Skip to main content

TEXT 38

Bg 3.38

Tekst

Tekst

dhūmenāvriyate vahnir
yathādarśo malena ca
yatholbenāvṛto garbhas
tathā tenedam āvṛtam
dhūmenāvriyate vahnir
yathādarśo malena ca
yatholbenāvṛto garbhas
tathā tenedam āvṛtam

Synonyms

Synoniemen

dhūmena — suitsuga; āvriyate — on kaetud; vahniḥ — tuli; yathā — täpselt samamoodi; ādarśaḥ — peegel; malena — tolmuga; ca — samuti; yathā — täpselt samamoodi; ulbena — emaüsaga; āvṛtaḥ — on kaetud; garbhaḥ — loode; tathā — nii; tena — selle ihaga; idam — see; āvṛtam — on kaetud.

dhūmena — door rook; āvriyate — wordt verhuld; vahniḥ — vuur; yathā — zoals; ādarśaḥ — spiegel; malena — door stof; ca — en; yathā — zoals; ulbena — door de moederschoot; āvṛtaḥ — wordt omhuld; garbhaḥ — het embryo; tathā — zo; tena — door die lust; idam — deze; āvṛtam — wordt bedekt.

Translation

Vertaling

Samamoodi nagu suits katab tuld, tolm peeglit ja emaüsa loodet, on elusolend kaetud selle iha erinevate kihtidega.

Zoals vuur verhuld wordt door rook, een spiegel bedekt wordt door stof of zoals een embryo omhuld wordt door de moederschoot, zo wordt het levend wezen verhuld door verschillende gradaties van deze lust.

Purport

Betekenisverklaring

Elusolendi puhast teadvust pimestav kate on kolmekihiline. See kate ei ole midagi muud kui iha, mis avaldub erinevatel viisidel nagu suits tule kohal, tolm peeglil või emaüsa loote ümber. Kui iha võrreldakse suitsuga, siis tähendab see, et elusa sädeme tuld on võimalik mõningal määral siiski tajuda. Teisisõnu öeldes, kui elusolend on teatud määral arendanud Kṛṣṇa teadvust, siis võib teda võrrelda tulega, mida katab suits. Ehkki suitsu saamiseks on vajalik tuli, ei pruugi see tuli algul välja paista. Seda seisundit võib võrrelda Kṛṣṇa teadvuse arendamise algusega. Tolmune peegel sümboliseerib vajadust puhastada mõistuse peeglit paljude erinevate vaimsete meetodite abil, millest parim on Jumala pühade nimede kordamine. Emaüsas viibiv loode on kujundlik analoog abitus positsioonis elusolendist, sest emaüsas on laps sedavõrd abitu, et ta ei saa ennast liigutadagi. Sellist eksistentsi seisundit võib võrrelda puuga. Puudki on elusolendid, kuid ihade rohke rahuldamise tõttu on nad asetatud tingimustesse, kus nad ei oma enam peaaegu mitte mingisugust teadvust. Tolmust peeglit võrreldakse lindude ja loomadega, suitsuga kaetud tuld aga inimesega. Inimkehas saab elusolend vähehaaval Kṛṣṇa teadvust taastada ning kui ta seda edasi arendab, võib temas lõkkele lüüa ere vaimse elu tuli. Tuld hoolikalt segades võib see eredalt lõõmama lüüa. Inimkeha on elusolendile antud võimalus pääseda vabaks materiaalse eksistentsi köidikuist. Inimkehas elades suudab elusolend alistada oma vaenlase, iha, kasvatades endas autoriteetse juhtimise all Kṛṣṇa teadvust.

Het zuivere bewustzijn van het levend wezen wordt verduisterd door drie niveaus van verhulling. Deze verhulling is niets anders dan lust die zich op verschillende manieren manifesteert, zoals rook voor vuur, stof op een spiegel en de baarmoeder rond een embryo.

Wanneer lust met rook wordt vergeleken, dan betekent dat dat het vuur van een levende vonk enigszins waarneembaar is. Met andere woorden, wanneer het levend wezen enigszins Kṛṣṇa-bewustzijn vertoont, kan het vergeleken worden met vuur dat door rook bedekt wordt. Hoewel er vuur moet zijn waar rook is, is het in het beginstadium niet openlijk zichtbaar. Dit niveau is als het begin in Kṛṣṇa-bewustzijn.

Het stof op de spiegel verwijst naar een zuiveringsproces van de spiegel van de geest door verschillende spirituele methoden. Het beste proces is het chanten van de heilige namen van de Heer.

Het embryo dat door de baarmoeder bedekt wordt, is een analogie ter illustratie van een hulpeloze positie, want het kind in de baarmoeder is zo hulpeloos, dat het zich niet eens kan bewegen. Deze levenssituatie kan vergeleken worden met die van bomen. Bomen zijn ook levende wezens, maar ze bevinden zich in deze levensomstandigheden doordat ze zo van lust zijn vervuld, dat ze nagenoeg al hun bewustzijn kwijt zijn.

De bedekte spiegel wordt vergeleken met vogels en dieren en het vuur dat door rook omgeven is, wordt met het menselijk wezen vergeleken. In de menselijke levensvorm kan het levend wezen een klein beetje Kṛṣṇa-bewustzijn opwekken, en als het meer vooruitgang maakt, kan het vuur van het spirituele leven in hem ontbranden. Door voorzichtig om te gaan met de rook in het vuur, kan dat vuur hoog oplaaien. De menselijke levensvorm is daarom een kans voor het levend wezen om te ontsnappen aan de verstrikking van het materiële bestaan. In de menselijke levensvorm kan men de vijand, lust, overwinnen door onder deskundige begeleiding Kṛṣṇa-bewustzijn te cultiveren.