TEXT 52

Bg 2.52

Tekst

yadā te moha-kalilaṁ
buddhir vyatitariṣyati
tadā gantāsi nirvedaṁ
śrotavyasya śrutasya ca

Synonyms

Synoniemen

yadā — når; te — din; moha — illusionens; kalilam — tætte skov; buddhiḥ — transcendental tjeneste med intelligens; vyatitariṣyati — krydser over; tadā — på det tidspunkt; gantā asi — vil du gå; nirvedam — ligegyldighed; śrotavyasya — over for alt, som vil blive hørt; śrutasya — alt, som allerede er hørt; ca — også.

yadā — wanneer; te — jouw; moha — van verwarring; kalilam — dicht woud; buddhiḥ — transcendentale dienst met intelligentie; vyatitariṣyati — overtreft; tadā — dan; gantā asi — je zult gaan; nirvedam — ongevoeligheid; śrotavyasya — met betrekking tot alles wat gehoord zal worden; śrutasya — alles wat al gehoord is; ca — ook.

Translation

Vertaling

Når din intelligens er kommet ud af illusionens tætte skov, vil du blive ligegyldig over for alt, du har hørt, og alt, du kommer til at høre.

Wanneer je intelligentie uit het dichte woud van verwarring tevoorschijn is gekomen, zul je onverschillig staan tegenover alles wat gehoord is en alles wat zal worden gehoord.

Purport

Betekenisverklaring

FORKLARING: Der findes mange gode eksempler fra de store Gudshengivnes liv på dem, der blot igennem hengiven tjeneste til Herren blev ligeglade med Vedaernes ritualer. Når en person virkelig forstår Kṛṣṇa og sit forhold til Ham, bliver han naturligt ligeglad med ritualistiske frugtstræbende handlinger, også selv om han skulle være en erfaren brāhmaṇa. Śrī Mādhavendra Purī, en stor hengiven og ācārya inden for den hengivne tradition, skriver:

Er bestaan veel goede voorbeelden van toegewijden van de Heer die eenvoudig door devotionele dienst aan de Heer onverschillig kwamen te staan tegenover de rituelen van de Veda’s. Wie Kṛṣṇa en zijn relatie met Hem werkelijk begrijpt, komt vanzelfsprekend volledig onverschillig te staan tegenover de rituelen van resultaatgerichte activiteiten, ook al is hij een ervaren brāhmaṇa. Śrī Mādhavendra Purī, een groot toegewijde en ācārya in de opeenvolging van toegewijden, zegt:

sandhyā-vandana bhadram astu bhavato bhoḥ snāna tubhyaṁ namo
bho devāḥ pitaraś ca tarpaṇa-vidhau nāhaṁ kṣamaḥ kṣamyatām
yatra kvāpi niṣadya yādava-kulottaṁsasya kaṁsa-dviṣaḥ
smāraṁ smāram aghaṁ harāmi tad alaṁ manye kim anyena me

“O mine tre daglige bønner, al ære til jer. O mit bad, jeg frembærer min hyldest til dig. O halvguder, O forfædre, tilgiv mig min manglende evne til at vise jer respekt. Uanset hvor jeg nu befinder mig, kan jeg kun erindre Yadu-dynastiets store efterkommer, Kaṁsas fjende [Kṛṣṇa], og derved befri mig selv for enhver syndig tilknytning. Jeg tror, det er nok for mit vedkommende.”

‘O gebeden die ik driemaal daags opzeg, alle eer aan jullie. En ook aan het baden breng ik mijn eerbetuigingen. O halfgoden! O voorouders! Vergeef mij alstublieft dat ik niet in staat ben om jullie mijn respect te betuigen. Waar ik me nu ook bevind, ik kan me de grote afstammeling van de Yadu-dynastie [Kṛṣṇa], de vijand van Kaṁsa, voor de geest halen en zo kan ik me van alle zondige gebondenheid bevrijden. Ik denk dat dat voldoende voor me is.’

For begyndere er det absolut nødvendigt med de vediske ritualer og forskrifter, der indebærer at fremsige alle former for bønner tre gange dagligt, tage bad tidligt om morgenen, vise respekt til forfædrene osv. Men når man er helt Kṛṣṇa-bevidst og er engageret i Hans transcendentale kærlighedstjeneste, mister man interessen for alle disse regulerende principper, for man har allerede opnået fuldkommenhed. Hvis man kan nå til niveauet af forståelse igennem tjeneste til den Højeste Herre, Kṛṣṇa, behøver man ikke længere at gøre alle mulige former for askese og ofringer, som de anbefales i de åbenbarede skrifter. Og hvis man på samme måde ikke har forstået, at formålet med Vedaerne er at nå Kṛṣṇa, og blot er optaget af ritualer og lignende aktiviteter, spilder man sin tid til ingen verdens nytte med sådanne aktiviteter. Personer i Kṛṣṇa- bevidsthed overskrider grænserne for śabda-brahma eller Vedaernes og Upaniṣadernes domæne.

Voor beginnelingen zijn Vedische riten en rituelen verplicht, wat inhoudt: driemaal daags allerlei gebeden opzeggen, een bad nemen in de vroege ochtend, respect betuigen aan de voorouders enz. Maar wanneer iemand volledig Kṛṣṇa-bewust is en bezig is met transcendentale liefdedienst aan Hem, komt hij onverschillig te staan tegenover al deze regulerende principes, omdat hij de volmaaktheid al heeft bereikt. Als men het niveau van kennis kan bereiken door het dienen van de Allerhoogste Heer Kṛṣṇa, dan hoeft men de verschillende soorten ascese en offers die in de geopenbaarde teksten worden aanbevolen, niet langer uit te voeren. Anderzijds is het zo dat als iemand niet heeft begrepen dat het bereiken van Kṛṣṇa het doel van de Veda’s is en zich alleen maar met de rituelen enz. bezighoudt, hij onnodig zijn tijd verspilt met zulke bezigheden. Personen in Kṛṣṇa-bewustzijn ontstijgen aan de reikwijdte van śabda-brahma of het bereik van de Veda’s en de upaniṣads.