TEXT 26
Bg 3.26
Texte
Tekst
ajñānāṁ karma-saṅginām
joṣayet sarva-karmāṇi
vidvān yuktaḥ samācaran
ajñānāṁ karma-saṅginām
joṣayet sarva-karmāṇi
vidvān yuktaḥ samācaran
Synonyms
Synoniemen
na: ne pas; buddhi-bhedam: trouble de l’intelligence; janayet: doit causer; ajñānām: des ignorants; karma-saṅginām: attachés aux fruits de leur travail; joṣayet: elle doit relier; sarva: tout; karmāṇi: travail; vidvān: une personne instruite; yuktaḥ: occupés; samācaran: à accomplir.
na — niet; buddhi-bhedam — verstoring van intelligentie; janayet — hij zou moeten veroorzaken; ajñānām — van de dwazen; karma-saṅginām — die gehecht zijn aan resultaatgerichte activiteit; joṣayet — hij moet ze betrekken; sarva — alle; karmāṇi — activiteiten; vidvān — een geleerd persoon; yuktaḥ — gewijd aan; samācaran — beoefenend.
Translation
Vertaling
Le sage avisé ne doit pas perturber les ignorants attachés aux fruits du devoir en les incitant à cesser de travailler. Au contraire, œuvrant dans un esprit de dévotion, il doit les engager à toutes sortes d’activités [pour développer progressivement leur conscience de Kṛṣṇa].
Om de geest van de onwetenden, die gehecht zijn aan de resultaten van hun voorgeschreven plichten, niet te verstoren, moet iemand die wijs is ze niet van activiteiten weerhouden. Integendeel, door met devotie te handelen, zou hij ze in allerlei activiteiten moeten betrekken [voor de geleidelijke ontwikkeling van Kṛṣṇa-bewustzijn].
Purport
Betekenisverklaring
Les rites, les sacrifices et tout ce dont nous entretiennent les Védas, y compris les directives concernant la façon d’agir au niveau matériel, sont destinés à nous faire comprendre Kṛṣṇa, le but ultime de l’existence: vedaiś ca sarvair aham eva vedyaḥ. Mais parce qu’elles ne connaissent rien, hormis la satisfaction des sens, les âmes conditionnées n’abordent les Védas que pour jouir de la matière. On peut néanmoins, par le biais des activités intéressées et du plaisir des sens réglementés par les Védas, développer progressivement la conscience de Kṛṣṇa. C’est pourquoi les âmes réalisées dans la conscience de Kṛṣṇa ne doivent pas perturber autrui, ni dans ses activités, ni dans sa compréhension des choses, mais plutôt agir de façon à montrer comment le résultat de toute action peut être utilisé au service de Kṛṣṇa. Le dévot éclairé doit, par ses actes, montrer à l’ignorant qui n’est préoccupé que de son seul plaisir comment il devrait se comporter. Bien qu’il ne faille pas troubler une telle personne dans ses activités, on peut, par contre, engager directement au service du Seigneur quiconque manifeste un peu d’ intérêt pour la conscience de Kṛṣṇa, sans qu’il y ait besoin de recourir aux autres voies védiques. L’homme qui connaît cette bonne fortune n’aura pas à observer les rites védiques, puisqu’en s’engageant dans la conscience de Kṛṣṇa, il obtiendra de toute façon tous les résultats que lui aurait conféré l’exécution de ses devoirs prescrits.
Vedaiś ca sarvair aham eva vedyaḥ. Dat is het doel van alle Vedische rituelen. Alle rituelen, alle offers en alles wat in de Veda’s staat, inclusief alle aanwijzingen voor materiële activiteiten, zijn ervoor bedoeld om Kṛṣṇa te begrijpen, die het uiteindelijke doel van het leven is. Maar omdat de geconditioneerde zielen geen idee hebben van iets wat buiten zinsbevrediging omgaat, bestuderen ze de Veda’s met dat doel voor ogen. Maar door resultaatgerichte activiteiten en zinsbevrediging die door de Vedische rituelen gereguleerd worden, raakt men geleidelijk aan verheven tot Kṛṣṇa-bewustzijn. Een zelfgerealiseerde, Kṛṣṇa-bewuste ziel moet anderen daarom niet verstoren in hun begrip of tijdens hun activiteiten, maar moet hen laten zien hoe de resultaten van alle activiteiten in dienst van Kṛṣṇa kunnen worden gesteld. Een geleerd, Kṛṣṇa-bewust persoon moet op zo’n manier handelen, dat een onwetend persoon, die zinsbevrediging nastreeft, kan leren hoe te handelen en hoe zich te gedragen. Ook al moeten we iemand die onwetend is niet in de war brengen over zijn activiteiten, toch kan een Kṛṣṇa-bewust persoon die al een klein beetje vooruitgang heeft gemaakt, zich meteen wijden aan dienst aan de Heer, zonder te wachten op andere Vedische rituelen. Voor zo’n fortuinlijk iemand is het niet nodig om de andere Vedische voorschriften te volgen, omdat hij door direct Kṛṣṇa-bewustzijn alle resultaten kan krijgen die hij anders gekregen zou hebben door zijn voorgeschreven plichten te vervullen.