Skip to main content

TEXT 26

TEXT 26

Verš

Tekst

māṁ ca yo ’vyabhicāreṇa
bhakti-yogena sevate
sa guṇān samatītyaitān
brahma-bhūyāya kalpate
māṁ ca yo ’vyabhicāreṇa
bhakti-yogena sevate
sa guṇān samatītyaitān
brahma-bhūyāya kalpate

Synonyma

Synoniemen

mām — Mně; ca — rovněž; yaḥ — ten, kdo; avyabhicāreṇa — výlučnou; bhakti-yogena — oddanou službou; sevate — slouží; saḥ — on; guṇān — kvality hmotné přírody; samatītya — překonávající; etān — tyto všechny; brahma-bhūyāya — pozvednutý na úroveň Brahmanu; kalpate — stává se.

mām — Mij; ca — ook; yaḥ — wie; avyabhicāreṇa — zonder onderbreking; bhakti-yogena — door devotionele dienst; sevate — dient; saḥ — hij; guṇān — de hoedanigheden van de materiële natuur; samatītya — ontstijgend; etān — al deze; brahma-bhūyāya — verheven tot het niveau van Brahman; kalpate — wordt.

Překlad

Vertaling

Kdo Mi slouží s naprostou a výlučnou, neselhávající oddaností, okamžitě překonává kvality hmotné přírody a tak se dostává na úroveň Brahmanu.

Wie in alle omstandigheden volledig en onfeilbaar opgaat in devotionele dienst, ontstijgt onmiddellijk aan de hoedanigheden van de materiële natuur en komt zo tot het niveau van Brahman.

Význam

Betekenisverklaring

Tento verš je odpovědí na Arjunovu třetí otázku: Co umožní dosáhnout transcendentálního postavení? Jak již bylo vysvětleno, v hmotném světě se děje vše pod vlivem kvalit hmotné přírody. Živá bytost nemá být jejich působením rozrušena; místo aby na ně zaměřovala své vědomí, měla by ho zaměřit na činnosti spojené s Kṛṣṇou. Takové činnosti se nazývají bhakti-yoga — konání všeho pro Kṛṣṇu. To se nevztahuje pouze na samotného Kṛṣṇu, ale také na Jeho různé úplné expanze, jakými jsou například Rāma nebo Nārāyaṇa. Kṛṣṇa má nespočetně mnoho expanzí. Ten, kdo slouží kterékoliv z podob Kṛṣṇy či Jeho úplných expanzí, je v transcendentálním postavení. Musíme vzít na vědomí, že všechny Kṛṣṇovy podoby jsou dokonale transcendentální, věčné, blažené a oplývající poznáním. Tyto Osobnosti Božství jsou všemocné a vševědoucí a mají všechny transcendentální vlastnosti. Když tedy někdo s nezlomnou rozhodností slouží Kṛṣṇovi nebo Jeho úplným expanzím, snadno překoná jinak stěží překonatelné kvality hmotné přírody. To již bylo vyloženo v sedmé kapitole. Ten, kdo se odevzdá Kṛṣṇovi, je ihned mimo vliv hmotných kvalit. Jednat s vědomím Kṛṣṇy neboli věnovat se oddané službě znamená dosáhnout rovnosti s Kṛṣṇou. Pán říká, že je svou povahou věčný, blažený a oplývá poznáním, a živé bytosti jsou nedílné části Nejvyššího, stejně jako jsou kousky zlata částí zlatého dolu. Živá bytost je tedy v duchovním postavení kvalitou stejná jako zlato, jako Kṛṣṇa. Rozdíl v individualitě zůstává, neboť jinak by nebylo možné mluvit o bhakti-yoze. Bhakti-yoga znamená, že je zde Pán, oddaný a jejich opětování lásky. Dvě bytosti — Nejvyšší Osobnost Božství a individuální osoba — si tedy stále zachovávají svou individualitu; jinak by bhakti-yoga neměla žádný smysl. Živá bytost nemůže Nejvyššímu Pánu sloužit, dokud není ve stejném transcendentálním postavení jako On. K tomu, aby se někdo mohl stát osobním služebníkem krále, musí získat předpoklady. Zde je předpokladem dosáhnout úrovně Brahmanu, stavu bez hmotného znečištění. Ve védské literatuře stojí: brahmaiva san brahmāpy eti. Živá bytost může dosáhnout Nejvyššího Brahmanu tak, že se sama stane Brahmanem. To znamená, že musí být kvalitativně stejná jako Brahman. Dosažením Brahmanu neztratí svou věčnou totožnost individuální duše, která je svou povahou Brahman.

