Skip to main content

TEXT 40

TEXT 40

Text

Tekst

ajñaś cāśraddadhānaś ca
saṁśayātmā vinaśyati
nāyaṁ loko ’sti na paro
na sukhaṁ saṁśayātmanaḥ
ajñaś cāśraddadhānaś ca
saṁśayātmā vinaśyati
nāyaṁ loko ’sti na paro
na sukhaṁ saṁśayātmanaḥ

Synonyms

Synoniemen

ajñaḥ — ein Tor, der kein Wissen über die maßgeblichen Schriften hat; ca — und; aśraddadhānaḥ — ohne Glauben an die offenbarten Schriften; ca — auch; saṁśaya — von Zweifeln; ātmā — eine Person; vinaśyati — kommt zu Fall; na — niemals; ayam — in dieser; lokaḥ — Welt; asti — es gibt; na — weder; paraḥ — im nächsten Leben; na — noch; sukham — Glück; saṁśaya — zweifelnden; ātmanaḥ — des Menschen.

ajñaḥ — een dwaas die geen kennis heeft van standaardgeschriften; ca — en; aśraddadhānaḥ — zonder geloof of vertrouwen in de geopenbaarde teksten; ca — ook; saṁśaya — met twijfels; ātmā — een persoon; vinaśyati — valt terug; na — nooit; ayam — in deze; lokaḥ — wereld; asti — er is; na — evenmin; paraḥ — in het volgend leven; na — niet; sukham — geluk; saṁśaya — vol twijfels; ātmanaḥ — van de persoon.

Translation

Vertaling

Unwissende und ungläubige Menschen aber, die an den offenbarten Schriften zweifeln, erreichen kein Gottesbewußtsein; sie kommen zu Fall. Für die zweifelnde Seele gibt es Glück weder in dieser Welt noch in der nächsten.

Onwetende en ongelovige personen daarentegen, die twijfelen aan de geopenbaarde geschriften, bereiken geen godsbewustzijn, maar komen ten val. Voor de twijfelende ziel bestaat er geen geluk, niet in deze wereld en niet in de volgende.

Purport

Betekenisverklaring

ERLÄUTERUNG: Von den vielen maßgebenden und autoritativen offenbarten Schriften ist die Bhagavad-gītā die beste. Menschen, die fast Tieren gleichen, glauben nicht an die maßgebenden offenbarten Schriften und kennen sie nicht, und selbst wenn sie die offenbarten Schriften kennen und aus ihnen zitieren können, glauben sie im Grunde nicht an diese Worte. Und selbst wenn es solche gibt, die an Schriften wie die Bhagavad-gītā glauben, dann glauben sie doch nicht an Śrī Kṛṣṇa, die Persönlichkeit Gottes, und verehren Ihn nicht. Solche Menschen können sich nicht im Kṛṣṇa-Bewußtsein halten; sie kommen zu Fall. Von all den oben erwähnten Menschen machen diejenigen, die keinen Glauben haben und immer zweifeln, keinerlei Fortschritte. Menschen ohne Glauben an Gott und Seine offenbarten Worte erwartet weder in diesem noch im nächsten Leben etwas Gutes. Für sie gibt es nicht das geringste Glück. Man sollte daher den Prinzipien der offenbarten Schriften mit Glauben folgen und dadurch auf die Ebene von Wissen erhoben werden. Nur dieses Wissen wird einem helfen, auf die transzendentale Ebene spirituellen Verständnisses zu gelangen. Mit anderen Worten, zweifelnde Menschen haben nicht die geringste Aussicht auf spirituelle Befreiung. Man sollte daher dem Beispiel großer ācāryas folgen, die der Schülernachfolge angehören, und so zum Erfolg kommen.

Uit de vele gevestigde en gezaghebbende heilige teksten is de Bhagavad-gītā de beste. Personen die nagenoeg als dieren zijn, hebben geen geloof in of kennis van de erkende geopenbaarde teksten. Sommigen hebben wel kennis, maar hechten geen geloof aan deze teksten zelfs al kunnen ze er passages uit citeren. En zelfs al geloven anderen wel in heilige teksten zoals de Bhagavad-gītā, toch geloven ze niet in de Persoonlijkheid Gods, Śrī Kṛṣṇa, of aanbidden Hem niet. Zulke personen komen niet tot Kṛṣṇa-bewustzijn, maar ze komen ten val.

Van alle hierboven genoemde personen, maken zij die geen geloof hebben en die altijd twijfelen, geen enkele vooruitgang. Personen die niet in God en Zijn geopenbaarde woorden geloven, zullen in deze wereld niets goeds tegenkomen en evenmin in de volgende. Voor hen bestaat er geen enkel geluk. Men moet de principes van de geopenbaarde teksten daarom met vertrouwen volgen om zo verheven te worden tot het niveau van kennis. Alleen deze kennis zal iemand helpen om bevorderd te worden naar het transcendentale niveau van spiritueel begrip. Met andere woorden, twijfelende personen hebben geen enkele positie op het pad van spirituele emancipatie. Men moet daarom in de voetstappen van de grote ācārya’s volgen, die deel uitmaken van de opeenvolging van discipelen, en zo succesvol worden.