Skip to main content

TEXT 24

TEXT 24

Devanagari

Devanagari

अग्न‍िर्ज्योतिरह: शुक्ल‍ः षण्मासा उत्तरायणम् ।
तत्र प्रयाता गच्छन्ति ब्रह्म ब्रह्मविदो जना: ॥ २४ ॥

Text

Tekst

agnir jyotir ahaḥ śuklaḥ
ṣaṇ-māsā uttarāyaṇam
tatra prayātā gacchanti
brahma brahma-vido janāḥ
agnir jyotir ahaḥ śuklaḥ
ṣaṇ-māsā uttarāyaṇam
tatra prayātā gacchanti
brahma brahma-vido janāḥ

Synonyms

Synoniemen

agniḥ — fire; jyotiḥ — light; ahaḥ — day; śuklaḥ — the white fortnight; ṣaṭ-māsāḥ — the six months; uttara-ayanam — when the sun passes on the northern side; tatra — there; prayātāḥ — those who pass away; gacchanti — go; brahma — to the Absolute; brahma-vidaḥ — who know the Absolute; janāḥ — persons.

agniḥ — vuur; jyotiḥ — licht; ahaḥ — dag; śuklaḥ — de veertien dagen van de wassende maan; ṣaṭ-māsāḥ — de zes maanden; uttara-ayanam — wanneer de zon door het noorden reist; tatra — daar; prayātāḥ — zij die heengaan; gacchanti — gaan; brahma — naar het Absolute; brahma-vidaḥ — die het Absolute kennen; janāḥ — personen.

Translation

Vertaling

Those who know the Supreme Brahman attain that Supreme by passing away from the world during the influence of the fiery god, in the light, at an auspicious moment of the day, during the fortnight of the waxing moon, or during the six months when the sun travels in the north.

Zij die het Allerhoogste Brahman kennen, bereiken dat Allerhoogste door deze wereld te verlaten tijdens de invloed van de vuurgod, in het licht, op een gunstig moment van de dag, tijdens de veertien dagen van de wassende maan en tijdens de zes maanden wanneer de zon door het noorden trekt.

Purport

Betekenisverklaring

When fire, light, day and the fortnight of the moon are mentioned, it is to be understood that over all of them there are various presiding deities who make arrangements for the passage of the soul. At the time of death, the mind carries one on the path to a new life. If one leaves the body at the time designated above, either accidentally or by arrangement, it is possible for him to attain the impersonal brahma-jyotir. Mystics who are advanced in yoga practice can arrange the time and place to leave the body. Others have no control – if by accident they leave at an auspicious moment, then they will not return to the cycle of birth and death, but otherwise there is every possibility that they will have to return. However, for the pure devotee in Kṛṣṇa consciousness, there is no fear of returning, whether he leaves the body at an auspicious or inauspicious moment, by accident or arrangement.

Wanneer er gesproken wordt over vuur, licht, dag en de veertien dagen van de wassende maan, dan moeten we begrijpen dat deze allemaal worden geregeerd door verschillende halfgoden, die regelingen treffen voor de doortocht van de ziel. Op het moment van de dood draagt de geest de ziel naar een nieuw leven. Als men zijn lichaam op het hierboven aangegeven tijdstip verlaat, ofwel bij toeval ofwel volgens een regeling, dan kan men de onpersoonlijke brahmajyoti bereiken. Mystici die gevorderd zijn in yoga kunnen de tijd en plaats waarop ze het lichaam verlaten zelf bepalen. Anderen hebben hierover geen controle; wanneer ze bij toeval op een gunstig moment heengaan, zullen ze niet terugkeren naar de cyclus van geboorte en dood, maar anders bestaat er alle kans dat ze moeten terugkomen. Voor de zuivere, Kṛṣṇa-bewuste toegewijde bestaat het gevaar dat hij zal moeten terugkomen echter niet, of hij zijn lichaam nu op een gunstig of een ongunstig moment, per toeval of volgens regeling verlaat.