Skip to main content

TEXT 12

TEXT 12

Verš

Tekst

ye caiva sāttvikā bhāvā
rājasās tāmasāś ca ye
matta eveti tān viddhi
na tv ahaṁ teṣu te mayi
ye caiva sāttvikā bhāvā
rājasās tāmasāś ca ye
matta eveti tān viddhi
na tv ahaṁ teṣu te mayi

Synonyma

Synoniemen

ye — všechny tyto; ca — a; eva — jistě; sāttvikāḥ — pod vlivem kvality dobra; bhāvāḥ — stavy bytí; rājasāḥ — pod vlivem kvality vášně; tāmasāḥ — pod vlivem kvality nevědomosti; ca — také; ye — všechny, které; mattaḥ — ze Mě; eva — jistě; iti — takto; tān — tyto; viddhi — věz; na — ne; tu — ale; aham — Já; teṣu — v nich; te — ony; mayi — Moje.

ye — alle die; ca — en; eva — zeker; sāttvikāḥ — in goedheid; bhāvāḥ  — zijnstoestanden; rājasāḥ — in de hoedanigheid hartstocht; tāmasāḥ — in de hoedanigheid onwetendheid; ca — ook; ye — alle die; mattaḥ — van Mij; eva — zeker; iti — zo; tān — die; viddhi — probeer te begrijpen; na — niet; tu — maar; aham — Ik; teṣu — in hen; te — zij; mayi — in Mij.

Překlad

Vertaling

Věz, že všechny stavy bytí — ať už na úrovni kvality dobra, vášně či nevědomosti — jsou projevem Mé energie. Z jednoho hlediska jsem vším, ale přitom jsem nezávislý. Nepodléhám kvalitám hmotné přírody; ty jsou naopak částí Mne.

Weet dat alle zijnstoestanden — zij het in goedheid, hartstocht of onwetendheid — gemanifesteerd worden door Mijn energie. In zekere zin ben Ik alles, maar Ik ben onafhankelijk. Ik ben niet onderhevig aan de hoedanigheden van de materiële natuur, omdat deze zich juist in Mij bevinden.

Význam

Betekenisverklaring

Všechny hmotné činnosti na světě probíhají pod vlivem tří kvalit hmotné přírody. Tyto kvality jsou emanacemi Nejvyššího Pána, Kṛṣṇy, ale On jim není podroben. Například podle státních zákonů může být občan potrestán, nicméně král, zákonodárce, těmto zákonům nepodléhá. Všechny kvality hmotné přírody — dobro, vášeň a nevědomost, jsou projevy Nejvyššího Pána, Kṛṣṇy, ale Kṛṣṇa není vůči hmotné přírodě v podřízeném postavení. Je tedy nirguṇa — přestože guny, kvality, pocházejí od Něho, neovlivní Ho. To je jedna z neobyčejných vlastností Bhagavāna, Nejvyšší Osobnosti Božství.

Alle materiële activiteiten in de wereld vinden plaats onder de drie hoedanigheden van de materiële natuur. Hoewel deze materiële hoedanigheden van de natuur voortkomen uit de Allerhoogste Heer, Kṛṣṇa, is Hij niet ondergeschikt aan hen. Bijvoorbeeld, iemand kan volgens de wetten van de staat worden gestraft, maar de koning, de wetgever, is niet onderhevig aan die wetten. Op dezelfde manier komen alle hoedanigheden van de materiële natuur — goedheid, hartstocht en onwetendheid — voort uit de Allerhoogste Heer, Kṛṣṇa, maar Hij is niet onderhevig aan de materiële natuur. Daarom is Hij nirguṇa, wat betekent dat deze guṇa’s of hoedanigheden Hem niet beïnvloeden, ook al komen ze uit Hem voort. Dat is een van de speciale kenmerken van Bhagavān, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.