Skip to main content

TEXT 11

TEXT 11

Text

Tekst

yad akṣaraṁ veda-vido vadanti
viśanti yad yatayo vīta-rāgāḥ
yad icchanto brahma-caryaṁ caranti
tat te padaṁ saṅgraheṇa pravakṣye
yad akṣaraṁ veda-vido vadanti
viśanti yad yatayo vīta-rāgāḥ
yad icchanto brahma-caryaṁ caranti
tat te padaṁ saṅgraheṇa pravakṣye

Synonyms

Synoniemen

yat — das, was; akṣaram — die Silbe oṁ; veda-vidaḥ — diejenigen, die die Veden kennen; vadanti — sprechen; viśanti — gehen ein; yat — in welches; yatayaḥ — große Weise; vīta-rāgāḥ — im Lebensstand der Entsagung; yat — das, was; icchantaḥ — sich wünschend; brahma-caryam — Zölibat; caranti — befolgen; tat — das; te — dir; padam — Zustand; saṅgraheṇa — zusammengefaßt; pravakṣye — Ich werde erklären.

yat — dat wat; akṣaram — de lettergreep oṁ; veda-vidaḥ — personen die de Veda’s kennen; vadanti — zeggen; viśanti — binnengaan; yat — waarin; yatayaḥ — grote wijzen; vīta-rāgāḥ — in de onthechte levensorde; yat — dat wat; icchantaḥ — verlangend; brahmacaryam — celibaat; caranti — beoefenen; tat — dat; te — aan jou; padam — situatie; saṅgraheṇa — in het kort; pravakṣye — Ik zal uitleggen.

Translation

Vertaling

Die großen Weisen im Lebensstand der Entsagung, die in den Veden bewandert sind und den oṁ-kāra chanten, gehen in das Brahman ein. Wer sich solche Vollkommenheit wünscht, lebt im Zölibat. Ich werde dir jetzt kurz diesen Vorgang erklären, durch den man Erlösung erlangen kann.

Personen die geleerd zijn in de Veda’s, die oṁkāra chanten en die grote wijzen in de onthechte levensorde zijn, treden binnen in het Brahman. Wie zulke volmaaktheid verlangt, leeft celibatair. Ik zal je nu in het kort deze methode uitleggen waardoor men verlossing kan bereiken.

Purport

Betekenisverklaring

ERLÄUTERUNG: Śrī Kṛṣṇa empfahl Arjuna den Vorgang des ṣaṭ- cakra-yoga, bei dem man die Lebensluft zwischen die Augenbrauen richtet. Weil Kṛṣṇa davon ausgeht, daß Arjuna nicht weiß, wie man ṣaṭ-cakra-yoga praktiziert, will Er nun in den folgenden Versen diesen Vorgang erklären. Er weist darauf hin, daß das Brahman, obwohl eins und absolut, vielfältige Manifestationen und Aspekte hat. Der Aspekt, der insbesondere für die Unpersönlichkeitsanhänger wichtig ist, ist der akṣara oder oṁ-kāra (die Silbe oṁ), der mit dem Brahman identisch ist. Kṛṣṇa erklärt hier das unpersönliche Brahman, in das die Weisen im Stand der Entsagung eingehen.

Heer Śrī Kṛṣṇa raadde Arjuna aan om ṣaṭ-cakra-yoga te beoefenen, waarbij de levensadem omhoog wordt gebracht naar de plaats tussen de wenkbrauwen. Omdat de Heer rekening houdt met de mogelijkheid dat Arjuna niet weet hoe hij ṣaṭ-cakra-yoga moet beoefenen, legt Hij dit proces in de volgende verzen uit. De Heer zegt dat Brahman, hoewel het īīn is en zonder gelijke, toch verschillende verschijningsvormen en eigenschappen heeft. Vooral de impersonalist benadrukt dat de akṣara of oṁkāra — de lettergreep oṁ — identiek is met Brahman. Kṛṣṇa geeft hier uitleg over het onpersoonlijk Brahman, waarin de wijzen in de onthechte levensorde binnengaan.

Im vedischen System der Bildung werden die Schüler von Anfang an darin unterrichtet, oṁ zu chanten und Wissen über das absolute unpersönliche Brahman zu entwickeln, indem sie im strikten Zölibat mit dem spirituellen Meister zusammenleben. Durch diese Ausbildung erkennen sie zwei der Aspekte des Brahman. Dieses System ist sehr wichtig, damit die Schüler im spirituellen Leben Fortschritte machen können, doch in der heutigen Zeit ist ein solches brahmacārī-Leben (unverheiratetes, zölibatäres Leben) nicht möglich. Die soziale Struktur der Welt hat sich so sehr verändert, daß es keine Möglichkeit mehr gibt, von Beginn des Schülerlebens an den Prinzipien des Zölibats zu folgen. Überall auf der Welt gibt es Institutionen für verschiedenste Wissensgebiete, aber es gibt keine anerkannte Institution, in der die Schüler in den Prinzipien des brahmacarya erzogen werden können. Ohne im Zölibat zu leben, ist es sehr schwierig, im spirituellen Leben Fortschritt zu machen. Deshalb hat Śrī Caitanya gelehrt, daß es gemäß den Anweisungen der Schriften im gegenwärtigen Zeitalter des Kali keinen anderen Weg gibt, den Höchsten zu erkennen, als das Chanten der Heiligen Namen Śrī Kṛṣṇas: Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare/ Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare.

In het Vedische kennissysteem wordt studenten vanaf het begin geleerd de lettergreep oṁ te chanten en wordt hen kennis bijgebracht over het aldoordringende onpersoonlijk Brahman; ze leren dit door strikt celibatair te leven onder begeleiding van een spiritueel leraar. Op die manier krijgen ze een besef van twee kenmerken van Brahman. Een dergelijke training is essentieel voor de student om vooruitgang te maken in het spirituele leven, maar tegenwoordig is zo’n bestaan als brahmacārī (ongehuwd, celibatair leven) volkomen onmogelijk. De sociale structuur van de wereld is zo veranderd, dat celibatair leven vanaf het begin van iemands studententijd onmogelijk is.

Over de hele wereld zijn er vele instanties voor verschillende takken van kennis, maar er zijn geen erkende instanties waar studenten een opleiding in de principes van brahmacarya kunnen volgen. Voor iemand die niet celibatair leeft, is het heel moeilijk om vooruitgang te maken in het spirituele leven. In overeenstemming met de regels voor het Kali-yuga die in de heilige teksten staan, heeft Heer Caitanya daarom verkondigd dat er in dit tijdperk geen ander proces mogelijk is om zich bewust te worden van de Allerhoogste dan het chanten van de heilige namen van Heer Kṛṣṇa: Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa, Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare/ Hare Rāma, Hare Rāma, Rāma Rāma, Hare Hare.