TEXT 2

Verš

Tekst

yaṁ sannyāsam iti prāhur
yogaṁ taṁ viddhi pāṇḍava
na hy asannyasta-saṅkalpo
yogī bhavati kaścana

Synonyma

Synoniemen

yam — co; sannyāsam — odříkání; iti — takto; prāhuḥ — říkají; yogam — spojení s Nejvyšším; tam — to; viddhi — věz; pāṇḍava — ó synu Pāṇḍua; na — nikdy; hi — zajisté; asannyasta — bez odepření si; saṅkalpaḥ — touhy po osobním požitku; yogī — transcendentalista-mystik; bhavati — stává se; kaścana — kdokoliv.

yam — wat; sannyāsam — onthechting; iti — zo; prāhuḥ — ze zeggen; yogam — verbinden met de Allerhoogste; tam — dat; viddhi — je moet weten; pāṇḍava — o zoon van Pāṇḍu; na — nooit; hi — zeker; asannyasta — zonder op te geven; saṅkalpaḥ — verlangen naar zinsbevrediging; yogī — een mysticus, een transcendentalist; bhavati — wordt; kaścana — wie dan ook.

Překlad

Vertaling

Ó synu Pāṇḍua, věz, že to, čemu se říká odříkání, je totéž co yoga neboli spojení s Nejvyšším. Nikdo se nemůže stát yogīnem, jestliže se nezřekne touhy po smyslovém požitku.

O zoon van Pāṇḍu, weet dat wat onthechting genoemd wordt, hetzelfde isals yoga of het verbinden van jezelf met de Allerhoogste, want niemand kan een yogī worden zonder het verlangen naar zinsbevrediging op te geven.

Význam

Betekenisverklaring

Skutečná sannyāsa-yoga či bhakti znamená znát své přirozené postavení—postavení živé bytosti—a jednat podle toho. Živá bytost nemá oddělenou, nezávislou totožnost. Představuje okrajovou energii Nejvyššího. Když je polapena hmotnou energií, je podmíněná, a když si je vědoma Kṛṣṇy, vědoma duchovní energie, nachází se ve svém pravém a přirozeném stavu života. Když má tedy někdo úplné poznání, zřekne se všeho hmotného smyslového požitku. Tak zanechávají veškerých činností zaměřených na uspokojování smyslů yogīni, kteří smyslům nedovolují ulpět na hmotě. Avšak ten, kdo si je vědom Kṛṣṇy, nemá příležitost zaměstnat své smysly něčím, co by nebylo určeno pro Kṛṣṇu. Proto je sannyāsīnem i yogīnem zároveň. Při jednání s vědomím Kṛṣṇy se automaticky dosáhne cíle poznání a ovládání smyslů, jež jsou podstatou procesů jñāny a yogy. Pokud se někdo není schopen zříci činností přirozených pro jeho sobeckou povahu, nebudou mu jñāna a yoga nic platné. Skutečným cílem vytyčeným pro každou živou bytost je upustit od všeho sobeckého sebeuspokojování a projevit ochotu uspokojovat Nejvyššího Pána. Živá bytost vědomá si Kṛṣṇy netouží po žádném osobním požitku. Vždy jedná pro potěšení Nejvyššího. Ten, kdo o Nejvyšším nic neví, tedy nevyhnutelně musí usilovat o uspokojení sebe samého, neboť nelze zůstat nečinný. Jednáním s vědomím Kṛṣṇy je dokonale dosaženo veškerých možných cílů.

Werkelijke sannyāsa-yoga of bhakti betekent dat men zijn wezenlijke positie als levend wezen moet kennen en in overeenstemming daarmee moet handelen. Het levend wezen heeft geen afzonderlijke, onafhankelijke identiteit; het is de tussenenergie van de Allerhoogste. Een levend wezen is geconditioneerd wanneer het verstrikt is door de materiële energie, maar wanneer het Kṛṣṇa-bewust is of zich bewust is van de spirituele energie, dan is het in zijn werkelijke en natuurlijke zijnstoestand. Op het moment dat iemand volledige kennis heeft, stopt hij daarom alle materiële zinsbevrediging; dat wil zeggen, hij onthecht zich van alle soorten van activiteiten voor zinsbevrediging. Dit is wat de yogī’s beoefenen door hun zintuigen te weerhouden van materiële gehechtheid. Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon heeft geen gelegenheid om zijn zintuigen te betrekken in iets wat niet voor Kṛṣṇa bedoeld is. Een Kṛṣṇa-bewust persoon is daarom tegelijkertijd een sannyāsī en een yogī.

In Kṛṣṇa-bewustzijn wordt het doel van kennis en van het beheersen van de zintuigen, zoals dat voorgeschreven wordt in de methoden van jñāna en yoga, vanzelf gediend. Als iemand niet in staat is om zijn zelfzuchtige activiteiten op te geven, dan zijn jñāna en yoga nutteloos. Het werkelijke doel van een levend wezen is om alle voldoening voor zichzelf op te geven en bereid te zijn de Allerhoogste tevreden te stellen. Een Kṛṣṇa-bewust persoon verlangt niet naar zijn eigen plezier, in welke vorm dan ook. Hij is altijd bezig voor het plezier van de Allerhoogste. Wie geen kennis heeft over de Allerhoogste, móet daarom wel bezig zijn voor zijn eigen voldoening, want niemand kan in een toestand van inactiviteit blijven. Alle doeleinden worden perfect gediend door het beoefenen van Kṛṣṇa-bewustzijn.