Skip to main content

TEXT 5

Bg 3.5

Texto

Tekst

na hi kaścit kṣaṇam api
jātu tiṣṭhaty akarma-kṛt
kāryate hy avaśaḥ karma
sarvaḥ prakṛti-jair guṇaiḥ
na hi kaścit kṣaṇam api
jātu tiṣṭhaty akarma-kṛt
kāryate hy avaśaḥ karma
sarvaḥ prakṛti-jair guṇaiḥ

Palabra por palabra

Synoniemen

na — ni; hi — indudablemente; kaścit — cualquiera; kṣaṇam — un momento; api — también; jātu — en cualquier momento; tiṣṭhati — permanece; akarma-kṛt — sin hacer algo; kāryate — forzado a hacer; hi — indudablemente; avaśaḥ — irremediablemente; karma — trabajo; sarvaḥ — todos; prakṛti-jaiḥ — nacido de las modalidades de la naturaleza material; guṇaiḥ — por las cualidades.

na — evenmin; hi — zeker; kaścit — wie dan ook; kṣaṇam — een moment; api — ook; jātu — wanneer dan ook; tiṣṭhati — blijft; akarma-kṛt — zonder iets te doen; kāryate — wordt tot handelen gedwongen; hi — zeker; avaśaḥ — machteloos; karma — activiteit; sarvaḥ — iedereen; prakṛti-jaiḥ — geboren uit de hoedanigheden van de materiële natuur; guṇaiḥ — door de kwaliteiten.

Traducción

Vertaling

Todo el mundo está forzado a actuar irremediablemente conforme a las cualidades que ha adquirido de las modalidades de la naturaleza material. Por lo tanto, nadie puede dejar de hacer algo, ni siquiera por un momento.

Iedereen wordt machteloos gedwongen te handelen volgens de eigenschappen die hij gekregen heeft van de hoedanigheden van de materiële natuur; daarom kan niemand zelfs maar voor een moment ophouden iets te doen.

Significado

Betekenisverklaring

Es propio de la naturaleza del alma el estar activa siempre, y no es solo una cuestión de la vida en el cuerpo. Sin la presencia del alma espiritual, el cuerpo material no se puede mover. El cuerpo es únicamente un vehículo muerto, que debe ser puesto en funcionamiento por el alma espiritual, la cual siempre está activa y no puede detenerse, ni siquiera por un momento. Debido a ello, el alma espiritual tiene que dedicarse al buen trabajo del proceso de conciencia de Kṛṣṇa, pues, de lo contrario, se va a dedicar a ocupaciones dictadas por la energía ilusoria. En contacto con la energía material, el alma espiritual contrae las modalidades materiales, y, para purificar al alma de esa clase de propensiones, es necesario ocuparse de la ejecución de los deberes prescritos que se estipulan en los śāstras. Pero si el alma se dedica a su función natural de conciencia de Kṛṣna, todo lo que sea capaz de hacer es bueno para ella. El Śrīmad-Bhāgavatam (1.5.17) afirma lo siguiente:

Het is niet zo dat de ziel alleen actief is in haar belichaamde staat; integendeel, het is de aard van de ziel dat ze altijd actief is. Zonder de aanwezigheid van de ziel, kan het materiële lichaam niet bewegen. Het lichaam is niet meer dan een levenloos voertuig, dat bestuurd wordt door de ziel, die altijd actief is en zelfs niet voor een moment kan stoppen. De ziel moet daarom betrokken worden in de goede activiteiten van het Kṛṣṇa-bewustzijn; zo niet, dan zal ze bezig worden gehouden met activiteiten die haar door de illusionerende energie worden opgelegd.

Wanneer de ziel in contact staat met de materiële energie, wordt ze beïnvloed door de materiële hoedanigheden en om haar van deze invloed te zuiveren, is het noodzakelijk de plichten die de śāstra’s voorschrijven te vervullen. Maar als de ziel volgens haar natuur in Kṛṣṇa-bewustzijn functioneert, dan is alles wat ze doet goed. Het Śrīmad-Bhāgavatam (1.5.17) bevestigt dit:

tyaktvā sva-dharmaṁ caraṇāmbujaṁ harer
bhajann apakvo ’tha patet tato yadi
yatra kva vābhadram abhūd amuṣya kiṁ
ko vārtha āpto ’bhajatāṁ sva-dharmataḥ
tyaktvā sva-dharmaṁ caraṇāmbujaṁ harer
bhajann apakvo ’tha patet tato yadi
yatra kva vābhadram abhūd amuṣya kiṁ
ko vārtha āpto ’bhajatāṁ sva-dharmataḥ

«Si alguien emprende el proceso de conciencia de Kṛṣṇa, aunque no siga los deberes que se prescriben en los śāstras ni ejecute el servicio devocional debidamente, y pese a que caiga del nivel que marca la pauta, ello no le hace perder nada ni le ocasiona ningún mal. Pero si alguien pone en práctica todo lo que los śāstras disponen para lograr la purificación, ¿de qué le vale si no está consciente de Kṛṣṇa?». Así que, el proceso purificatorio es necesario para llegar a ese punto de conciencia de Kṛṣṇa. Por consiguiente, el sannyāsa, o cualquier otro proceso purificatorio, tiene por finalidad ayudar a alcanzar la meta última, que consiste en volverse consciente de Kṛṣṇa, sin lo cual se considera que todo es un fracaso.

‘Voor wie zich toelegt op het Kṛṣṇa-bewustzijn, maar de plichten die de śāstra’s voorschrijven niet vervult of niet op de juiste manier devotionele dienst beoefent of terugvalt van de standaard, is er niets verloren en niets kwaads zal hem overkomen. Maar ook al volgt hij alle voorschriften voor zuivering die in de śāstra’s staan, wat is daar dan het nut van als hij niet Kṛṣṇa-bewust is?’ Het zuiveringsproces is dus noodzakelijk om tot dit Kṛṣṇa-bewustzijn te komen. Daarom is sannyāsa of elk ander zuiveringsproces ervoor bedoeld om iemand te helpen het uiteindelijke doel te bereiken, namelijk Kṛṣṇa-bewust worden, want zonder Kṛṣṇa-bewustzijn wordt alles als een mislukking beschouwd.