui; sukham: du bonheur; saḥ: il; brahma-yoga: par la concentration sur le Brahman; yukta-ātmā: en union avec le soi; sukham: une félicité; akṣayam: incommensurable; aśnute: jouit de.

bāhya-sparśeṣu — in extern zinnelijk genot; asakta-ātmā — iemand die niet gehecht is; vindati — geniet; ātmani — in het zelf; yat — dat wat; sukham — geluk; saḥ — hij; brahma-yoga — door concentratie op Brahman; yukta-ātmā — zelfgerealiseerd; sukham — geluk; akṣayam — onbegrensd; aśnute — geniet.

Translation

Vertaling

L’être libéré n’est pas soumis à l’attrait des plaisirs matériels car il trouve la béatitude en lui-même dans l’extase méditative. En se concentrant ainsi sur le Suprême, il goûte une félicité incommensurable.

Zo’n bevrijd persoon voelt zich niet aangetrokken tot materieel genot voor de zintuigen, maar blijft altijd in diepe meditatie en ervaart innerlijk geluk. Op deze manier geniet de zelfgerealiseerde persoon oneindige vreugde, omdat hij op de Allerhoogste mediteert.

Purport

Betekenisverklaring

Śrī Yamunācārya, un grand dévot du Seigneur, disait:

Śrī Yāmunācārya, een groot toegewijde van Kṛṣṇa heeft het volgende gezegd:

yad-avadhi mama cetaḥ kṛṣṇa-pādāravinde
nava-nava-rasa-dhāmany udyataṁ rantum āsīt
tad-avadhi bata nārī-saṅgame smaryamāne
bhavati mukha-vikāraḥ suṣṭhu niṣṭhīvanaṁ ca
yad-avadhi mama cetaḥ kṛṣṇa-pādāravinde
nava-nava-rasa-dhāmany udyataṁ rantum āsīt
tad-avadhi bata nārī-saṅgame smaryamāne
bhavati mukha-vikāraḥ suṣṭhu niṣṭhīvanaṁ ca

« Depuis que j’ai adopté le pur service d’amour de Kṛṣṇa, j’éprouve une joie toujours nouvelle, et chaque fois qu’une pensée charnelle entre dans mon esprit, je crache dessus et mes lèvres grimacent de dégoût. »

Une personne pratiquant le brahma-yoga, la conscience de Kṛṣṇa, s’absorbe tellement dans le service d’amour du Seigneur que bien vite elle n’éprouve plus d’attrait pour les plaisirs de ce monde – dont le plus grand est le plaisir sexuel. Le désir de jouissance sexuelle dirige le monde, et nul matérialiste n’agit sans être motivé par lui. Cependant, le dévot, qui s’abstient de tout plaisir charnel, agit avec plus d’ardeur encore que le matérialiste. Tel est le critère de la réalisation spirituelle, qui exclut les plaisirs de la chair. Parce qu’il est une âme libérée, le dévot n’éprouve aucun attrait pour les plaisirs des sens, quels qu’ils soient.

‘Sinds ik transcendentale liefdedienst aan Kṛṣṇa verricht, vind ik altijd weer nieuw plezier in Hem, maar wanneer ik ook maar aan seksueel genot denk, vertrekt mijn gezicht van afkeer en spuug ik bij de gedachte alleen al.’

Iemand in brahma-yoga, Kṛṣṇa-bewustzijn, wordt zo in beslag genomen door zijn liefdedienst aan de Heer, dat hij zijn smaak voor materieel zinnelijk genot volledig verliest. Het hoogste genot in de materiële wereld is seksueel genot. De hele wereld wordt erdoor geregeerd en een materialist kan absoluut niet werken zonder deze motivatie. Maar iemand die bezig is met Kṛṣṇa-bewustzijn, kan met een grotere inzet werken zonder seksueel genot, dat hij vermijdt. Dat is de test in spirituele bewustwording. Spirituele bewustwording en seksueel genot gaan slecht samen. Omdat een Kṛṣṇa-bewust persoon een bevrijde ziel is, voelt hij zich niet aangetrokken tot welk type zinnelijk genot dan ook.