Skip to main content

TEXT 35

TEXT 35

Verš

Tekst

bṛhat-sāma tathā sāmnāṁ
gāyatrī chandasām aham
māsānāṁ mārga-śīrṣo ’ham
ṛtūnāṁ kusumākaraḥ
bṛhat-sāma tathā sāmnāṁ
gāyatrī chandasām aham
māsānāṁ mārga-śīrṣo ’ham
ṛtūnāṁ kusumākaraḥ

Synonyma

Synoniemen

bṛhat-sāma — Bṛhat-sāma; tathā — také; sāmnām — z písní Sāma Vedy; gāyatrī — mantry Gāyatrī; chandasām — z veškeré poezie; aham — Já jsem; māsānām — z měsíců; mārga-śīrṣaḥ — měsíc v období listopadu a prosince; aham — Já jsem; ṛtūnām — ze všech ročních období; kusuma-ākaraḥ — jaro.

bṛhat-sāma — de Bṛhat-sāma; tathā — ook; sāmnām — van de gezangen in de Sāma-veda; gāyatrī — de Gāyatrī-mantra’s; chandasām — van alle poëzie; aham — Ik ben; māsānām — van de maanden; mārga-śīrṣah — de maand november/december; aham — Ik ben; ṛtūnām — van alle seizoenen; kusuma-ākaraḥ — lente.

Překlad

Vertaling

Z hymnů Sāma Vedy jsem Bṛhat-sāma a z poezie jsem Gāyatrī. Z měsíců jsem Mārgaśīrṣa (listopad — prosinec) a z ročních období jsem kvetoucí jaro.

Van de hymnen in de Sāma-veda ben Ik de Bṛhat-sāma en van alle poëzie ben Ik de Gāyatrī. Van alle maanden ben Ik Mārgaśīrṣa [november-december] en van de jaargetijden ben Ik de bloeiende lente.

Význam

Betekenisverklaring

Pán již uvedl, že mezi všemi Vedami je Sāma Vedou. Sāma Veda je bohatá na krásné nápěvy, které zpívají různí polobozi. Z nich vyniká nádherný nápěv Bṛhat-sāmy, jež se zpívá o půlnoci.

De Heer heeft al uitgelegd dat Hij van alle Veda’s de Sāma-veda is. De Sāma-veda is rijk aan prachtige liederen die door de halfgoden gespeeld worden. Een van deze liederen is de Bṛhat-sāma, die een verfijnde melodie heeft en rond middernacht wordt gezongen.

V sanskrtu jsou pro psaní poezie dána pevná pravidla — autor neskládá a nemění rýmy a rytmus podle svých rozmarů, jak to často vidíme u moderních básní. Nejpřednější poezií sestavenou podle pravidel je mantra Gāyatrī, kterou recitují náležitě způsobilé osoby s bráhmanskými vlastnostmi a kterou najdeme ve Śrīmad-Bhāgavatamu. Jelikož je zvláště určena k poznání Boha, zastupuje Nejvyššího. Tato mantra je pro duchovně pokročilé lidi, a když člověk dosáhne při její recitaci úspěchu, může poznat Pánovo transcendentální postavení. Aby ji mohl začít recitovat, musí nejprve nabýt vlastností osoby na dokonalé úrovni — vlastností, které z hlediska zákonů hmotné přírody náleží kvalitě dobra. Ve védské civilizaci je mantře Gāyatrī přikládána velká důležitost a je přijímána za zvukovou inkarnaci Brahmanu. Brahmā byl první, kdo ji obdržel, a od něho je předávána učednickou posloupností.

In het Sanskriet bestaan er vaste regels voor het maken van poëzie; rijm en metrum worden niet op een eigenzinnige manier gebruikt zoals in veel moderne poëzie. Van alle regelgebonden poëzie is de Gāyatrī-mantra, die door gekwalificeerde brāhmaṇa’s gechant wordt, het voornaamst. De Gāyatrī-mantra wordt in het Śrīmad-Bhāgavatam genoemd. Omdat de Gāyatrī-mantra speciaal bedoeld is voor godsrealisatie, vertegenwoordigt hij Kṛṣṇa. Deze mantra is bedoeld voor mensen die spiritueel gevorderd zijn en wanneer iemand succesvol is in het chanten ervan, kan hij een transcendentale positie als die van de Heer innemen.

Men moet eerst de kwaliteiten van een perfect persoon verwerven, namelijk de kwaliteiten van de hoedanigheid goedheid in overeenstemming met de wetten van de materiële natuur, voordat men de Gāyatrī-mantra kan chanten. In de Vedische beschaving is de Gāyatrī-mantra zeer belangrijk en wordt hij als de geluidsincarnatie van Brahman beschouwd. Brahmā was degene die de mantra voor het eerst hoorde en herhaalde, waarna de mantra via de opeenvolging van discipelen verder werd doorgegeven.

Měsíc na přelomu listopadu a prosince je považován za nejlepší ze všech měsíců, neboť v Indii se sklízí obilí a tehdy jsou lidé velmi šťastní. Jaro je období všemi oblíbené, protože není ani příliš horko, ani příliš zima a rozkvétají květiny a stromy. Na jaře se také koná mnoho obřadů na oslavu Kṛṣṇových zábav — proto je považováno za nejlepší a nejradostnější ze všech ročních období a zastupuje Nejvyššího Pána, Kṛṣṇu.

De maanden november en december worden als de beste van allemaal gezien, omdat rond die tijd in India het graan van de velden wordt gehaald en de mensen heel gelukkig worden. De lente is natuurlijk het seizoen dat overal geliefd is, omdat het dan niet te heet en niet te koud is en omdat de bloemen dan opengaan en de bomen bloeien. In de lente zijn er ook vele festiviteiten waarmee de activiteiten van vermaak van Kṛṣṇa worden herdacht; het wordt daarom als het vrolijkste van alle seizoenen beschouwd en vertegenwoordigt zo Kṛṣṇa, de Allerhoogste Heer.