Skip to main content

TEXT 37

TEXT 37

Texto

Tekst

arjuna uvāca
ayatiḥ śraddhayopeto
yogāc calita-mānasaḥ
aprāpya yoga-saṁsiddhiṁ
kāṁ gatiṁ kṛṣṇa gacchati
arjuna uvāca
ayatiḥ śraddhayopeto
yogāc calita-mānasaḥ
aprāpya yoga-saṁsiddhiṁ
kāṁ gatiṁ kṛṣṇa gacchati

Palabra por palabra

Synoniemen

arjunaḥ uvāca — Arjuna dijo; ayatiḥ — el trascendentalista que fracasa; sraddhayā — con fe; upetaḥ — dedicado; yogāt — del vínculo místico; calita — apartado; mānasaḥ — de aquel que tiene esa mentalidad; aprāpya — que no logra; yoga-saṁsiddhim — la máxima perfección del misticismo; kām — qué; gatim — destino; kṛṣṇa — ¡oh, Kṛṣṇa!; gacchati — alcanza.

arjunaḥ uvāca — Arjuna zei; ayatiḥ — de transcendentalist die faalt; śraddhayā — met geloof; upetaḥ — bezig zijn; yogāt — van de mystieke verbinding; calita — afgeweken; mānasaḥ — wie zo’n geest heeft; aprāpya — er niet in slagen te bereiken; yoga-saṁsiddhim — de hoogste volmaaktheid op mystiek gebied; kām — welke; gatim — bestemming; kṛṣṇa — o Kṛṣṇa; gacchati — bereikt.

Traducción

Vertaling

Arjuna dijo: ¡Oh, Kṛṣṇa!, ¿cuál es el destino del trascendentalista que fracasa, quien al principio emprende el proceso de la autorrealización con fe, pero que luego desiste debido a una mentalidad mundana, y que por ello no logra la perfección en el misticismo?

Arjuna zei: O Kṛṣṇa, wat is de bestemming van de falende transcendentalist die zich aanvankelijk met geloof op het proces van zelfrealisatie toelegt, maar er later mee ophoudt door materiële verlangens en daardoor niet tot volmaaktheid in yoga komt?

Significado

Betekenisverklaring

La senda de la autorrealización o del misticismo se describe en el Bhagavad-gītā. El principio básico de la autorrealización lo constituye el conocimiento de que la entidad viviente no es este cuerpo material, sino que es diferente de él, y que su felicidad se halla en la vida, bienaventuranza y conocimiento eternos. Esas cosas son trascendentales y se encuentran más allá tanto del cuerpo como de la mente. La autorrealización se busca mediante la senda del conocimiento, mediante la práctica del sistema óctuple o mediante el bhakti-yoga. En cada uno de esos procesos se tiene que llegar a comprender la posición constitucional de la entidad viviente, su relación con Dios, y las actividades mediante las cuales ella puede restablecer el vínculo perdido y alcanzar la máxima etapa perfecta del proceso de conciencia de Kṛṣṇa. Si se sigue cualquiera de los tres métodos antedichos, es seguro que tarde o temprano se llegará a la meta suprema. Eso lo indicó el Señor en el segundo capítulo: hasta un pequeño esfuerzo que se haga en la senda trascendental, brinda una gran esperanza para la redención. De estos tres métodos, la senda del bhakti-yoga es especialmente adecuada para esta era, porque es el método más directo para comprender a Dios. Para estar doblemente seguro, Arjuna le está pidiendo al Señor Kṛṣṇa que confirme Su declaración anterior. Puede que uno acepte sinceramente la senda de la autorrealización, pero el proceso del cultivo del conocimiento y la práctica del sistema de yoga óctuple son por lo general cosas muy difíciles para esta época. En consecuencia, a pesar del esfuerzo constante, puede que uno fracase por muchas razones. Primero que todo, puede que uno no esté suficientemente interesado en seguir el proceso. Seguir la senda trascendental es más o menos declararle la guerra a la energía ilusoria. Por lo tanto, siempre que una persona trata de escaparse de las garras de la energía ilusoria, esta última trata de derrotar al practicante por medio de diversas seducciones. El alma condicionada ya está seducida por las modalidades de la energía material, y hay muchas posibilidades de ser seducido de nuevo, incluso mientras se ejecutan disciplinas trascendentales. Eso se denomina yogāc calita-mānasaḥ: apartarse de la senda trascendental. Arjuna está interesado en saber cuáles son los resultados de apartarse del sendero de la autorrealización.

In de Bhagavad-gītā wordt het pad van zelfrealisatie of yoga beschreven. Het basisprincipe van zelfrealisatie is het besef dat het levend wezen niet dit materiële lichaam is, maar dat het ervan verschilt en dat zijn geluk gelegen is in een eeuwig, transcendentaal bestaan van gelukzaligheid en kennis, dat ontstegen is aan zowel het lichaam als de geest. Zelfrealisatie wordt nagestreefd door het volgen van het pad van kennis, door het beoefenen van het achtvoudige yogasysteem of door bhakti-yoga. Door elk van deze methoden moet men zich bewust worden van de wezenlijke positie van het levend wezen, zijn relatie met God en de activiteiten waardoor het de verloren verbintenis kan herstellen en de hoogste perfectie kan bereiken — Kṛṣṇa-bewustzijn. Door welke van deze drie methoden dan ook te volgen, is iemand ervan verzekerd dat hij vroeg of laat het hoogste doel zal bereiken. Dit verzekerde de Heer ons in het tweede hoofdstuk: zelfs een kleine inspanning op het transcendentale pad geeft hoop op verlossing.

Van de drie genoemde methoden is vooral het pad van bhakti-yoga geschikt voor dit tijdperk, omdat het de meest rechtstreekse methode van godsrealisatie is. Om hier dubbel zeker van te zijn, vraagt Arjuna aan Kṛṣṇa om Zijn eerder gemaakte bewering te bevestigen. Men kan in alle oprechtheid het pad van zelfrealisatie aanvaarden, maar de methode van het cultiveren van kennis en het beoefenen van de achtvoudige yogamethode zijn over het algemeen zeer moeilijk in dit tijdperk. Om vele redenen kan iemand daarom ondanks voortdurende inspanning toch falen, vooral als hij niet serieus genoeg is in het volgen van de methode.

Het volgen van het transcendentale pad betekent min of meer de oorlog verklaren aan de illusionerende energie. Als gevolg daarvan probeert de illusionerende energie iemand die aan haar greep probeert te ontsnappen, te verslaan met verschillende verleidingen. Een geconditioneerde ziel is al verleid door de hoedanigheden van de materiële energie en er bestaat alle kans dat ze weer verleid wordt, zelfs tijdens het beoefenen van transcendentale disciplines. Dit wordt yogāc calita-mānasaḥ genoemd, afwijken van het transcendentale pad. Arjuna is benieuwd naar de gevolgen van het afwijken van het pad van zelfrealisatie.