Dit vers is een antwoord op Arjuna’s derde vraag: op welke manier komt men tot het transcendentale niveau? Zoals al eerder is uitgelegd, functioneert de materiële wereld onder invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur. Men moet zich niet van streek laten brengen door de activiteiten van de hoedanigheden van de materiële natuur; in plaats van zijn bewustzijn in die activiteiten te verdiepen, moet men zijn bewustzijn op activiteiten voor Kṛṣṇa richten. Activiteiten voor Kṛṣṇa worden bhakti-yoga genoemd: altijd bezig zijn voor Kṛṣṇa. Dit omvat niet alleen Kṛṣṇa, maar ook Zijn verschillende volkomen expansies zoals Rāma en Nārāyaṇa. Hij heeft ontelbare expansies. Wie dienst verricht aan een van de gedaanten van Kṛṣṇa of aan Zijn volkomen expansies, wordt als transcendentaal beschouwd.

Men moet ook begrijpen dat alle gedaanten van Kṛṣṇa volledig transcendentaal, gelukzalig, vol van kennis en eeuwig zijn. Zulke persoonlijkheden Gods zijn almachtig en alwetend en bezitten alle transcendentale eigenschappen. Wie op die manier met onfeilbare vastberadenheid Kṛṣṇa of Zijn volkomen expansies dient, kan de hoedanigheden van de materiële natuur heel gemakkelijk te boven komen, hoewel deze zeer moeilijk te overwinnen zijn. Dit werd al eerder in het zevende hoofdstuk uitgelegd. Wie zich aan Kṛṣṇa overgeeft, kan onmiddellijk de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur overwinnen. Kṛṣṇa-bewust zijn of devotionele dienst verrichten betekent dat men zich gelijkheid met Kṛṣṇa verwerft. De Allerhoogste Heer zegt dat Zijn natuur eeuwig, gelukzalig en vol kennis is en dat de levende wezens integrerende deeltjes van Hem zijn zoals gouddeeltjes deel uitmaken van een goudmijn. In zijn spirituele positie is het levend wezen net zo goed als goud, dus wat kwaliteit betreft zo goed als Kṛṣṇa. Het verschil in individualiteit blijft bestaan, anders zou er geen sprake zijn van bhakti-yoga. Bhakti-yoga houdt in dat de Heer er is, dat de toegewijde er is en dat er een uitwisseling van liefde bestaat tussen de Heer en de toegewijde. Beide personen, zowel de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods als de individuele persoon, behouden dus hun individualiteit, anders zou bhakti-yoga geen betekenis hebben. Wie zich niet op hetzelfde transcendentale niveau bevindt als de Allerhoogste Heer, kan Hem niet dienen. Om een persoonlijke dienaar van de koning te zijn, moet iemand de juiste kwalificaties bezitten. Het is dus een vereiste om Brahman te worden, dat wil zeggen: vrij te zijn van alle materiële onzuiverheid.

In de Vedische literatuur staat het volgende: brahmaiva san brahmāpy eti. Men kan het Allerhoogste Brahman bereiken door Brahman te worden. Dit betekent dat men kwalitatief īīn moet worden met Brahman. Door het Brahman te bereiken, verliest men niet zijn eeuwige Brahman-identiteit als individuele ziel.