Skip to main content

TEXT 27

Bg 3.27

Texte

Tekst

prakṛteḥ kriyamāṇāni
guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ
ahaṅkāra-vimūḍhātmā
kartāham iti manyate
prakṛteḥ kriyamāṇāni
guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ
ahaṅkāra-vimūḍhātmā
kartāham iti manyate

Synonyms

Synoniemen

prakṛteḥ: de la nature matérielle; kriyamāṇāni: étant faites; guṇaiḥ: par les modes d’influence; karmāṇi: activités; sarvaśaḥ: toutes sortes de; ahaṅkāra-vimūḍha: égarée par le faux ego; ātmā: l’âme spirituelle; kartā: l’auteur; aham: je; iti: ainsi; manyate: elle pense.

prakṛteḥ — van de materiële natuur; kriyamāṇāni — wordt gedaan; guṇaiḥ — door de hoedanigheden; karmāṇi — activiteiten; sarvaśaḥ — allerlei soorten; ahaṅkāra-vimūḍha — misleid door het valse ego; ātmā — de spirituele ziel; kartā — handelende; aham — ik; iti — zo; man-yate — hij denkt.

Translation

Vertaling

L’âme égarée par le faux ego croit être l’auteur d’actes qui sont en réalité accomplis par les trois modes d’influence de la nature matérielle.

Misleid door de invloed van het vals ego, denkt de ziel dat zij zelf de activiteiten verricht die in werkelijkheid door de drie hoedanigheden van de materiële natuur worden verricht.

Purport

Betekenisverklaring

Deux personnes accomplissant une même action, l’une dans la conscience de Kṛṣṇa et l’autre dans une conscience matérielle, peuvent sembler agir sur le même plan, mais la différence est sans mesure. Le matérialiste est persuadé, sous l’influence du faux ego, qu’il est l’auteur de tout ce qu’il accomplit. S’il ne sait pas qu’en dernière analyse il est sous le contrôle de Kṛṣṇa, c’est qu’il ignore que la nature matérielle qui produit le mécanisme du corps agit sous la direction du Seigneur Suprême. Sous l’emprise du faux ego, il croit pouvoir agir en toute indépendance – ce qui montre bien, d’ailleurs, son ignorance.

Il ne sait pas non plus que son corps physique, de même que son corps subtil, furent créés par la nature matérielle sur l’ordre du Seigneur Suprême, et que, pour cette raison, toutes les activités physiques et mentales doivent être engagées à Son service, dans la conscience de Kṛṣṇa. Il oublie que Dieu, la Personne Suprême, est connu sous le nom de Hṛṣīkeśa, le maître des sens du corps matériel. Il a fait pendant longtemps un si mauvais usage de ses sens, en cherchant sans cesse de nouveaux plaisirs, qu’il est complètement égaré par son faux ego, au point d’avoir oublié sa relation éternelle avec Kṛṣṇa.

Het kan erop lijken dat twee personen, een met Kṛṣṇa-bewust-zijn en een ander met een materieel bewustzijn, zich op hetzelfde niveau bevinden wanneer ze dezelfde activiteiten doen, maar er bestaat een groot verschil tussen hun posities. Een persoon met een materieel bewustzijn is er door zijn vals ego van overtuigd dat hij het is die alles doet, maar hij weet niet dat het mechanisme van het lichaam geproduceerd is door de materiële natuur, die onder toezicht van de Allerhoogste Heer staat. Een materialistisch persoon weet niet dat hij uiteindelijk door Kṛṣṇa bestuurd wordt. Door zijn vals ego denkt hij dat hij alles onafhankelijk doet en strijkt vervolgens met de eer; dat is het symptoom van zijn onwetendheid. Hij weet niet dat dit grof- en fijnstoffelijk lichaam in opdracht van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods door de materiële natuur geschapen is en dat zijn lichamelijke en mentale activiteiten daarom in dienst van Kṛṣṇa, in Kṛṣṇa-bewustzijn, gebruikt moeten worden. Een onwetend persoon vergeet dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Hṛṣīkeśa wordt genoemd, de meester van de zintuigen van het materiële lichaam. Omdat hij voor lange tijd voor zinsbevrediging misbruik heeft gemaakt van zijn zintuigen, is hij verward geraakt door het vals ego, dat hem zijn eeuwige relatie met Kṛṣṇa doet vergeten.