Skip to main content

TEXT 23

TEXT 23

Text

Tekst

śaknotīhaiva yaḥ soḍhuṁ
prāk śarīra-vimokṣaṇāt
kāma-krodhodbhavaṁ vegaṁ
sa yuktaḥ sa sukhī naraḥ
śaknotīhaiva yaḥ soḍhuṁ
prāk śarīra-vimokṣaṇāt
kāma-krodhodbhavaṁ vegaṁ
sa yuktaḥ sa sukhī naraḥ

Synonyms

Synoniemen

śaknoti — ist imstande; iha eva — im gegenwärtigen Körper; yaḥ — derjenige, der; soḍhum — zu erdulden; prāk — bevor; śarīra — den Körper; vimokṣaṇāt — aufgebend; kāma — Begierde; krodha — und Zorn; udbhavam — entstanden aus; vegam — Dränge; saḥ — er; yuktaḥ — in Trance; saḥ — er; sukhī — glücklich; naraḥ — Mensch.

śaknoti — is in staat; iha eva — in het huidige lichaam; yaḥ — iemand die; soḍhum — tolereren; prāk — voor; śarīra — het lichaam; vimokṣaṇāt — het opgeven van; kāma — verlangen; krodha — en woede; udbhavam — ontstaan uit; vegam — drang; saḥ — hij; yuktaḥ — in een toestand van diepe meditatie; saḥ — hij; sukhī — gelukkig; naraḥ — mens.

Translation

Vertaling

Wenn jemand, bevor er den gegenwärtigen Körper aufgibt, lernt, dem Drang der materiellen Sinne zu widerstehen und die Macht von Lust und Zorn zu bezwingen, befindet er sich in einer sicheren Stellung und lebt glücklich in dieser Welt.

Wanneer iemand, voordat hij zijn huidige lichaam opgeeft, in staat is de drangen van de materiële zintuigen te weerstaan en de sterke invloed van verlangen en woede weet te beheersen, dan bevindt hij zich in de juiste positie en is hij gelukkig in deze wereld.

Purport

Betekenisverklaring

ERLÄUTERUNG: Wenn man auf dem Pfad der Selbstverwirklichung stetig fortschreiten will, muß man versuchen, die Dränge der materiellen Sinne zu beherrschen. Es gibt den Drang des Redens, des Zornes, des Geistes, des Magens, des Genitals und der Zunge. Wer fähig ist, die Dränge all dieser verschiedenen Sinne wie auch den Geist zu beherrschen, wird gosvāmī oder svāmī genannt. Solche gosvāmīs führen ein streng beherrschtes Leben und gehen den Drängen der Sinne ganz aus dem Weg. Wenn materielle Wünsche nicht befriedigt werden, erzeugen sie Zorn, und so werden der Geist, die Augen und die Brust erregt. Deshalb muß man sich darin üben, die Sinne zu beherrschen, bevor man den materiellen Körper aufgibt. Wer dazu fähig ist, wird als selbstverwirklicht angesehen, und er ist glücklich in diesem Zustand der Selbstverwirklichung. Es ist die Pflicht des Transzendentalisten, mit aller Kraft zu versuchen, Lust und Zorn zu beherrschen.

Wanneer iemand vastberaden vooruitgang wil maken op het pad van zelfrealisatie, dan moet hij de drangen van de materiële zintuigen proberen te beheersen. Er bestaan verschillende drangen, bijvoorbeeld: de drang van het spreken, van woede, van de geest, van de maag, van de geslachtsdelen en van de tong. Wie in staat is de drangen van al deze verschillende zintuigen en de geest te beheersen, wordt een svāmī of een gosvāmī genoemd. Zulke gosvāmī’s leiden een strikt en beheerst leven en negeren de drangen van de zintuigen volkomen.

Als materiële verlangens niet bevredigd worden, wekken ze woede op en zo raken de geest, de ogen en de borst in beroering. Men moet deze verlangens daarom proberen te beheersen voordat men het huidige lichaam opgeeft. Van iemand die hiertoe in staat is, is duidelijk dat hij zelfgerealiseerd is en in die staat van zelfrealisatie is hij gelukkig. Het is de plicht van de transcendentalist om verlangen en woede met grote inspanning te beheersen.