Skip to main content

TEXT 3

TEXT 3

Texto

Tekst

mama yonir mahad brahma
tasmin garbhaṁ dadhāmy aham
sambhavaḥ sarva-bhūtānāṁ
tato bhavati bhārata
mama yonir mahad brahma
tasmin garbhaṁ dadhāmy aham
sambhavaḥ sarva-bhūtānāṁ
tato bhavati bhārata

Palabra por palabra

Synoniemen

mama — Mi; yoniḥ — la fuente del nacimiento; mahat — la existencia material total; brahma — supremo; tasmin — en ese; garbham — embarazo; dadhāmi — creo; aham — Yo; sambhavaḥ — la posibilidad; sarva-bhūtānām — de todas las entidades vivientes; tataḥ — después; bhavati — se vuelve; bhārata — ¡oh, hijo de Bharata!

mama — Mijn; yoniḥ — oorsprong van de geboorte; mahat — de totale materiële substantie; brahma — het allerhoogste; tasmin — daarin; garbham — bevruchting; dadhāmi — schep; aham — Ik; sambhavaḥ — de mogelijkheid; sarva-bhūtānām — van alle levende wezens; tataḥ — daarna; bhavati — wordt; bhārata — o afstammeling van Bharata.

Traducción

Vertaling

La sustancia material total, llamada Brahman, es la fuente del nacimiento, y es ese Brahman lo que Yo fecundo, haciendo posible el nacimiento de todos los seres vivientes, ¡oh, hijo de Bharata!

De totale materiële substantie, die Brahman genoemd wordt, is de oorsprong van alle geboorte, o afstammeling van Bharata, en het is dat Brahman dat Ik bevrucht en dat de geboorten van alle levende wezens mogelijk maakt.

Significado

Betekenisverklaring

Esa es una explicación del mundo: todo lo que ocurre se debe a la combinación del kṣetra y el kṣetra-jña, el cuerpo y el alma espiritual. Esa combinación de la naturaleza material y la entidad viviente la hace posible el propio Dios Supremo. El mahat-tattva es la causa total de toda la manifestación cósmica; y esa sustancia total de la causa material, en la cual hay tres modalidades de la naturaleza, a veces recibe el nombre de Brahman. La Personalidad Suprema fecunda esa sustancia total, y de ese modo aparecen infinidad de universos. Esa sustancia material total, el mahat-tattva, se describe como Brahman en la literatura védica (Muṇḍaka Upaniṣad 1.1.9): tasmād etad brahma nāma-rūpam annaṁ ca jāyate. Ese Brahman es fecundado con las entidades vivientes por la Persona Suprema. Los veinticuatro elementos, comenzando con la tierra, el agua, el fuego y el aire, son todos energía material, llamada mahad-brahma, o el gran Brahman, la naturaleza material. Tal como se explica en el séptimo capítulo, más allá de esta naturaleza, hay otra naturaleza, que es superior: la entidad viviente. La naturaleza superior es puesta en el seno de la naturaleza material y mezclada con ella por la voluntad de la Suprema Personalidad de Dios, y después de ello todas las entidades vivientes nacen de esta naturaleza material.

Dit is een beschrijving van de wereld: alles wat plaatsvindt is het gevolg van het samengaan van kṣetra en kṣetra-jña, het lichaam en de ziel. Dit samengaan van de materiële natuur en het levend wezen wordt mogelijk gemaakt door de Allerhoogste God Zelf. Het mahat-tattva is de totale oorzaak van de totale kosmische manifestatie en die totale materiële oorzaak of substantie, waarin de drie hoedanigheden van de materiële natuur zich bevinden, wordt soms Brahman genoemd. De Allerhoogste Persoonlijkheid bevrucht die totale substantie en op die manier kunnen er ontelbare universa ontstaan. Deze totale materiële substantie, het mahat-tattva, wordt in de Vedische literatuur beschreven als Brahman: tasmād etad brahma nāma rūpam annaṁ ca jāyate (Muṇḍaka Upaniṣad 1.1.19). De Allerhoogste Persoon bevrucht dat Brahman met de levende wezens, die als zaden zijn. De vierentwintig elementen, beginnend met aarde, water, vuur en lucht, zijn allemaal materiële energie en vormen samen wat het mahad brahma wordt genoemd, het grote Brahman of de materiële natuur.

In het zevende hoofdstuk werd uitgelegd dat er een andere, hogere natuur bestaat, namelijk het levend wezen. Door de wil van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is de hogere natuur vermengd met de materiële natuur en komen alle levende wezens vervolgens uit deze materiële natuur voort.

El escorpión pone sus huevos en las pilas de arroz, y a veces se dice que el escorpión nace del arroz. Pero el arroz no es la causa del escorpión. En realidad, los huevos los puso la madre. De la misma manera, la naturaleza material no es la causa del nacimiento de las entidades vivientes. La semilla la da la Suprema Personalidad de Dios, y ellas solo parecen salir como productos de la naturaleza material. Así pues, cada entidad viviente, según sus actividades pasadas, tiene un cuerpo diferente, creado por esta naturaleza material, para poder disfrutar o sufrir según sus acciones pasadas. El Señor es la causa de todas las manifestaciones de entidades vivientes que hay en este mundo material.

De schorpioen legt haar eieren in een hoop rijst en soms wordt gezegd dat de schorpioen uit rijst wordt geboren. Maar de rijst is niet de oorzaak van de schorpioen; in werkelijkheid werden de eieren door de moederschorpioen gelegd. Zo is ook de materiële natuur niet de oorzaak van de geboorte van de levende wezens. Het zaad komt van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en het lijkt alleen maar zo dat de levende wezens uit de materiële natuur voortkomen. Op die manier heeft ieder levend wezen, overeenkomstig zijn vroegere activiteiten, een ander lichaam, dat door de materiële natuur geschapen is, zodat het kan genieten of lijden overeenkomstig die vroegere activiteiten. De Heer is de oorzaak van alle verschijningsvormen van de levende wezens in de materiële wereld.