Skip to main content

TEXT 22

TEXT 22

Text

Tekst

ye hi saṁsparśa-jā bhogā
duḥkha-yonaya eva te
ādy-antavantaḥ kaunteya
na teṣu ramate budhaḥ
ye hi saṁsparśa-jā bhogā
duḥkha-yonaya eva te
ādy-antavantaḥ kaunteya
na teṣu ramate budhaḥ

Synonyms

Synoniemen

ye — jene; hi — gewiß; saṁsparśa-jāḥ — durch Berührung mit den materiellen Sinnen; bhogāḥ — Genuß; duḥkha — Leid; yonayaḥ — Quellen von; eva — gewiß; te — sie sind; ādi — Anfang; anta — Ende; vantaḥ — unterworfen; kaunteya — o Sohn Kuntīs; na — niemals; teṣu — an diesen; ramate — findet Freude; budhaḥ — der Intelligente.

ye — die; hi — zeker; saṁsparśa-jāḥ — door contact met de materiële zintuigen; bhogāḥ — genietingen; duḥkha — ellende; yonayaḥ — bronnen van; eva — zeker; te — ze zijn; ādi — begin; anta — einde; vantaḥ — onderhevig aan; kaunteya — o zoon van Kuntī; na — nooit; teṣu — daarin; ramate — schept behagen; budhaḥ — de intelligente persoon.

Translation

Vertaling

Ein intelligenter Mensch schöpft nicht aus den Quellen des Leids, die aus der Berührung mit den materiellen Sinnen entstehen. O Sohn Kuntīs, solche Freuden haben einen Anfang und ein Ende, und daher erfreut sich der Weise nicht an ihnen.

Al het plezier dat voortkomt uit het contact van de materiële zintuigen met de zinsobjecten is een bron van ellende en een intelligent persoon houdt zich er niet mee bezig. O zoon van Kuntī, zulk genot heeft een begin en een einde en daarom beleeft de wijze er geen plezier aan.

Purport

Betekenisverklaring

ERLÄUTERUNG: Materielle Sinnenfreuden entstehen aus dem Kontakt mit den materiellen Sinnen, die alle zeitweilig sind, weil der Körper selbst zeitweilig ist. Eine befreite Seele ist an nichts Zeitweiligem interessiert. Wie könnte sich eine befreite Seele, die die Glückseligkeit transzendentaler Freude kennt, auf den Genuß falscher Freuden einlassen? Im Padma Purāṇa heißt es:

Materieel zinnelijk genot is het gevolg van het contact tussen de materiële zintuigen en hun objecten. Zulke ervaringen zijn allemaal tijdelijk, omdat het lichaam zelf tijdelijk is. Een bevrijde ziel heeft geen interesse voor al wat tijdelijk is. Hoe zou een bevrijde ziel kunnen toegeven aan vals plezier als hij het geluk van transcendentaal plezier kent? In de Padma Purāṇa wordt gezegd:

ramante yogino ’nante
satyānande cid-ātmani
iti rāma-padenāsau
paraṁ brahmābhidhīyate
ramante yogino ’nante
satyānande cid-ātmani
iti rāma-padenāsau
paraṁ brahmābhidhīyate

„Die Mystiker schöpfen unbegrenzte transzendentale Freude aus der Absoluten Wahrheit, und daher ist die Höchste Absolute Wahrheit, die Persönlichkeit Gottes, auch als Rāma bekannt.“

‘De mystici beleven onbeperkt, transcendentaal geluk aan de Absolute Waarheid en daarom staat de Allerhoogste Absolute Waarheid, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, ook bekend als Rāma.’

Auch im Śrīmad-Bhāgavatam (5.5.1) wird gesagt:

En in het Śrīmad-Bhāgavatam (5.5.1) wordt gezegd:

nāyaṁ deho deha-bhājāṁ nṛ-loke
kaṣṭān kāmān arhate viḍ-bhujāṁ ye
tapo divyaṁ putrakā yena sattvaṁ
śuddhyed yasmād brahma-saukhyaṁ tv anantam
nāyaṁ deho deha-bhājāṁ nṛ-loke
kaṣṭān kāmān arhate viḍ-bhujāṁ ye
tapo divyaṁ putrakā yena sattvaṁ
śuddhyed yasmād brahma-saukhyaṁ tv anantam

„Meine lieben Söhne, es gibt keinen Grund, in dieser menschlichen Lebensform sehr schwer für Sinnenfreude zu arbeiten; solche Freuden sind auch den Kotfressern (Schweinen) zugänglich. Vielmehr solltet ihr euch in diesem Leben tapasya auferlegen, durch die euer Dasein geläutert wird, und als Ergebnis werdet ihr imstande sein, grenzenlose transzendentale Glückseligkeit zu genießen.“

‘Mijn beste zonen, er is geen reden om in deze menselijke levensvorm hard te werken voor zinnelijk genot; zulke gelukservaringen zijn er voor dreketers [zwijnen]. Het is beter om in dit leven ascese te beoefenen, waardoor je bestaan gezuiverd wordt; het resultaat daarvan is dat je onbeperkt transcendentaal geluk zult ervaren.’

Deshalb verspüren wahre yogīs und gelehrte Transzendentalisten keinerlei Anziehung zu Sinnenfreuden, die die Ursache fortgesetzten materiellen Daseins sind. Je mehr man an materiellen Freuden hängt, desto mehr wird man von materiellen Leiden gefangen.

Ware yogī’s of geleerde transcendentalisten raken daarom niet aangetrokken tot zinnelijk genot, dat het materiële bestaan verlengt. Hoe meer iemand verslaafd is aan materieel plezier, des te meer hij verstrikt raakt in materiële ellende.